'Eerder evolutie dan revolutie', het is een uitdrukking die bijna op het niveau komt van 'dezer dagen' in de journalistiek. Toch omschrijft het perfect de nieuwe generatie TT die je dezer dagen kan bezichtigen op het autosalon van Genève.

Uiterlijk valt Audi's nieuwe coupé vooral op door de grille die nog een maatje is gegroeid, scherper oogt en de vier ringen verliest. Die plakken ze tegenwoordig liever op de motorkap. Bumperpartijen werden iets anders uitgesneden, maar buiten de nieuwe knik in de zijramen is dit - qua uiterlijk - gewoonweg dezelfde wagen. Teleurstellend? Misschien wel. Maar Audi hanteert dan ook al jaar en dag de leuze: 'never change a winning team'.

Binnenin zien we echter een grotere stap voorwaarts. Zo zien we het eerder voorgestelde compleet digitale dashboard (waardoor er geen nood meer is aan een scherm in de middenconsole) en verdwijnt de, euhm, handmatige handrem voor een elektronisch exemplaar. Exit handrembochtjes dus, maar in de plaats krijg je een veel cleaner interieur.

Waar het echt toe doet is onderhuids. De TT staat namelijk voor het eerst op het MQB-platform. Een platform dat al bewezen heeft dat het overweg kan met meer performante wagens en zorgt voor een stevig rijgevoel. We denken dan aan de Audi S3, Volkswagen Golf GTI en de Skoda Octavia RS. Onder de TT zou het dus garant moeten staan voor heerlijk hoekplezier. Al hopen we dat het overweg kan met de hoge poweroutput van pakweg de TT RS.

Al is het nog eventjes wachten voor we de über-TT in de showroom kunnen verwachten.