Afgelopen september werden er in Europa bijna 1,3 miljoen nieuwe auto’s ingeschreven. Dat is amper 1,2 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar, maar de verhoudingen van de verschillende brandstoftypes zijn grondig door elkaar geschud, zegt studiebureau Jato Dynamics.

Vorige maand werden er immers 327.800 geëlektrificeerde voertuigen ingeschreven, een toename van maar liefst 139 procent ten opzichte van september 2019. Geëlektrificeerde voertuigen maakten vorige maand 25,3 procent van het aantal nieuwe inschrijvingen uit. Het marktaandeel van dieselauto’s haalde vorige maand dan weer een laagterecord, met 24,8 procent van de nieuwe inschrijvingen. Nog geen tien jaar geleden was de helft van het aantal nieuwe inschrijvingen een diesel, terwijl geëlektrificeerde voertuigen amper 1 procent van de registraties van nieuwe auto’s vormden.

De plaats van de mild hybrid

Een opmerkelijke vaststelling, die evenwel een kleine nuance verdient. Constructeurs hebben hun aanbod aan hybride en elektrische voertuigen het afgelopen jaar stevig uitgebreid, onder meer door sterke druk van Europa. Dat erkent ook Jato: “De oorzaak van die shift ligt vooral bij beleidsmaatregelen en overheidsincentives”. Maar het studiebureau telt ook milde hybrides mee als geëlektrificeerde voertuigen, naast volledig elektrische auto’s, plug-inhybrides en “full hybrids”. Dat kan een vertekend beeld opleveren.

Milde hybrides zijn immers gelijk aan klassieke auto’s op benzine en diesel, weliswaar met een kleine batterij voor elektriciteit die de auto zelf genereert om de verbrandingsmotor bij te staan. Op die manier kunnen ze verbruik en uitstoot een fractie drukken. Heel wat merken hebben hun klassieke verbrandingsmotoren het laatste jaar uitgerust met dergelijke milde hybride technologie.

Het verklaart misschien waarom milde hybrides samen met plug-inhybrides en klassieke hybrides afgelopen maand 53 procent van het aantal inschrijvingen van geëlektrificeerde voertuigen uitmaakten, een toename van 124 procent ten opzichte van september 2019. Daardoor blijft de vraag of het studiebureau ze echt kan meetellen als “geëlektrificeerde voertuigen” of toch moet onderbrengen als benzine of diesel.