Steeds meer merken willen tegen 2030 alleen nog elektrisch door het leven, maar de Franse Renault-groep hoort daar voorlopig niet bij. Dat betekent niet dat de Fransen geen elektrische ambitie hebben, integendeel: in 2030 moet 90 procent van de modellen binnen de groep volledig elektrisch zijn, maar de komende jaren mikt Renault vooral op betaalbaarheid.

Eigen productie

Dat hoopt het vanaf 2022 te doen door een samenwerking met de Franse start-up Verkor, om een lokaal geproduceerde krachtige batterij te ontwikkelen. Vanaf 2024 moet daar een heuse “gigafactory” bijkomen, in het Noord-Franse Douai. Twee laar later wil ook Verkor een gigafabriek bouwen voor krachtige batterijen.

Door niet alleen de batterijontwikkeling en –productie maar ook de rest van de elektrische aandrijflijn zoveel mogelijk binnenshuis te ontwikkelen en produceren, wil Renault de kost van een elektrische auto flink drukken. Ook platforms worden gretig gedeeld: zo zal het CMF-EV-platform van de Nissan Ariya gebruikt worden voor de nieuwe generatie Mégane. Dat wordt een van de tien elektrische modellen die de Renault-groep tegen 2025 wil lanceren, waarvan er zeven voor het merk Renault zelf zijn.

Betaalbaar platform

Andere modellen zijn onder meer de Renault 5 en de 4ever. De 5 kondigden de Fransen onlangs aan, en zal het CMF-B EV-platform gebruiken. De kosten voor dat platform zouden volgens Renault tot 33 procent lager moeten liggen dan de huidige Zoé, waardoor de elektrische Renault 5 betaalbaar moet worden. Op hetzelfde platform kondigt Renault nu ook de “4ever” aan, een model dat een moderne elektrische crossoverinterpretatie lijkt te worden van de Renault 4. En jawel, ook dat moet een betaalbare EV worden.