Ik ben een frequent gebruiker van parkeergarages. Voor het rijtestgedeelte van Autofans zijn we met de redactie elke week met andere auto’s onderweg, en die willen we als een goede huisvader beheren, zoals dat tot voor kort contractueel heette. Als de hedendaagse voorzichtig en redelijk persoon vermijd ik met mijn testwagens te nieuwsgierige blikken, nonchalante parkeerders of voorbijgangers met minder sympathieke bedoelingen. Of het nu gaat om de nieuwe S-Klasse, de Golf GTI of de Twingo Electric.

Drive of shame

Toch moet ik af en toe een testwagen naar de importeur terugbrengen met een kras na een bezoek aan een parkeergarage. Die “af en toe” in de vorige zin heb ik toegevoegd voor wat extra dramatisch effect, want gelukkig is het tot nu toe één keer voorgevallen. De tweede keer heb ik afgelopen week nipt vermeden. Maar dat maakte die ene drive of shame richting thuisbasis van de testwagen er niet minder vervelend op. De locatie van die kras? De velg. De veroorzaker? Ik zelf. De angst dat het nog eens gebeurt? Die wordt er sindsdien alleen maar groter op.

Dat ene voorval dateert van vorig jaar. Ik reed met de nieuwe BMW X6 een parkeergarage binnen, en had geen probleem met de inrijhoogte. Die staat immers netjes aangegeven voor je binnenrijdt, zodat je nog op je stappen kunt terugkeren. Het probleem was de inrijbreedte aan het ticketpoortje, zo werd meteen duidelijk door het geluid van een wiel dat pijnlijk traag langs de verhoogde rand van het poortje schuurde. Mijn eigen stomme schuld natuurlijk, maar geef toe: zijspiegels niet meegerekend is de X6 maar liefst 2,00 meter breed. En dat wordt stilaan excessief.

Breedtestress

Sindsdien ervaar ik ook met andere auto’s die breedtestress bij parkeergarages. Tot nu toe gelukkig alleen met enkele close calls. Vorige week liet ik het niet zover komen: ik nam met de nieuwe Toyota Highlander het zekere voor het onzekere. 1,93 meter leek me voor een parkeergarage waar ik wel eens vaker aanmeer teveel van het goede. Uitwijken naar een andere parkeerplek dan maar.

Nu zou je kunnen argumenteren dat dit probleem bij parkeergarages ligt. Dat ze bredere doorgangen moeten voorzien of op zijn minst de maximale inrijbreedte aan de ingang moeten aangeven. Of zoals een goeie Vlaming mopperen dat het probleem bij de overheid ligt. Dat ze maar eens deftige normen voor parkeerplaatsen moeten opleggen, want die blijken helemaal niet zo uniform te zijn. Als ze er al zijn. Ik draai het liever om: moderne auto’s worden gewoon te lang en te breed.

Excessen

Ik noem enkele Duitse premiumexcessen. De BMW X7: 5,15 meter lang en 2,00 meter breed. De Mercedes GLS: 5,21 meter lang en 1,96 meter breed. De Audi Q7: 5,06 meter lang en 1,97 meter breed. Toegegeven, dat zijn kolossale SUV’s, maar zelfs in het D-segment begint het veel te worden: de huidige BMW 3 Reeks is zonder spiegels 1,83 meter breed en evenaart daarbij bijna de 5 Reeks van begin jaren 2000. De huidige Volvo V60 is met zijn 1,85 meter breder dan de V70 van diezelfde periode.

Moderne auto’s verpakken natuurlijk veel meer actieve en passieve veiligheid, bovenop een andere hoop nieuwe technologie. Dat moet uiteraard ergens weggestopt worden. Maar dat vind ik maar ten dele een argument. De koper, of die nu van China komt of van Borsbeek, wil grotere auto’s, dus de merken bouwen grotere auto’s. Maar hebben we de limiet niet stilaan bereikt?

(Foto in tekst: (c) Interparking)