Vroeger stonden de Koreanen bekend om hun oersaaie designs. Dat is sinds het aannemen van Europese ontwerpers verleden tijd. Dankzij de Sportage, de Venga, de Sorento en de Optima(bij ons nog niet leverbaar) is het, voor liefhebbers van mooie lijnen, tegenwoordig uitkijken naar een nieuwe Kia.
Ook de Rio past perfect in het nieuwe designplaatje. Zowel vanvoor als achteraan ziet hij er best stoer uit. Hij lijkt ook een stuk groter dan hij werkelijk is. De meeste schatten hem in als de concurrent van een Volkswagen Golf, maar met zijn 4,04 meter is het wel degelijk een concurrent voor de Polo.

Binnenin zien we een redelijk sober interieur. Wat wel meteen opvalt zijn de tuimelshakelkaars onder het navigatiesysteem. Ze geven een leuke en hoogwaardige indruk, maar zelfs met de kleine benen van ondergetekende kom je al snel met je rechterknie tegen het aluminium. Verder is de Rio ergonomisch dik voor mekaar, de kokerklokken zijn makkelijk afleesbaar en alle knoppen zitten binnen handbereik. Op vlak van ruimte valt er ook niet te klagen. Grote mensen vinden makkelijk plaats vooraan en de koffer is, met minstens 288 liter, bij de beteren van zijn klasse. Met de achterste zetels naar beneden, kan je desgewenst 923 liter te voorschijn toveren.

Wij reden met de kleinste benzine in het gamma. Deze atmosferische 1200 brengt een respectabele 85 pk en 121 Nm voort. Daarmee sprint de 1004 kg zware Rio in 13,1 seconden naar 100 km/u en houdt hij het voor bekeken bij 172 km/u. Het kleine vierpittertje is net vlot genoeg voor dagelijks verkeer, maar verwacht geen stadsbommetje. De 1.2 is namelijk niet zo’n fan van hoge toeren. Om zijn gemiddelde CO2 uitstoot van amper 109 gram/km te bereiken, lijkt het alsof ze de benzinemotor hebben afgesteld als een diesel. Dat rijdt lekker rustig, maar even snel er vandoor gaan zit er niet in. Een bijkomende factor dat dit motortje tegenhoud is de koppelingspedaal. Die hadden we na de testweek nog altijd niet onder de knie, en dat is ons nog niet overkomen. Het verbruik is dan weer beter voor elkaar. De opgegeven 4,8 l/100 km haalden we niet, we haalden exact één litertje per 100 kilometer meer.

Door zijn kleine wielbasis is het voor een b-segment wagen moeilijk om een juiste balans te vinden tussen rijdynamiek en comfort. Kia heeft dit wél mooi voor elkaar gekregen en komt zo in een select clubje van a.o. de Volkswagen Polo, Ford Fiësta en Renault Clio. De sturing is dan weer een beetje gevoelloos, maar verder heb je geen klagen. Alleen jammer dat het 1.2tje zo hoorbaar is tegen 120 km/u. De diesels hebben daar minder last van, dus wie veel snelwegkilometers doet weet wat te kiezen.

De Rio begint vanaf € 13.690. Dan heb je de door ons geteste 1.2 benzine. Voor de 109 pk sterke 1.4 benzine leg je precies 1000 euro meer op tafel. Dieselen kan met de 75 pk sterke 1.1 CRDI vanaf € 15.490, maar moest het ons geld zijn zouden we doorsparen voor de krachtigere 1.4 CRDI die we reeds testte in de Kia Venga. Voor dit vlot dieseltje leg je wederom 1000 op ten opzichte van de 1.1 CRDI.

Met de Rio heeft Kia in het B-segment hetzelfde gedaan als met de Picanto in het A-segment. Van een saai koreaantje is geen spraken meer, en de Rio kan nu gerust mee aan de top van het segment. Er is zeker nog ruimte voor vebetering met het gevoelloos sturen en koppelen, maar de moeilijke balans tussen comfort en rijdynamiek zijn dan weer goed voor elkaar. Wagentjes als deze laten ons verlangen met wat Kia in de andere segmenten op de proppen gaat komen, en daarmee is de Rio nu al geslaagd.