Aston Martin heeft woelige tijden achter zich maar heeft haar zaken op orde gebracht. Waardoor de dertien jaar in productie geweest zijnde DB9 aflossing heeft. Om de sprong van het merk extra in de verf te zetten gaat het niet over de DB10, wel over de DB11. Want Britten blijven nu eenmaal wat eigenzinnig.

Maatpak met verborgen spoilers

Visueel geen complete revolutie, want net zoals zijn voorgangers blijft de DB11 een ingetogen pak dragen. Je zal dan ook geen enkel lijntje te veel vinden op de carrosserie. Meer nog, Aston Martin ging zo ver om elke aerodynamisch voordeel dat een impact zou hebben op het design zo goed mogelijk te verstoppen. Het best voorbeeld daarvan is de AeroBladeTM. Een stoere naam die AM gaf aan een systeem dat lucht binnenhaalt via discrete luchtinlaten in de C-stijl en die lucht doorheen de carrosserie blaast om te verdwijnen via gaten op de kofferklep. Onzichtbaar, maar het kleeft wel de DB11 tegen de grond.

De rest van het uiterlijk laten we jullie zelf ontdekken. Al maken de Britten nog gewag van Led-koplampen, een geaccentueerde dakboog en gesculpteerde achterlichten.

Met Mercedes-tech

Nu, dertien jaar in productie, maar visueel kon je de DB9 niet betichten van helemaal uit de maat te lopen qua styling. Het is te zeggen, uiterlijk. Want het interieur droeg echt wel zijn leeftijd. Daar maakt deze DB11 natuurlijk komaf mee. Want moderne technologie maakt z'n opwachting. Opvallend is dat die tech gedrapeerd wordt in een lijnenspel dat stukken zwieriger voor de dag komt. Weg zijn de vrij droge lijnen, het voelt zelfs wat Oosters aan. Wat er ook van zij, de DB11 pakt uit met stukken meer beenruimte voor inzittenden achteraan en ISOFIX tekent present.

Qua schermpjesplezier installeert AM een 12-duims TFT-scherm pal voor je neus en een 8-duims TFT-scherm in het midden van het dashboard. De technologie erachter werd samen ontwikkeld met Daimler AG (Mercedes zeg maar). Zo laat het infotainment zich bedienen via een draai- en aanraakknop dat recht uit de S-Klasse lijkt te komen. O ja, ook geinig: De DB11 is de eerste Aston Martin die zichzelf kan inparkeren. Dat scheelt natuurlijk wat zweetparels voor de chauffeur.

Aan de turbo

Wat Aston Martins typeerde buiten het design is uiteraard de uitlaatroffel. Die zal in de DB11 worden geproduceerd door een gloednieuwe zelfontwikkelde 5.2-liter V12 met twee turbo's. Goed voor 608 pk en 700 Nm. Die kracht wordt via de achteraan geplaatste 8-traps automaat van ZF naar de achterwielen gestuurd. Goed om de 100 te bereiken in 3,9 seconden en door te stouwen naar 322 km/u.

Onderhuids verder geen half werk. Vooraan een onafhankelijke dubbele wishbone, achteraan een multilink. Stabilisatorstangen en adaptieve dempers tekenen zowel voor als achter present. Torque Vectoring door de remmen te gebruiken en een sperdifferentieel moeten dan weer voor de nodige agiliteit zorgen. Nodig, want met een drooggewicht van 1.770 kilogram is de DB11 geen licht baasje. Eind dit jaar zullen de eerste exemplaren al richting eigenaar rollen.