De AMG-Antichrist is geboren, zullen heel wat puristen nu ongetwijfeld denken. De gekende huistuner uit Affalterbach heeft namelijk zijn tanden gezet in de nieuwe Mercedes C-Klasse, en het eerste resultaat daarvan is deze C 43 4MATIC. Die laat de 3.0-liter zescilinder van zijn voorganger achterwege voor — stel je voor — een vierpitter. Vergis je echter niet, want dat maakt er nog geen slak van.

Formule 1-trukendoos

De motor die deze C 43 aandrijft hebben we namelijk al eerder leren kennen, en wel in het vooronder van de nagelnieuwe SL 43. Alleen wist die het daar ‘slechts’ tot 381 pk te schoppen, terwijl het 2.0-literblok in deze C-Klasse goed is voor 408 pk en 500 Nm koppel. Die cijfers stuurt het blok naar de vier wielen langs een negentraps automaat. Daarmee krijgt de nieuwe C 43 trouwens 18 pk meer dan zijn voorganger uit twee extra cilinders wist te puren, al laat de opvolger wel 20 Nm koppel liggen. Het resultaat is een identieke 0-naar-100-sprint van 4,6 seconden en een topsnelheid van 250 km/u of, indien je de elektronische limiet laat weghalen, 265 km/u. Kies je voor de iets zwaardere break, dan stijgt het acceleratiecijfer trouwens licht naar de 4,7 seconden.

Om dat de bereiken mocht de nieuwe C 43 in dezelfde trukendoos grabbelen als de SL 43 dat deed, en die doos vonden ze in het Formule 1-rek. Net als de cabrio maakt deze C-Klasse dus gebruik van de eerste — of nu dus de tweede — elektronisch aangedreven turbo die ooit een productiewagen bereikt heeft. Daarbij drijft een elektromotortje van zo’n 4 centimeter dun de as van de turbo rechtstreeks aan, waardoor het ouderwetse turbogat dat je anders zou voelen terwijl je wacht tot de compressor op tempo gespoeld is, verdwijnt. Dat is trouwens niet de enige elektrohulp die de C 43 meekrijgt, want het blok wordt ook nog eens voorzien van een starter-generator die niet alleen 14 pk aan vermogen kan toevoegen, maar het geheel ook efficiënter moet maken. Inderdaad: naast een vierpitter is dit dus ook een mild-hybride.

Wachten op de C 63?

Ook de rest van de techniek is trouwens het vermelden waard. Zo zweert de C 43 bij stalen veren maar krijgt hij wel AMG’s adaptieve dempers mee om het gewicht van dik 1.700 kilogram in bedwang te houden. Daarnaast krijgt hij ook standaard een meesturende achteras mee om hem extra wendbaar voor de dag te laten komen. De vierwielaandrijving belooft ook nog eens om het merendeel van het vermogen — tot 69 procent — richting de achterwielen te sturen. Een volledig achterwielaangedreven modus, zoals je bij BMW's M-modellen wel vaak vindt, biedt de C 43 echter niet. Misschien bewaren ze dergelijke toetjes nog voor de opvolger van de sterkere C 63 die later volgt.

De liefhebbers die trouwens hoopten dat die opper-C dan wel nog over het klankspel van een zescilinder zou beschikken, zijn er waarschijnlijk aan voor de moeite. De krachtigere versie zou namelijk voorzien worden van een aandrijflijn op basis van dezelfde 2.0-litermotor als deze C 43, maar zou nog meer vermogen naar de wielen weten te brengen dankzij de hulp van een extra elektromotor. Wanneer we daarover meer zekerheid krijgen, geven ze bij Mercedes-AMG nog niet mee.