Even een open deur intrappen: het SUV-segment neemt dezer dagen een belangrijk aandeel in als het om de verkoop van nieuwe auto's gaat. Bij de leasingrijders wordt vanuit fiscaal oogpunt al snel naar elektrische wagens gekeken. Daarom selecteerden wij twee grote spelers in dat segment. Beide wagens treden aan in vierwielaangedreven versie. Zo krijgen we met de Tesla Model Y de Long Range voor de wielen. Bij Audi is het de Q4 e-tron 50 quattro die de sabel zal opnemen tegen zijn tegenstander.

exterieur

Audi lanceert met de Q4 e-tron een kleinere versie van de e-tron-mastodont. Vergis je echter niet: beide wagens lijken op het eerste gezicht wat op elkaar, toch verschillen ze danig. De Q4 is een middenklasse-SUV die zijn looks mee heeft. De Tesla Model Y daarentegen is een crossover die je doet opkijken omwille van zijn vreemde proporties. Ook hier lijkt het om een kleinere versie van de Model X te gaan, al ontbreken de vleugeldeuren. Stel je dat het een opgeblazen Model 3 is, dan geven we je ook geen ongelijk. De mooiste van beide is hier zeker de Q4, al zal iedereen die minder conventionele looks verkiest dat durven betwisten.

interieur & technologie

Beide wagens staan binnenin mijlenver uit elkaar. Een stuur en een stel zetels, dat is wat je kan vergelijken. Bij Audi verwerken ze de technologie in twee schermen - drie als je de unit van de airco meerekent. Verder maakt de Q4 gebruik van een resem fysieke knoppen. Dat maakt dat het interieur van de Audi nog altijd vrij druk oogt tegenover dat van zijn tegenstander, ook al is de versnellingspook in een elektrische auto vervangen door een schakelaar. Wel zien we dat Audi het ontwerpen van interieurs ook bij deze elektrische voertuigen niet verleerd is. De ergonomie is top en de keuze voor fysieke knoppen voor bepaalde zaken voelt intuïtief juist aan. Audi maakt wel gebruik van veegstreepjes voor regelen van bijvoorbeeld de audio, al zijn die ook visueel aangeduid en komen ze daarmee tegemoet aan de verzuchtingen die we bij andere producten uit de groep uitten.

Anders is het bij de Tesla Model Y. Daar zijn behalve twee stuurstengels en twee knopjes op het stuurwiel geen fysieke bedieningselementen te bespeuren. Het heeft als gevolg dat alles in het grote centraal opgestelde scherm vervat zit, van het instellen van de spiegels over het bedienen van de ruitenwissers tot het aflezen van de snelheid. Dat laatste vergt wat gewenning en we vragen ons af waarom Tesla geen head-updisplay aanbiedt, zoals Audi wel doet. Het voordeel van alles te verwerken in de centrale unit is dat alle inzittenden kunnen meekijken met het duidelijke scherm. Ook toont Tesla het summum van een clean dashboard-principe, zo fel zelfs dat we als passagier geen dingen durfden laten rondslingeren in de wagen. Het nadeel is dan weer dat je voor elk ding moet onthouden waar het in het bedieningselement verborgen zit. Voor wie snel met aanraakschermen en bijhorende technologie op weg is vormt dat geen obstakel.

Humor zit er ook in bij de Tesla, want het scheetkussen is een topper bij kinderen - leuk voor één keer, nadien is de fun er snel af - en wie in de auto zit te wachten, kan gerust een spelletje spelen. Er is een aansluitmogelijkheid voor een game controller en ook het stuur van de Model Y zelf kan gebruikt worden tijdens het gamen, net als bij de andere Tesla-modellen overigens. Recent deed Tesla nog een update aan het systeem, zodat nu ook airco-functies beschikbaar zijn voor wie wil kamperen in zijn Tesla - wie doet zoiets? - of zijn hond wil achterlaten bij een aangenaam koele temperatuur.

