’De Abarth 500 voorbijsteken’, dat voegde Opel er aan toe toen we voor het eerst over een hetere Adam hoorde. Nu de Adam S op de markt is, wordt het tijd om te zien of Opel haar uitspraak nakomt.
We spreken dik twee jaar geleden wanneer we uit de monden van Opel wisten te ontfutselen dat er een potentere Adam op de baan zou komen. Tijdens de voorstelling in Antwerpen nota bene. De term ‘OPC’ vloog daarbij lustig over het internet rond, toch werd het geen karretje die de badge ‘Opel Performance Center’ draagt, wel gewoon de Adam S. Met de S van Sport en Snel. Of is het de S van Saai?
Italiaanse concurrentie
Om daar een oordeel over te vellen halen we er een oude bekende bij, namelijk de Abarth 595 Competizione. Die kwam al eerder voorbij op Autofans en kreeg toen het oordeel: Het foute jeugdlief van vroeger waar je zeemzoete herinneringen aan hebt.
Zet hem naast de Adam S en je begrijpt meteen wat we bedoelen. Bij Abarth draait het namelijk allemaal rond felle accentkleuren, uit de kleuten gewassen bumpers en een gezonde dosis einddempers. Waarmee het vrouwelijke koekendoosje zichzelf omkleedt tot lustobject.
Dat kan je moeilijk over de Duitser zeggen, want bij de Adam S merk je eigenlijk weinig verschillen op met de Adam Slam (de sportiefste visuele uitvoering van de reguliere Adam). Oké, er hangt een stoerder spoilertje op het dak en de velgen herbergen grotere remschijven die rechtstreeks van de Corsa OPC komen, maar het schattigheidsgehalte van de Adam blijft overeind staan.
Zelfs achteraan deed Opel niet de moeite om breed uitlaatgeweld te hangen. Om maar te zeggen dat visueel de ‘S’ van saai misschien van toepassing is…
Plastiek of nog wat plastiek?
In het interieur trekt die lijn zich wat door. Waar de Abarth een turbometer krijgt aangemeten waarin in het feloranje ’SPORT’ prijkt, krijg je in de Adam S net wat S-insignes her en der. Desalniettemin straalt de Duitser tig malen betere kwaliteit uit. Want zo’n Fiat 500 is in wezen eigenlijk een hoop samen gesmeten plastic vanbinnen. Kleedt dat aan met wat lederen accenten en het blijft een hoop plastic.
Dat kan je niet over de Adam S zeggen, de afwerking is vlekkeloos en alle materialen voelen kwalitatiever aan. Wat braafjes? Misschien wel, maar voor Duits goed ziet er best zwierig uit.
Qua infotainment-technologie neemt de Adam S trouwens ook een kleine voorsprong. De tellerpartij mag in tegenstelling tot dat van de Abarth niet digitaal zijn, het aanraakscherm op de middenconsole herbergt weer wel een resem aan mogelijkheden. Sluit er je smartphone op aan en je kan genieten van een brederwaaier aan applicaties. En dan zijn we nog niet begonnen over het grootste trucje van de Adam S...
Erop of erin?
Kruip in een Abarth en je zit te hoog, te ver van het stuur en ietwat verkrampt. Dat komt door het ontbreken van een in de diepte verstelbaar stuurwiel en stoeltjes die kampen met laagtevrees. Vlei je achterste in de Adam S en je zit als gegoten. Laag, dicht op het stuur en stevig omhelsd door Recaro-meubilair. Het zorgt er voor dat je veel meer verbonden bent met het geheel. Terwijl je in een Abarth soms het gevoel hebt van bovenaf wat toe te kijken.
Dat zorgt er alvast voor dat je - voor je überhaupt de sleutel hebt omgedraaid - meer vertrouwen hebt in de Adam S. Spijtig genoeg zijn de stoeltjes niet helemaal de perfectie. Die van de Abarth zitten dan misschien wel als beton, die van de Adam S hebben een gekke streep verticaal lopen over het midden van de hoofdsteun. Daardoor valt je hoofd altijd naar links of rechts. Het voordeel ervan? Het is ons een raadsel.
