Een goed plekje in de J.D. Power-lijst wordt stilaan net zo begeerlijk als tussen de finalisten van de Car of the Year-verkiezing mogen staan. Ieder jaar ondervraagt dat Amerikaanse onderzoeksbureau namelijk een paar tienduizenden eigenaars van auto’s die hoogstens drie jaar op de teller hebben staan, en die resultaten drukken ze uit in ‘Problems per 100 Cars’ — of aantal problemen per 100 auto’s. Daaruit blijkt dat ieder exemplaar ongeacht de fabrikant wel eens een probleempje heeft, al zijn er natuurlijk uitschieters in positieve en in negatieve zin.

Komaan, Europeaan!

Om op een positieve noot te beginnen, hebben ze bij Lexus terug een reden om de sake laten vloeien. Dit jaar staat het Japanse luxemerk namelijk op de eerste plaats, terwijl ze zich vorig jaar nog lieten voorbijsteken door maar liefst drie Koreaanse merken. Die doen het echter nog steeds goed, want Genesis — de premiumtak van Hyundai — is goed voor een tweede plaats terwijl Kia als voormalig winnaar opnieuw een plekje in de top-3 weet te verzekeren. Hyundai zelf zakt wel van de derde naar de achtste plaats dit jaar, en ook Lexus-moederkloek Toyota moet een paar plaatsen toegeven en eindigt op nummertje zeven. Ze delen wel de titel voor meest betrouwbare individuele model met Lexus, want daar is het gelijkstand tussen de Toyota C-HR en de Lexus RX.

Kijken we naar de onderkant van de lijst, dan vinden we Land Rover net als vorig jaar op de allerlaatste plaats. De rest van de minst betrouwbare merken blijkt echter grondig gereorganiseerd, en daar komen onze Europese merken niet zo goed uit. Zo zakt Audi naar de op twee na laatste plaats, gevolgd door Mercedes-Benz die een soort vrije val maakt van het midden van de lijst naar de vijfde laatste plaats. Ook Volkswagen zakt enigszins in de lijst, maar de positie van Porsche is onrustwekkender aangezien die een jaartje geleden nog in de top-10 mochten staan. Alfa Romeo heeft dan weer geluk, want na een vierde laatste plaats vorig jaar kon er deze keer gewoon niet genoeg data verzameld worden. Volvo doet het wel beter, maar dat is ook niet zo moeilijk wetende dat ze voorheen op de derde laatste plek stonden.

Grotendeels infotainmentproblemen

Betekent dit dan dat de gloriedagen van onze Europese automobielindustrie voorbij zijn? Wel, niet noodzakelijk. Zo blijkt uit de cijfers dat het gemiddelde aantal problemen per auto gedaald is van 192 naar 186, dus de lat ligt ook weer net dat beetje hoger. Dat merk je bijvoorbeeld ook aan het resultaat van kneusje Land Rover, dat wel vooruitgang geboekt heeft ten opzichte van vorig jaar maar toch nog op de laatste plaats blijft hangen. De betrouwbaarheid van Volkswagen blijft dan weer stabiel terwijl Mini en BMW zelfs iets beter gewaardeerd worden dan een jaar eerder. Bovendien werden enkel klanten in de VS ondervraagd voor deze studie, en daar verschillen de modellen vaak ietwat van ons aanbod. Daarom kijken we ook niet te nauw naar de verontrustende positie van Ford, want het feit dat hun Amerikaanse modellen plots 61 meer problemen per 100 auto's vertonen zegt niets over jouw Fiesta of Focus.

Tot slot houdt deze studie geen rekening met de ernst van de problemen, dus een in de soep gelopen motorblok weegt even zwaar door als een probleempje met het multimediasysteem. Sterker nog: J.D. Power geeft mee dat maar liefst zes van de tien vaakst voorkomende problemen gerelateerd zijn aan infotainment. En Europese merken pakken nu eenmaal graag uit met ingewikkelde infotainmentsystemen…