We zien dat de afwerking van de Tesla's er fel op vooruit gegaan is. Waar vroeger panel gaps schering en inslag waren, zijn er nu alleen nog heel af en toe wat kraakjes te horen. Toch lijkt Audi's bouwkwaliteit het nog altijd een stukje beter te doen. Qua ruimte is de Tesla echter de primus. Zowel achterin als in de koffer klopt hij de Audi, die wel breder blijkt te zijn op schouderhoogte. De achterste passagiers hebben dankzij het hogere dak in de Californiër een stuk meer hoofdruimte en uniek is dat alledrie de achterste zitplaatsen van de Tesla over zetelverwarming beschikken.

opladen

Met een netto accucapaciteit van 76,6 kWh is volgens Audi de 400 kilometer rijbereik haalbaar. Wij hielden het op iets minder met een verbruik van bijwijlen 18,3 kWh per 100 kilometer, al moesten we daarvoor wel van de snelwegen blijven. Via een gewone 11 kW-laadpaal laadt de batterij in dik 8 uur volledig op, via de CCS-aansluiting van de 100 kW-snellader ga je in 35 minuten van 10 naar 80 procent.

Tesla toont zich hier nog altijd onklopbaar. Met een volle accu kan de Model Y Long Range tot 533 km rijden. Voor eenzelfde parcours haalde de Model Y een verbruik van 16 kWh en ook tijdens de rest van de testperiode toonde de wagen zich zuiniger dan zijn concurrent. Laden doe je bij Tesla via een op afstand te openen laadklepje. Tesla raadt zelf aan om het eigen stopcontact te gebruiken om de batterij te sparen, al is het Tesla Supercharger-netwerk overal in Europa een welkome hulp voor wie langere afstanden aflegt en niet veel tijd heeft om te laden. Opladen aan een 11 kW-laadpaal kan in 7u30, met een snellader kan het tot 250 kW in 13 minuten van 10 naar 80 procent.

rijden

De Audi Q4 e-tron rijdt op Volkswagens MEB-platform. Daarmee is het rijgedrag vergelijkbaar met dat van de Volkswagen ID.4 en de Skoda Enyaq iV. Met 220 kW en 460 Nm is zijn vermogen zeker niet onderbemeten, al hebben we hier wel te doen met het topmodel uit de reeks. Daar zet Tesla met de Model Y Long Range een zogenaamde basismotorisatie tegenover, al is die met 258 kW en 527 Nm wel krachtiger dan zijn concurrent. Beide wagens beschikken over vierwielaandrijving door de toevoeging van een tweede motor op de vooras. We noteren nog dat de Tesla met 1.935 kilogram goed 200 kilogram minder aan de haak hangt dan de 2.135 kilogram van de Audi.

In de Tesla blijkt het sturen wat aan de vage kant, hij draait snel de bochten in maar zijn hoge gewicht is toch voelbaar. Dat hebben ze bij Audi vreemd genoeg beter voor mekaar, want de Q4 lijkt minder zijn gewicht in de bocht te gooien dan de Tesla. Op de rechte lijn is de Tesla dankzij zijn lagere gewicht en groter vermogen sneller, al voelen de 5,1 elektroseconden tegenwoordig niet meer exuberant snel aan. We zijn natuurlijk verwend de afgelopen jaren want in den ouden tijd van Autofans leverde een sub-5 seconden-sprintje nog een supercars-label op in onze notaboekjes. De Audi legt de sprint overigens af in 6,2 seconden.

aan de prijs

De Audi Q4 is er in e-tron 35-basistrim (125 kW) vanaf 44.400 euro. Kijken we naar de e-tron 50 met zijn 220 kW, dan moet er al voor de S-Line gekozen worden en daarvoor vraagt Audi een bedrag van 58.560 euro. Zonder opties welteverstaan. Dat maakt dat de wagen die je op de foto's ziet 78.650 euro aantikt, inclusief een aantal packs, specifieke velgen en een warmtepomp. Tesla wil voor de Model Y minstens 65.990 euro, al zitten dan de meeste dingen al op de wagen. Dat maakt dat hij na toevoeging van de blauwe lakkleur, zwarte velgen en de Enhanced Auto Pilot 75.170 euro moet gaan kosten. Een stukje minder dan de Q4 dus.

conclusie

Tesla lijkt naar de Duitsers toe te groeien als het gaat om afwerkingskwaliteit. Op vlak van soberheid is het dan weer de meerdere van de Audi, die dan weer iets beter scoort op ergonomie. Gaan we naar de verbruikscijfers kijken, dan zien we dat Audi nog niet kan tippen aan Tesla, ook al deden we hard ons best. Maar eigenlijk vergelijken we twee werelden: de Duitse, waar de auto centraal staat, en de Amerikaanse, waar de software en de elektronica centraal staan.