Niet van weg te geraken
Motorisch doen beide rakkers beroep op turbogevoede viercilinders met een longinhoud van 1.4 liter. In het geval van de Adam S is dat blok goed voor 150 pk en 220 Nm. De 595 Competizione puurt 160 pk en 230 Nm uit zijn 1.4 T-Jet. Daarmee lijkt de Italiaan op papier het voordeel te hebben en draaien we de pagina om, dan wordt dat nog wat duidelijk. Een sprintje naar de honderd doet de Adam S in 8,5 seconden, de 595 Competizione heeft maar 7,4 seconden nodig.
De realiteit ligt echter een heel stuk dichter bij elkaar. Enerzijds door het ontbreken van vlakke en plakkerige circuitasfalt op onze Belgische wegen, anderzijds misschien wel door het overschatten van de Italianen. Zet beide rakkers namelijk naast elkaar en geen van beide rijdt de andere er af rechtdoor. Nu ja, afhankelijk van de chauffeurskunsten natuurlijk, want bij beide jongens moet je zelf in de pot roeren. Bij de Abarth krijg je vijf versnellingen om door te malen, de Adam S doet het met zes stuks.
Gelijke wapens, verschillende lopen
Rechtdoor vlammen is uiteraard niet de natuurlijke habitat van de twee kleintjes. Die habitat vind je eerder op bochtige wegen. Eerlijk? Beide wagens zullen je er hopen lol brengen, maar op een compleet verschillende manier. Want hebben we het over een puur precisiewapen, dan schiet de Adam S de 595 Competizione vanop een afstand van 35 kilometer door een rietje van de baan. Wat. Een. Machine. Het chassis voelt ongelooflijk strak aan, de ophanging wekt geen greintje body roll op en met het kordate stuurgevoel hoek je de Adam S rond de strafste bochten om.
Na een intense rit begin je je zelfs af te vragen of dit wel een turbomotor is in het vooronder. Opel heeft magie verwerkt in dat 1.4-blokje. Een verademing na de motoren die het merk jarenlang produceerde. Nog straffer wordt het als je bekijkt wat voor schoeisel onder de Adam S ligt. Het meet dan wel 215/45 R17 rondom, de banden zijn gewoon EcoContact's van Continental. Toch is er grip, grip en nog een dot grip aanwezig op de voortrein. Je zou het hem niet geven, maar de kleinste Opel heeft serieus wat sportiviteit in zich zitten.
De Abarth 595 Competizione vertelt zijn verhaal iets anders. Het gebrek aan scherpte en de eigenlijk afschuwelijke zithouding maakt de Italiaan goed door brullend doorheen het landschap te laveren. Met de nodige plofjes in de uitlaat en de nodige smijters bij de strakste bochten. Het elektronische differentieel vooraan (TCT genaamd) heeft daarbij soms moeite om de P Zero Nero's van Pirelli met maatje 205/40 2F17 in het gareel te houden. Hij moet het van zijn charme hebben, want op circuit laat de Adam S de 595 Competizione voor dood achter, daar zijn we zeker van.
Duur segment
Buiten dat sportief voordeel, haal je ook nog een financieel voordeel uit de Adam S. De beginprijs ligt op 18.995 euro, onze variant klokte - met alle spullen zoals Recaro's en een karrenvracht aan accenten - af op zo'n 22.113 euro. Bij Abarth moet je met minstens 24.790 euro over de boeg komen voor een 595 Competizione. De deelnemer van dit duel kostte een stevige 26.290 euro. Met zijn uiterlijk vertoon toont de 595 misschien wel aan dat 'ie meer mag kosten, maar dik 25.000 euro (een miljoen Belgische frank) voor een wagen met de afmeting van de gemiddelde mannenschoen, het is er misschien iets over.
Conclusie
Laat Duitsers een 'Abarth maken en je krijgt de Opel Adam S; Stukken scherper, sneller en preciezer. Missie geslaagd voor de Duitse garde, want buiten het emotioneel vlak (lees: looks en kabaal) is de Adam S superieur over de 595 Competizione. Daar mag je trouwens niet rouwig om zijn, want de Italianen broeden al op een 180 pk sterke Abarth. Waarmee de concurrentiestrijd tussen beide merken uit de startblokken schiet.
Ajouter un commentaire
Vous devez être connectés pour poster un commentaire.
Se connecter