Laat ons het bedrijf Touring eerst even schetsen in de tijd. We gaan terug naar 25 maart 1926. Toen richtten de Italianen Felice Bianchi Anderloni en Gaetano Ponzoni het bedrijf Carrozzeria Touring op. In die tijd was coach building, het maken van wagens op maat van de klant, de broodwinning voor vele carrosseriebouwers. 

Touring was een naam van jewelste binnen de kennerskringen en het bedrijf verwierf in de jaren 30 naam en faam met de Superleggera-constructie. Zodanig zelfs dat het onderdeel van de bedrijfsnaam werd. De vederlichte constructietechniek bestond erin om een framewerk in het model van het koetswerk te bouwen. Doordat het uit een resem aan smalle en vederlichte pijpen bestond wist het de constructie tegelijk licht en stijf te maken. Daarboven werd dan het nieuwe koetswerk gedrapeerd.  Het verhief de auto’s tot niet alleen optische maar ook technische kunstwerken. 

Touring ging echter ten onder aan de massa-productie en in 1966 rolde de laatste auto uit de werkplaats. Beide eigenaars waren wel zo slim om de naam ‘Touring Superleggera’ onder patent te houden. Gelukkig! Want bijna veertig jaar later was daar de Nederlander Paul Koot die de rechten van Touring verwierf. Koot was geen onbekende in het wereldje van klassieke (Touring-)auto’s. Hij bouwde onder andere samen met Andrea Zagato de Lancia Hyena. 

Wanneer Koot echter de kans krijgt om Touring te kopen laat hij deze niet schieten. In 2006 gebeurde dat dan ook, al gebeurde de overdracht zonder veel herrie. Liever gaat hij aan de slag met een ontwerp-team onder leiding van de jonge Belg Louis De Fabribeckers. Door een samenloop van omstandigheden bouwen ze niet één maar twee unieke auto’s. Eerst en vooral de Maserati Bellagio Fastback. Een shooting break, net zoals de Flying Star. Op basis van de Quattroporte. Vervolgens ook de beeldschone A8GCS Berlinetta die Maserati-techniek deelt maar toch op eigen chassis gebouwd zal worden. “Het heeft eventjes geduurd maar ondertussen hebben we vergevorderde gesprekken met een klant voor de A8GCS. De auto zal er dan ook komen”, weet De Fabribeckers. Mocht die klant het echter willen zullen er meerdere exemplaren gebouwd worden.

Het derde luik van het hernieuwde Touring vormt de Bentley Continental Flying Star by Touring. Het idee ontstond een klein jaar geleden. Toen er een klant bij Touring kwam aankloppen met de vraag of ze een shooting break konden bouwen met engelse basis. Uit gesprekken met die klant kwam als snel de Continental-reeks van Bentley naar voren. Vooral dankzij de vierwielaandrijving en de instelbare rijhoogte van de CGT’s. Touring ging met alle betrokken partijen aan tafel zitten en vrij snel kwamen ze tot een akkoord. “Het voordeel van een klein team.” zegt Louis De Fabribeckers. “In tegenstelling tot andere bedrijven hebben wij geen stapjes te nemen, alles kan snel en efficiënt gebeuren.”. Dat het snel gebeurde blijkt uit de duur van het hele project, amper elf maanden. De naam verwijst naar de allerlaatste auto die Touring bouwde vooraleer het dicht ging. De Lamborghini Flying Star II.

De Flying Star wordt gebouwd op basis van de Continental GTC. Met als reden zijn extra verstevigde basisconstructie. Deze auto werd gebouwd uit staal, enkel de portieren en achterklep zijn van aluminium. De initiële opdrachtgever gaf Touring de toestemming om 20 exemplaren te bouwen. Kwestie van later nog eens de gepaste meeting te kunnen organiseren met gelijkgestemde zielen. Andere exemplaren zullen desgewenst uit andere materialen gebouwd kunnen worden. Zo bevestigde De Fabribeckers ons dat er ook een exemplaar uit carbon zal gebouwd worden. Klant is nu eenmaal koning.

