Rijtest: Volkswagen Touran 1.6 TDI Bluemotion

Teveel, vinden sommigen, omdat je hem amper kan onderscheiden als hij naast zijn grote broer staat. Vooral aan de afmetingen en de conventioneel openende deuren zie je dat het om een Touran gaat. Dat vat het uiterlijk zowat samen, je krijgt een wagen die weinig opvalt in het verkeer en zelfs in de showroom van Volkswagen. Vooraan ziet hij er niet slecht uit en indien als optie gekozen is de LED-dagrijverlichting mooi verwerkt in de vernieuwde koplampen. Achteraan neemt de Touran trekken van de Golf VI over in de achterlichten, al lijken de grote lichtblokken de uitgestrekte achterpartij niet te camoufleren.

Niet alleen de buitenzijde werd aangepakt bij deze facelift, ook het interieur kreeg een update. Het stuurwiel is voortaan hetzelfde als dat uit de Golf VI en ligt uiteraard goed in de hand. Het kan worden uitgerust met bedieningsknoppen voor de multimediaconsole. De bediening van de cruise control gebeurt nog steeds met een hendel achter het stuur. Het oog wil ook wel wat en dus werkt Volkswagen het dashboard en de deurpanelen voortaan af met chroomaccenten. De afwerking is van een hoog niveau en alles past netjes en zonder kraken in elkaar. Ook de ergonomie van de bediening van alle knoppen op de middenconsole is goed uitgewerkt, al krijgen sommige knoppen een ondergeschikte plaats aan het bergvakje. Ongewild activeren gebeurt niet, maar het lijkt wat of ze er op ze er geen ander plekje voor konden vinden in het interieur. Net zoals verre neef Alhambra krijgt deze Touran een praktisch navigatiesysteem, zij het dat het scherm wat aan de kleine kant is en de toetsen van het touch screen niet voor dikke vingers voorzien zijn. Het oogt allemaal vrij klassiek en sober binnen in de wagen, iets wat we sinds jaar en dag gewend zijn van een Volkswagen maar waar je niet bepaald vrolijk van wordt. Vrolijk word je wel van het panoramisch open dak dat het hele dak als een open raam op de wereld interpreteert.

Zeven mensen kunnen dan genieten van de hemel, op voorwaarde dat je het pakket met twee extra zetels aanvinkt op de optielijst. Dan beschik je nog over 121 liter bagageruimte. Wie met vijf personen reist, kan 695 liter kwijt in de bagageruimte. De tweede zetelrij bestaat uit drie afzonderlijk wegklapbare stoelen die ook in de lengte over een stel rails kunnen verschoven worden. Op die manier verkrijg je extra beenruimte of extra bagageruimte. Neem je de zetels van de tweede zetelrij volledig weg (al weegt elke stoel wel 17 kg), dan creëer je een vlakke laadruimte die zomaar even 1.989 liter bagage kan slikken. Dat is meer dan een Opel Zafira (1.850 liter) en een Citroën C4 Grand Picasso (1.951 liter) maar minder dan een Renault Grand Scénic (2.050 liter). De tweede zetelrij is verrassend mals en comfortabel om op te vertoeven, zo is ook de zijdelingse steun voor de achterste inzittenden erg goed.

Volkswagen maakt van de facelift gebruik om ook de motoren een update te geven. Vooral in de onderste regionen van het aanbod is dat zichtbaar, met de introductie van kleine turbomotoren. De 1.2 TSI is tegenwoordig aan benzinezijde de instapper, de 1.6 TDI doet de verwelkoming voor de diesels. Beschikbaar in twee vermogensversies, blijkt de 1.6 TDI zich goed van zijn taak te kwijten. Wij kregen de 105 pk-variant mee, de sterkste van beiden en enkel beschikbaar met manuele versnellingsbak, vanwege Bluemotion-overwegingen. Met die Bluemotion-aanduiding stelt Volkswagen een verbruik van 4,8 liter per 100 km voorop. Wij kwamen aan een goeie 5,8 liter, wat te verantwoorden is door de felle vriestemperaturen en de winterbanden die niet te versmaden waren gezien de weersomstandigheden. Over de punch van de motor geen slecht woord, de 105 pk-versie trekt zich erg goed uit de slag in het verkeer en voelt zich erg goed vanaf 1.250 rpm. Dat is goed voor het verbruik, maar verhoogt ook het comfort vanwege het lagere geluidsniveau.

Bij het rijden voel je dat je met een hogere auto onderweg bent dan pakweg een Golf. De wagen neigt naar onderstuur al voelt hij nooit zwaar aan. De basisophanging van de Touran werd overgenomen van de Golf, zodat het met de rij-eigenschappen goed zit. Het contact met de wagen wordt steeds behouden en stuurbewegingen worden strak opgevolgd. Dat geeft vertrouwen en zorgt ervoor dat de wagen ook bij grotere belasting veilig over de weg gestuurd kan worden.

De Touran is op en top Volkswagen. Een wagen voor de gewone man met een hoog kwaliteitsgevoel. De kostprijs van de Touran is dan hoger dan zijn concurrenten, de VW-badge zorgt ervoor dat de inruilwaarde ook altijd een stukje hoger blijft. De 'kleine' 1.6 TDI bewijst dat hij in alle modellen van het Volkswagen-gamma zijn mannetje weet te staan. Wie wil opvallen kiest beter voor een Franse gezinswagen, al is opvallen niet het eerste waar een koper in deze klasse aan zal denken. De binnenruimte is erg comfortabel ingericht, de bagageruimte ligt in de middenmoot van zijn klasse.

Tekst & foto's: Sven Geiregat

Met dank aan d'ieteren Volkswagen voor de testwagen