Op 7 maart zou het eindelijk definitief zijn: dan moesten de ministers van de Raad van de Europese Unie hun krabbel zetten onder het plan om de verbrandingsmotor uit de showrooms te bannen met ingang van 2035. Dat wetsvoorstel werd eerder al goedgekeurd door de Europese Commissie en het Europees Parlement, dus het instemmen van de Raad leek maar een formaliteit… Al krijgt één van zijn belangrijkste leden op het laatste nippertje toch nog twijfels.

Gevolgen voor auto-industrie

Autogigant Duitsland dreigt zich namelijk terug te trekken uit de stemming. Een aantal van de politieke partijen van dat land maakt zich zorgen over de regelgeving voor e-fuels of synthetische brandstoffen. Dat zijn brandstoffen die gewonnen worden door CO2 uit onze atmosfeer te trekken, en vooral — je raadt het al — Duitse constructeurs zoals Porsche zetten in op die ontwikkeling. Hoewel het momenteel nog flink wat meer energie kost om een litertje e-fuel te brouwen dan om pakweg wat benzine uit de grond te trekken, zijn synthetische brandstoffen dus wel zo goed als klimaatneutraal… En voor nieuwe auto’s die op dergelijke brandstoffen rijden na 2035, laat het huidige voorstel volgens de dwarsliggers niet genoeg ruimte.

Dat is trouwens niet Duitslands enige reden om te twijfelen. Zo maken heel wat partijen zich ook zorgen over de gevolgen die een verbod op verbrandingsmotoren zou hebben op de geliefde auto-industrie van het land, en die zorgen werden pas nog bekrachtigd werd door de aankondiging dat Ford een groot deel van zijn Duitse werknemers gaat ontslaan. Het is dus afwachten of enkel een toegeving op vlak van e-fuels voldoende zal zijn om de twijfelaars binnen de Duitse rangen te overtuigen… En laat Duitsland nu net één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Raad zijn, waar minstens 15 lidstaten die minstens 65% van de Europese bevolking vertegenwoordigen het eens moeten raken.