Wat opvalt bij de ontmoeting met de auto is dat deze veel subtieler aandoet dan je op foto vermoeden zou. De vele nuances in het koetswerk vanaf de A-stijl en de 4 ellipsvormige achterlichten zijn een lust voor het oog. Ook de kleur op dit model werd zorgvuldig gekozen. Meer dan 190 uur spuitwerk kroop er in de afwerking van. Afhankelijk van de lichtinval doet het kleur dan wel glanzend of bijna mat aan. De Fabribeckers kreeg carte blanche bij het ontwerp en meent dat het een echte Touring is. “De auto heeft een vrij lange overhang aan de achterzijde en het geheel weet mooi de balans te houden tussen klassiek en sportief. Maar de auto is toch nog steeds voldoende excentriek.” 

Dat valt ook te zien aan de gevlochten vloerbedekking van de kofferruimte en de achterste stoelen. Het kleurrijke maar bijzonder smaakvolle leder geeft extra cachet aan de forse binnenruimte van de Flying Star. Zeker wanneer de achterbank (elektrisch) neergelegd wordt. Hiermee ontstaat een unieke ruimte die ook nog functioneel kan zijn. De bijpassende kofferset, uitgevoerd in hetzelfde gevlochten lederpatroon, is dan weer optioneel.

Deze Flying Star staat op de typische Bentleywielen maar als klant kan je ook opteren voor 20” 9.5j Borrani X-Ray spaakwielen. Een sterk staaltje vakmanschap welk de auto nog meer distinctief maakt. Geen toevalligheid want Paul Koot bezit Borrani. Wat mij betreft zijn ze een must die de auto verder distantiëren van de talrijke andere Continental GT’s die op deze aardbol rondvliegen.

Van de twee kenmerken die tal van andere Touring auto’s zo typeren, is bij de Flying Star geen sprake. Geen Superleggera-constructie of andere forse gewichtsbesparende maatregelen. Niet dat de auto het nodig heeft. De 6.0 liter W12 BiTurbo kan je net zoals bij Bentley specificeren met drie verschillende cavaleries onder de motorkap. 560 pk, 610 pk of 630 pk uit de SuperSports-serie. In Speed-trim gaat de auto daarmee van 0 naar 100 onder de 5 seconden en bereikt een top van ver boven de 300 km/h. Meer of voldoende snel.

De Flying Star by Touring is er vanaf 590.000 euro met W12 van 560 pk. Slechts 20 exemplaren zullen ervan gebouwd worden en werkelijk alles kan aangepast worden naar wens en smaak van de koper. De Flying Star is zo een auto die je ook kan appreciëren door er gewoon naar te kijken. Zeker wat betreft het koetswerk van vanaf de B-stijl bulkt van de subtiele details. Het interieur mocht misschien wat karakteristieker zijn geworden. Vooral het dashboard is een beetje té standaard Bentley. Het achterste compartiment maakt dan weer veel goed. Voor wie het zich kan veroorloven is de Flying Star een unieke opportuniteit om iets bijzonder in huis te halen dat niet alleen mooi, maar ook praktisch is. 

Het is een welkome vaststelling dat heel wat coach builders aan een revival bezig zijn. Excentrieke diversiteit is een must die het autolandschap in tijden van standaardisering en overregulering des te boeiender maakt. Ook voor diegene die er enkel maar van kunnen dromen. 

Zelf koestert De Fabribeckers de wens om een grote Alfa Romeo onder handen te nemen. “Iets in de stijl van de 6C’s van weleer. Met die grote, lange en forse neus. Zonder dan weer massief te zijn. Zoals de 2500 Freccia d’Oro bijvoorbeeld.”

Tekst & foto's: Pieter Ameye
Met dank aan Bentley voor de uitnodiging

Bentley Continental Flying Star by Touring
Motor: 6.0 BiTurbo W12 benzine,   Vermogen: 449 kW/560 pk,  Koppel: 650 Nm,  Overbrenging:  6-bak automaat, Aandrijving: permanent op de vier wielen,  Gewicht: 2.385 kg, Topsnelheid: 314 km/u, 0 tot 100 km/u: 5,1 sec., Basisprijs: 590.000 euro