De prijs die je ziet is niet de prijs die je betaalt; dat geldt maar al te vaak in de autosector. Vooral Duitse constructeurs hebben door de jaren heen de reputatie opgebouwd om voor de meest vanzelfsprekende uitrusting toch een meerprijs te vragen. Hoe zit het dan met de Volkswagen Golf, Europawijd nog steeds één van de absolute publieksfavorieten? Autofans zocht het voor je uit: dit moet je écht over hebben voor een beetje complete Golf.

Duits trucje

Kijk je binnen in de configurator van de Golf, dan word je er zowat overweldigd door het aanbod aan verschillende versies. Zo maakt Volkswagen een onderscheid tussen de zakelijk gerichte ‘Business-modellen’ bovenaan, de meer luxueuze ‘Business Premium’-varianten daaronder, de “Standaard modellen” die aan hun kleurtjes te zien duidelijk meer op particulieren gericht zijn en helemaal onderaan een resem sportieve versies zoals de GTI, GTD en de Golf R. Prijzen staan er niet meteen bij, maar proefondervindelijk blijkt de ‘Life’ uit het particuliere rijtje de goedkoopste te zijn.

Wat moet zo’n basis-Golfje dan kosten? 30.050 euro, lijkt het, al gooit de configurator er wel zonder vragen een geelgroene laklaag ter waarde van 880 euro overheen. Maak je dat Duitse trucje ongedaan, dan eindig je op 29.170 euro voor een donkergrijze Golf. Voor die prijs krijg je een 1.0-liter driecilindermotortje dat 110 pk naar de voorwielen stuurt langs een handgeschakelde zesbak. Er prijken dan meteen 16-inchvelgjes op de uithoeken, dus wieldoppen vind je onder geen enkele Golf terug. Bovendien krijg je binnenin standaard een digitaal bestuurdersdisplay en een infotainmentscherm van 8,5 inch groot. Tot slot wordt de auto ook voorzien van adaptieve cruise control, automatische airco, een rijstrookassistent, automatische lichten, smartphoneconnectiviteit via Apple CarPlay en Android Auto en parkeerensoren voor- en achteraan en beschikt hij meteen over een in twee delen neerklapbare achterbank. Niet slecht dus, voor een Duitser.

De ideale Golf

Wil je de auto verder naar smaak configureren, dan kan je dat ofwel via pakketten ofwel via individuele opties doen. Zelfs bij de ‘Life’-basisversie duiken daarin al relatief luxueuze zaken op zoals Park Pilot, een panoramadak of elektrisch verstelbare comfortzetels met zelfs een massagefunctie. Let er daarin wel op dat sommige opties onderling verbonden zijn, en dat met het toevoegen van één pakket of optie soms de automatische aanrekening van een aantal andere zaken gepaard gaat. Bezint dus eer ge aanvinkt!

Standaard beschikt de Golf al over een aantal snufjes die de ideale auto volgens onze Optiefans-rondvraag moet hebben. Alleen navigatie, een regensensor en een automatisch dimmende binnenspiegel moeten we nog toevoegen. Die laatste twee zitten samen in één pakket onder de noemer ‘Licht & Zichtmodule’ ter waarde van 175 euro, dus dat vinken we aan. Qua navigatie kiezen we de goedkoopste versie: het ‘Discover Media’-systeem van 735 euro. Bovendien zijn de driecilindermotor en de simpele 16-inchvelgjes niet optimaal voor de herverkoopwaarde, laat staan voor je zelfvertrouwen onderweg. Wij opteerden dus voor de meerprijs van 1.760 euro voor een competente 1.5-liter TSI-motor met 130 pk, en gaven 720 euro extra uit aan knappere 17-inchwielen. Over de carrosserie gieten we bovendien een metallicblauw tintje voor 880 euro.

De totaalprijs voor onze ideale Volkswagen Golf: 33.440 euro.

Vinden jullie deze prijs terecht? Wat zou je verder nog toevoegen aan jouw perfecte Volkswagen Golf?