“Op plaatsen waar het verkeer niet geregeld wordt door een bevoegd persoon of door verkeerslichten, mag de bestuurder een oversteekplaats voor voetgangers slechts met matige snelheid naderen. Hij moet voorrang verlenen aan de voetgangers die er zich op bevinden of op het punt staan zich erop te begeven.” Die verkeersregel werd in 1996 aan onze wegcode toegevoegd, vandaag exact 25 jaar geleden. 7 op 10 Belgen vindt de verkeersregel een nuttige toevoeging aan de verkeersveiligheid, zo blijkt uit een enquête van VIAS Institute.

Behoorlijk goed gekend

De regel blijkt ook nodig, want vorig jaar vond ruim de helft (57 procent) van de ongevallen met overstekende voetgangers plaats aan een oversteekplaats zonder verkeerslichten. Nochtans is de verkeersregel behoorlijk goed gekend, zegt VIAS: 8 op 10 chauffeurs (84 procent) weet dat je in dergelijke situaties voorrang moet verlenen aan voetgangers. Iets meer dan de helft (54 procent) van de chauffeurs doet dat altijd, 4 op 10 chauffeurs (42 procent) stopt meestal.

Hoffelijk

We gedragen ons daarbij hoffelijk: bijna 6 op 10 chauffeurs (57 procent) gebaart met de hand dat voetgangers veilig kunnen oversteken, bijna 3 op 10 chauffeurs (28 procent) doet dat met oogcontact of een hoofdknik. Ruim 3 op 4 voetgangers (77 procent) steekt bij wijze van bedanking de hand of duim op, 1 op 3 (37 procent) knikt even. “Zo’n geste is niet verplicht, maar draagt wel bij tot een betere relatie tussen de verschillende weggebruikers in het verkeer”, zegt VIAS.

Verbetering?

Nochtans is er nog ruimte voor verbetering: slechts 38 procent van de chauffeurs jonger dan 35 stopt altijd aan een oversteekplaats, bij chauffeurs ouder dan 55 jaar is dat 67 procent. Ruim 1 op 4 voetgangers (27 procent) moet minstens drie tot vier auto’s laten passeren voor ze veilig kunnen oversteken, bijna 1 op 10 voetgangers (9 procent) moet chauffeurs dwingen om te stoppen. Al mag niemand onvoorzichtig zijn bij een oversteekplaats: bijna 1 op 4 voetgangers (23 procent) weet niet dat ze zelf ook moeten uitkijken voor ze oversteken. 1 op 3 chauffeurs (31 procent) weet dan weer niet dat ze ook hun snelheid moeten matigen als ze zelf niet meteen een voetganger zien.