Sinds generatie zeven is de GTE een vaste waarde geworden binnen het sportieve Golf-gamma. Dat gamma bestaat ook bij generatie acht ondertussen al uit een heleboel leden: de GTI als stamvader, deze GTE-stekkervariant, de GTD met zelfontbrander, en de hyperpotente R. En dan hebben we de Clubsport-versies van de GTI nog niet genoemd...

BEKIJK HIER ONZE VIDEOREVIEW:

Hoewel niet alle varianten kunnen tippen aan de populariteit van de GTI, scoren ze allemaal behoorlijk goed. Zeker ook de plug-inhybride, die door zijn op papier lagere CO2-uitstoot de zakelijke Golf-rijder hoopt te charmeren. Want reken maar dat je boekhouder je liever in een GTE ziet stappen dan in een GTI. Europa overigens ook, en dat is ongetwijfeld de reden waarom deze Golf GTE tegelijk met de GTI (en de GTD) de bühne op mocht.

Vertrouwd blauw

Voor deze nieuwe generatie heeft Volkswagen alleszins niet veel veranderd aan het visuele recept. De GTE krijgt dus opnieuw een sportief jasje aangemeten, met een voorbumper die net als bij de GTI dieper is uitgesneden en de mistlichten integreert, wat potigere zijschorten, een dakspoiler en standaard 17-duimsvelgen. Geen grote uitlaten achteraan zoals op de GTI, maar trapeziumvormige uitsparingen in de achterbumper. Het GTE-logo in het radiatorrooster is nog aanwezig; dat op de kofferklep kreeg een centrale, prominentere plaats. De laadaansluiting verhuisde tot slot naar de flank.

Ook binnenin zorgen enkele GTE-logo's voor een opfleuring van de boel, net als het ruitjesmotief met blauwe accenten op de zetels. Dat zijn overigens goed steunende sportzetels, die ook op langere afstand voldoende comfortabel blijven. De rest van het interieur is identiek aan dat van de gewone Golf, wat ook betekent dat je geen keuzehendel meer hebt voor de versnellingsbak waarmee je zelf nog kunt schakelen, maar een keuzeknopje.

Meer vermogen, meer batterij

204 pk uit een 1.4 TSI-turbobenzine en elektromotor, dat is het vermogen van de vorige Golf GTE. Dat vind je nog steeds terug in een hybride Golf, maar die heet nu gewoon “eHybrid”. Anno 2021 heeft de Golf GTE immers nog een andere stekkerversie onder zich gekregen, al zet die zich minder als sportieve hybride in de markt. De GTE zelf gebruikt dezelfde 1.4 TSI van 150 pk, maar pakt – gekoppeld aan een elektromotor van 80 kW (110 pk) - uit met een hoger systeemvermogen: 245 pk en 400 Nm.

Of het nu van de verbrandingsmotor, de elektromotor of van de combinatie van beide komt: dat vermogen gaat via een DSG-versnellingsbak met zes verzetten naar de voorwielen. Achteraan zit een grotere lithium-ionbatterij dan voordien: 13 kWh in plaats van 8,7 kWh. Dat levert een ruimer elektrisch rijbereik op: Volkswagen spreekt over 62 kilometer (volgens de oudere NEDC-cyclus), in de praktijk mag je rekenen op een goeie 45 kilometer.

Twee uitersten

Nog in de praktijk start de Golf GTE altijd in volledig elektrische modus. Volkswagen heeft de rijparameters trouwens wat anders ingedeeld. Je kiest tussen “E-Mode” en “Hybrid”, waarbij die laatste ook nog de functie bevat om het batterijniveau al rijdend bij te laden of aan te houden. In de hybridemodus doet de Duitser zijn uiterste best om de elektromotor zo lang mogelijk te laten werken en de verbrandingsmotor zo laat mogelijk bij de les te betrekken.

Schakel je de navigatie in, dan anticipeert de GTE zelfs op bochten en snelheidsbeperkingen om optimaal te regenereren. Op snelwegen gebruikt hij voornamelijk de verbrandingsmotor, in de stad de elektromotor. Met of zonder navigatie werkt het alleszins prima: een gemiddeld verbruik van 4 tot 5 liter is een mooi resultaat.

Aan de andere kant is er nog het sportieve aspect natuurlijk. En daar is de zaak wat minder duidelijk. In de Sport-rijmodus werken benzine en elektro optimaal samen, en zet de Golf GTE met 6,7 seconden een degelijke sprinttijd naar 100 km/u neer. Het geluid wordt wat overbodig kunstmatig aangedikt, maar het koppel is dankzij de elektrosteun royaal en zorgt onder meer voor stevige hernemingen.

Alleen is de rest van de beleving wat minder spannend dan in de GTI. Er is bijvoorbeeld wat extra gewicht van de batterij, maar de GTE mist ook de scherpte en de goesting van de iconische hot hatch uit Wolfsburg. En je voelt het helemaal wanneer de batterij leeg is: dan moet de GTE niet hernemen met het koppel en de longinhoud van een 2.0, maar met die van een 1.4...

Prijzen

Kijk je in de catalogus, dan merk je tot slot dat de Golf GTE voorbehouden zal zijn voor een beperkt publiek. Met 43.490 euro is hij immers zo’n 3.000 euro duurder dan de GTI, en zo’n 2.000 euro duurder dan de GTD. Volkswagen countert weliswaar met een degelijke standaarduitrusting, en met een fiscaal interessanter aanbod. Maar in de praktijk blijft dat aanbod vooral weggelegd voor zakelijke rijders.

Conclusie

Met deze tweede GTE heeft de Volkswagen Golf een stevige leider aan het hoofd van zijn bescheiden stekkergamma. Een intelligente en zuinige plug-inhybride, die met volle batterij op simpele vraag sterke prestaties neerzet. Een GTI met stekker is het weliswaar niet, en jammer dat hij alleen voor een beperkt doelpubliek speelt.