Het Europees Parlement heeft de knoop doorgehakt: over 12 jaar moet de CO2-uitstoot van het Europese wagenpark met 40 procent gezakt zijn. Het oorspronkelijke voorstel lag op 45 procent, maar de Europese Commissie had eerder een reductie van slechts 30 procent voorgesteld. De ACEA, de vereniging van Europese autoconstructeurs, staat uiteraard op haar achterpoten en roept dat deze doelstelling niet haalbaar zijn. Dat doet deze vereniging elke keer wanneer Europa nieuwe uitstootregels wil vastleggen. Toch is de situatie deze keer anders: vroeger was de EU niet ongevoelig voor kritiek van de ACEA. Vandaag ontploft dit protest in het gezicht van de constructeurs: “De autosector investeert meer geld in sjoemelsoftware en anticampagnes dan in modernisering. En ondertussen evolueert de rest van de wereld razendsnel en zijn de Europese autobouwers dinosaurussen aan het worden”, zo klinkt het bij de EU.

Duitsland dieselland

Wat het voor de sector extra pijnlijk maakt, is dat de Europese autobouwers tot voor kort al hun geld hadden ingezet op dieselmotoren om de CO2-doelstellingen te halen. Maar omdat bijna elke constructeur van het Oude Continent ondertussen is betrapt met zijn vingers in de Dieselgate-vetpot, verklaren steeds meer lidstaten en steden de oorlog aan dieselwagens, waardoor de verkoopcijfers daarvan afnemen. Let wel: het voorstel van het Europees Parlement moet nog worden goedgekeurd door de Commissie en de Europese Raad. Ga er maar van uit dat Duitsland, waar 800.000 mensen in de autosector werken, zwaar in het verweer zal gaan.