Anno 2023 zijn er zoveel SUV’s op de markt, dat ze stilaan de standaard aan het worden zijn. Zo waagden zelfs een aantal modellen die voorheen niét hoogpotig waren al de overstap naar een crossovervorm, kijk maar naar de nieuwe Citroën C3 of de Renault Scénic. In zo’n gezelschap is het dus misschien niet meer nodig om je SUV’s te gaan onderscheiden met een specifieke naam, of dat moeten ze toch bij DS gedacht hebben. Daar verliest de DS 3 net als de DS 7 zijn ‘Crossback’-suffix, maar dat is niet het enige dat de facelift aanpakt.

Klein vanbuiten, premium vanbinnen

Ook op het oog valt de DS 3 makkelijk te onderscheiden van een oude DS 3 Crossback, te beginnen met het frontje. Dat laat het enigszins chaotische design van weleer ietwat los in functie van meer minimalisme, al zouden we het eindresultaat met zijn zeshoekige grille en raar ingesneden koplampen nog steeds geen grote knapperd durven noemen. Voor de rest van de auto durven we dat echter wel. Die eigenwijze haaienvin in de schouderlijn maakt de DS in zijaanzicht namelijk nog steeds één van de herkenbaarste modellen in het anders vaak modale B-SUV-segment. Achteraan werd alles dan weer wat strakgetrokken, waarbij de oude ‘Crossback’-vermelding tussen de lichtunits vervangen werd door de merknaam.

Vind je die buitenkant al chic, wacht dan maar tot je in het interieur van deze DS 3 gaat kijken. Daar word je namelijk overdonderd door de diamantpatroontjes, net zoals dat in pakweg een duurdere DS 9 het geval was geweest. Ook qua afwerking moet deze compacte crossover daar eigenlijk weinig voor onderdoen, want je kan hem krijgen met een gek soort verguld leer dat aan elkaar genaaid wordt door heuse Point Perle-stiksels. Bovendien zit alles opmerkelijk stevig in elkaar voor dit segment, al merk je aan een aantal zaken wel dat de DS 3 een paar jaar meegaat. Zo reageren de aanraakgevoelige knoppen op het dashboard niet altijd zo direct, terwijl het head-updisplay geprojecteerd wordt op zo’n uitklappend glasplaatje… Maar goed: je hebt dan wel een head-updisplay.

Grotere accu én lager verbruik

De belangrijkste wijziging sinds de facelift schuilt ongetwijfeld onderhuids, want daar ging de complete elektrische aandrijflijn van de DS 3 E-Tense op de schop. Weg zijn dus de 136 pk sterke elektromotor én de 50 kWh-accu van voorheen. In de plaats daarvan zit er een krachtbron met 156 pk op de vooras die zijn stroom haalt uit een accu van 54 kWh. Die accu laat zich laden tot snelheden van 100 kW en klinken die cijfers je allemaal bekend in de oren, dan is dat geen toeval. Dit is namelijk precies dezelfde aandrijflijn als die van European Car of the Year Jeep Avenger, die zijn platform niet alleen met deze DS maar ook met pakweg de Peugeot e-2008 en Opel Mokka Electric deelt.

Die nieuwe elektromotor is niet alleen sterker maar ook een stukje efficiënter dan het oude exemplaar, en dat snap je meteen wanneer je het rijbereik vergelijkt. Zo schopt de DS 3 E-Tense het op papier tot 404 kilometer terwijl de ‘Crossback’ het vroeger hield op 341 kilometer, dus dat kan niet alleen aan die 4 extra kWh’tjes liggen. In ideale omstandigheden moet de DS dus genoegen nemen met amper 15,4 kWh/100 km maar aangezien wij er best veel snelwegkilometers mee reden, haalden we dat cijfer niet helemaal. Toch konden we amper klagen met een gemiddelde van 16,8 kWh/100 km, wat ons een realistisch rijbereik van een dikke 300 kilometer opleverde.

Comfortabel maar claustrofobisch

Die kilometers leg je ook af in best veel comfort, want de DS 3 is gebalanceerd geveerd voor een elektrische auto. Die zijn namelijk doorgaans wat zwaarder dan hun soortgenoten op verbranding maar in dit geval valt het gewicht van 1,6 ton duidelijk nog goed in bedwang te houden. Doordat de DS 3 echter wat losser op zijn pootjes staat, is er van sportiviteit weinig sprake. Dat verwacht je ook niet echt van een DS, dus je geniet gewoon in alle rust van de fluisterstille aandrijflijn. Die reageert trouwens soepel en voorspelbaar op het gaspedaal, en ook de B-modus met sterkere remregeneratie laat zich intuïtief gebruiken.

Voorlopig lijkt dit dus een mooier afgewerkte, comfortabelere variant van de Jeep Avenger met een net zo zuinige aandrijflijn, dus waarom is deze DS dan niet Auto van het Jaar geworden? Wel, de Jeep Avenger heeft een streepje voor qua binnenruimte. Zo is de koffer van de DS 3 niet alleen iets kleiner met zijn 350 liter, maar voelt de auto ook als inzittende een stukje compacter aan. Die knappe haaienvin in de flank neemt bijvoorbeeld niet zozeer het zicht van de bestuurder weg, maar zorgt wel voor een claustrofobische ervaring achterin. Nu goed, voor een auto in het B-segment is het eigenlijk allemaal best wel in orde.

Premiumprijs

Zijn beperktere binnenruimte is echter niet de enige reden waarom je meer Jeeps Avenger zal gaan zien dan DS’en 3. Je had het misschien al kunnen raden op basis van de afwerking van deze Fransman, maar hij kost ook een stukje meer. Zo betaal je minstens 41.650 euro voor de DS, wat toch een dikke 3.000 euro meer is dan een basis-Avenger moet kosten. Daarnaast maakt hem dat ook ruim 2.000 euro duurder dan een Peugeot e-2008, zo’n 1.500 euro duurder dan een Opel Mokka Electric en zelfs de volle 5.500 duurder dan de nieuwe Fiat 600e op dezelfde basis… Kortom: de DS is veruit de duurste van de hele familie.

Dat ligt er echter deels aan dat de basis-DS 3 E-Tense meteen een ‘Performance Line’ is. Die pakt naast wat sportieve accenten ook uit met een een interieur uit kunstleer en alcantara, 17-inchvelgen en getinte ruiten en dat zijn zaken waarvoor je bij de andere merken moet bijleggen. Heb je dat daarentegen allemaal niet nodig, dan kom je onvermijdelijk elders uit.

Conclusie

De DS 3 E-Tense is een vreemd, Frans eendje in het B-segment. Zo is hij allesbehalve de enige elektrische SUV in dat segment, maar is hij wel de enige die de premiumkaart zo sterk speelt. Dat laatste maakt hem prijstechnisch minder interessant dan een aantal van zijn platformgenoten, waaronder European Car of the Year Jeep Avenger. Vergis je echter niet: vooral met deze nieuwe aandrijflijn onder de kap is de DS 3 E-Tense uitgegroeid tot een verrassend competente EV.