Twaalf jaar, zo lang zaten we al op het smoelwerk van de eerste generatie van de Volkswagen Amarok te kijken. Het feit dat we dat zelf niet meteen door hadden moet betekenen dat hij zijn leeftijd best goed kon verbergen, maar het laatste jaar werd het wachten er niet makkelijker op. Naast zowat een halve trouwboek aan plaagplaatjes kregen we namelijk eind 2021 ook al de Ford Ranger te zien, en dat was nog de grootste teaser van allemaal aangezien de Amarok onderhuids zowat identiek zou worden aan zijn Amerikaanse neef. Nu is het wachten voorbij, want ook in Wolfsburg trekken ze het doek van hun pick-up.

Transformer

Die verschijning blijft daarbij opvallend trouw aan de plaagplaatjes van een paar maanden geleden, en wijkt dus sterk af van de auto die we eerder bij Ford te zien kregen. Hoewel beide pick-ups hun technische basis delen, zijn ze van buitenaf namelijk verschillend. Dat begint natuurlijk bij de neus, die volkswagen deels modelleert naar zijn eigen modelgamma maar toch overlaadt met een soort futuristische Transformer-stoerheid die we niet verwacht hadden om op de productieversie te gaan zien. Ook de flanken geven een robuuste indruk met hun geaccentueerde wielkasten, een kenmerk dat we helemaal niet op de Ford Ranger te zien kregen.

Binnenin is dat enigszins anders, want daar doen de pick-ups wel wat aan elkaar denken. Zo vertoont de Amarok net als de Ranger een rechtopstaand scherm met daarnaast twee verticale ventilatieroosters, al moet wel gezegd dat het merendeel van de componenten grondig anders is. Zo hebben die roosters een eigen vorm, vinden we onder het scherm andere bedieningselementen voor de klimaatregeling en zijn het dashboard en zelfs de middenconsole anders ingedeeld. Ook hier moet je dus enigszins muggenziften om te zeggen dat het om dezelfde auto’s gaat.

Enkel diesels

Dat merk je pas wanneer je er de technische specificaties op nakijkt, al geeft onze Belgische versie er wel zijn eigen draai aan. Zo kan je de Amarok elders ook met een 2.3-liter viercilinder benzinemotor krijgen die Ford al jaren ‘EcoBoost’ noemt en VW voor de gelegenheid een ‘TSI’-logootje opspeldt, maar die komt niet naar onze wegen. In de plaats daarvan bestaat het gamma uit vier dieselmotorisaties: drie op basis van een 2.0-liter viercilinder en eentje met een 3.0-liter V6. Zo geeft die eerste vermogens van 150 en 170 pk, of 204 pk indien je voor de biturbo-versie gaat, en haal je uit de zescilinder tot 241 pk en 600 Nm koppel. Allemaal sturen ze dat vermogen uiteraard naar de vier wielen maar dat doen ze afhankelijk van de motoren wel langs een zestrapsautomaat of een tientrapsautomaat, of langs een handgeschakelde zesbak.

Naast een aandrijflijn met permanente vierwielaandrijving kan de Amarokker ook kiezen voor een variabele 4MOTION-versie, die een elektromechanische verdeelbak toevoegt en zo de keuze geeft uit vier rijmodi. De eerste stuurt — zoals standaard — al zijn kracht naar de vier uithoeken, maar de drie overige standen kunnen de overdracht aanpassen naargelang de omstandigheden en het vermogen naar de voorwielen ook onderbreken om zuiniger onderweg te zijn. Zet je echter alles op alles, dan kan je Amarok tot 3,5 ton sleuren terwijl je ook tot 1.160 kilogram aan gewicht in de laadbak kan stouwen.

Beschaafd kantje

Los van al dat getouwtrek wil de nieuwe Amarok meer dan ooit een veelzijdige auto zijn. Dat merk je al aan zijn moderne LED-matrixkoplampen en 12-inch touchscreen die je op de Style en de Adventura, de hoger geplaatste versies voor onze markt, krijgt. Ook de goedkoopste Amarok beschikt echter meteen over zaken als een tablet van 10 inch, een bestuurdersdisplay van 8 inch, adaptieve cruise control en een setje parkeercamera’s. In ons land wordt de pick-up ook uitsluitend verkrijgbaar met dubbele cabine, waardoor je standaard vijf personen kan vervoeren in je nieuwe Amarok.

Volkswagen zal de pick-up vanaf eind 2022 beginnen leveren in de eerste markten. Of ons Belgenlandje daarbij hoort weten we nog niet zeker, en ook prijzen kennen we nog niet. De Amarok zal zij-aan-zij gebouwd worden met zijn neefje, de Ford Ranger, in Zuid-Afrika. Dit is trouwens niet het enige bedrijfsvoertuig waar Ford en Volkswagen tegenwoordig de ontwikkelingskosten voor delen: ook de Tourneo Connect en de Caddy zijn nauw verwant en de aankomende Ford Transit zou ook wel eens een voorbode van een VW-busje kunnen zijn.