Volgens de wetgeving heeft een lichte vracht “een Maximaal Toegelaten Massa van 3500 kg, een halfopen of gesloten laadbak en de laadruimte moet minstens 50% van de lengte van de wielbasis te (sic) bedragen.” Een pick-up valt voor de overheid daardoor automatisch onder de definitie van een lichte vrachtwagen.

Verdriedubbeld

Dat betekent dat niet alleen professionele gebruikers, zoals tuinaannemers, een pick-up kunnen inschrijven als lichte vracht, maar ook particuliere kopers. Door die fiscaal gunstige wetgeving is het aantal pick-ups stevig toegenomen: vandaag zouden er zo’n 30.000 pick-ups in Vlaanderen rondrijden, zowat drie keer meer dan tien jaar geleden. Door hun afmetingen en verbruik staan ze ook steeds vaker ter discussie in steden.

Vlaams minister van financiën Matthias Diependaele (N-VA) wil nu paal en perk stellen aan dat fiscale opportunisme: “Een pick-up staat ingeschreven als een lichte vrachtwagen. De eigenaars van zo'n voertuig betalen nul euro belasting op inverkeerstelling (BIV), terwijl dat voor een wagen van zo'n kaliber kan oplopen tot 10.000 euro. Daarnaast is de jaarlijkse verkeersbelasting voor hen lager: gemiddeld betalen ze 150 euro, terwijl dat voor zo'n voertuig snel 3.000 à 4.000 euro is”, zo zegt hij in zakenkrant De Tijd.

Professioneel gebruik aantonen

Professionele gebruikers zullen voor alle duidelijkheid wel nog steeds gebruik kunnen maken van het fiscale voordeel, al moet er nog concreet worden bepaald op welke manier het onderscheid wordt gemaakt. Wellicht zullen toekomstige kopers moeten aantonen dat ze hun pick-up aanschaffen voor professioneel gebruik. Wie op dit moment al eigenaar is van een pick-up, verliest zijn fiscale voordeel niet.

Om de wetgeving rond pick-ups en lichte vrachtwagens te hervormen, zal minister Diependaele wel nog rond de tafel moeten zitten met andere deelstaten. Vlaanderen gaat immers over de verkeersbelasting, maar de definitie van ‘lichte vracht’ is opgenomen in een samenwerkingsakkoord met de deelstaten.