Rij-impressie + video: Polestar 1 (2019)

We hebben wel even moeten wachten op deze One. Bijna dag op dag twee jaar geleden, eind 2017, vond Volvo dat zijn sportieve afdeling Polestar oud genoeg was om op eigen benen te staan. Volvo verzon trouwens meteen een eerste model voor zijn nieuwe dochtermerk. Dat kreeg na uitgebreid en ongetwijfeld duur advies van marketingconsultants de naam '1’ mee.

Image

Volvo Concept Coupé

Als die Polestar 1 je trouwens bekend voorkomt, is dat niet zo gek. Dit is namelijk de Volvo Concept Coupé uit 2013, Volvo’s stijlgids voor al zijn huidige modellen. Dat conceptmodel ging nooit als Volvo in productie, ondanks de unaniem lovende reacties. Hij gebruikte immers behoorlijk wat CFRP, of plastic dat met koolstofvezel werd versterkt, waardoor hij te duur zou worden als Volvo.

Gelukkig had Volvo in 2015 tuner Polestar overgenomen, en dat kon best wel als zelfstandig merk door het leven gaan. Meer zelfs: Polestar zou volledig elektrisch zijn. Alleen ontbrak het de Zweden in 2017 aan tijd – en wellicht ook geld – om voor het ontwerp van deze Polestar 1 van een blanco blad te vertrekken, inclusief elektrische aandrijflijn. Hybride ervaring had moederhuis Volvo op dat moment wel genoeg.

De kracht van koolstofvezel

Dat verklaart dus waarom er in deze Polestar 1 nog zoveel Volvo-invloeden zitten. Kijk bijvoorbeeld maar naar de koplampen, het radiatorrooster, de spiegels, het interieur,… Maar net omdat Polestar CFRP gebruikt, kan het wat extra doen met het design. Dat zie je dan weer aan het glazen dak en de B-stijl, of liever: het gebrek aan B-stijl. Het maakt van deze One wel een plaatje om naar te kijken.

Die koolstofvezel is echt overal terug te vinden, tot en met het chassis toe. Dat chassis heeft als basis trouwens een ingekorte versie van Volvo’s SPA-platform, waardoor deze One 4,59 meter lang is, tegenover 4,96 meter voor een Volvo S90. Het carbon levert een gewichtsbesparing op van zowat 230 kilogram.

Image

Kleine koffer, hoog gewicht

Maar het is niet helemaal een goednieuwsshow. De kortere lengte maakt van de Polestar 1 een 2+2-zitter, en het forse batterijpakket van 34 kWh maakt de koffer onbruikbaar. Die achterste zitplaatsen zijn dus in feite de echte kofferruimte van de auto. En het gewicht? Dat loopt op tot 2.350 kilogram... Weg carbon-gewichtsvoordeel dus.

Image

Op de weg

Technisch wordt het gelukkig wel weer interessant. Onder de motorkap zit een 2.0 viercilinder met 309 pk die de voorwielen aandrijft, op elk achterwiel zit een elektromotor, samen goed voor nog eens 232 pk, en dan zit er nog ergens een kleine alternator-starter van 68 pk. En het batterijpakket is dan nog eens opgesplitst in een gedeelte onder de middentunnel en een gedeelte achteraan. De gewichtsverdeling bereikt daardoor een bijna ideale 48/52-verhouding.

Het totale vermogen van deze Polestar 1? 609 pk en 1.000 Nm. 0-100 km/u duurt daardoor 4,2 seconden, maar die sensaties worden afgezwakt door het hoge gewicht en het weinig inspirerende motorgeluid. Interessanter is echter hoe de Polestar alles aan de grond krijgt. Het zwaartepunt is laag door de batterijen, en de elektromotoren op de achterwielen zorgen voor een torquevectoringeffect door de wielen net extra aan te drijven in plaats van af te remmen.

Tel daarbij nog eens de stijfheid van de carbonstructuur en de enorm efficiënte hybride aandrijflijn - Volvo spreekt over een elektrisch rijbereik van 125 kilometer, en dat doen niet veel plug-ins hem na - en deze Polestar 1 rijdt verdomd goed. O ja, en techneuten: hij staat op Öhlins-dempers die je zelf verstelt. Officieel omdat Polestar niet kon bereiken wat het wilde met adaptieve dempers, maar in de praktijk kies je wellicht één setting om daar nadien nooit meer aan te komen.

Image

Prijs

En dan komen we tot slot bij de olifant in de kamer. Deze Polestar 1 kost… 157.500 euro. Veel geld voor een hele dure Volvo of zijn geld waard? Polestar verdedigt zich door te zeggen dat de enige optie bij wijze van spreken de koetswerkkleur is en dat met 1.500 exemplaren de exclusiviteit gegarandeerd is. En je rijdt natuurlijk met het allereerste model van een nieuw merk - en eerlijk gezegd: met een steengoede plug-inhybride.

Maar voor dat budget mocht het interieur wat specialer zijn - of beter afgewerkt - en kun je al leuk gaan shoppen bij merken met een gevestigd merkimago. Als je het ons vraagt was de One misschien beter af geweest met een prijskaartje dat zo’n 50.000 euro lager lag.

Image

Conclusie

Misschien illustreert dit de paradox van de Polestar nog het best: een aantal klanten heeft zijn voorschot op de Polestar 1 teruggevraagd en geïnvesteerd in de Polestar 2. Niet alleen omdat die volledig elektrisch is, maar ongetwijfeld ook omdat die bijna 100.000 euro goedkoper is. Eigenlijk is het dus nog meer uitkijken naar de Polestar 2 dan naar deze 1.