Meer dan een auto op vier (28 procent) werd tijdens de lockdown de afgelopen twee maanden nog maar sporadisch gebruikt. Bijna een auto op tien (7 procent) werd zelfs helemaal niet gebruikt. Dat leerde VAB na een rondvraag bij meer dan 10.000 automobilisten. Nu de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan worden versoepeld en mensen hun auto opnieuw vaker gaan gebruiken, zal dat onder meer problemen opleveren met de autobatterij, zo verwacht VAB.

Eerder ontladen

Om volledig opgeladen te zijn, moet een autobatterij bij voorkeur minstens 30 kilometer tegen een constante snelheid in de wielen hebben, bijvoorbeeld na een snelwegrit. Maar zelfs bij mensen die voor de versoepeling nog aan het werk waren, bleek amper 8 procent een rit van meer dan 30 kilometer gereden te hebben. Een chauffeur op drie (66 procent) reed zelfs ritten van minder dan 5 kilometer. Nefast voor de batterij, aldus VAB, “omdat dan de batterij eerder ontladen wordt dan opgeladen.”

Ook roetfilters zullen voor problemen zorgen, denkt VAB. “De regeneratie wordt pas begonnen als er een verschildruk gemeten wordt voor en na de filter, die erop wijst dat de filter verzadigd is”, aldus de mobiliteitsorganisatie. “Bovendien moet de motor op bedrijfstemperatuur zijn en wordt de temperatuur in de uitlaat nog verhoogd tot 500 à 600 °C tijdens de regeneratie.” De motor op bedrijfstemperatuur krijgen, duurt zo’n 10 kilometer. Het regeneratieproces helemaal afwerken, duurt ook zo’n 10 kilometer.

Lichtjes op dashboard

Maar als de regeneratie pas op het einde van een rit begint en de auto daarna alleen nog korte ritten rijdt, kan dat problemen veroorzaken. VAB zegt dat amper een dieselrijder op vijf voor de versoepeling van de maatregelen een rit van meer dan 20 kilometer maakte. De mobiliteitsorganisatie raadt aan om de lichtjes op het dashboard goed in de gaten te houden. Als het roetfilterlichtje blijft branden, ga je daarom beter zo snel mogelijk naar de garage.