Da’s een straffe prestatie voor een opkomende grootmacht met bijna 1,4 miljard inwoners. Door de grote kloof tussen arm en rijk hebben natuurlijk niet al die inwoners een auto, maar toch wordt er geschat dat er zo’n 22 miljoen auto’s in het Aziatische land rondrijden. Om een voorbeeld te geven: Maruti Suzuki India, verantwoordelijk voor zowat de helft van de auto’s op de Indiase wegen, verkocht afgelopen jaar meer dan 120.000 auto’s per maand.

De coronacrisis zorgde in India voor een veel striktere lockdown dan bij ons. Het resultaat is dan ook dat de autoverkoop in het Aziatische land abrupt tot stilstand kwam. Maruti Suzuki India verkocht geen enkele auto, Mahindra & Mahindra evenmin. Ook Hyundai Motors India kon in eigen land geen auto aan de man brengen. Door de lockdown verliezen lokale autoconstructeurs 23 miljard roepie (306 miljoen dollar) per dag. De sector vraagt de Indiase overheid dan ook om hulp.

“Er is een eerste keer voor alles”, zegt Maruti-voorzitter R.C. Bhargava. “We weten niet wat er in mei gaat gebeuren. Het is onmogelijk te voorspellen of we de productie terug kunnen opstarten”. Bhargava verwacht wel een piek na de lockdown: “Klanten beschouwen een auto als een veiligere manier om zich te verplaatsen dan het openbaar vervoer. Ze zullen dus sneller geneigd zijn om een auto te kopen dan voor de crisis”.