Rij-impressie + video: Renault Captur (2019)

Het Franse Renault zit volop in een belangrijk modellenoffensief. Want de bestsellers van het merk werden de voorbije maanden één voor één in het nieuw gestoken. De aftrap kwam er met de vijfde generatie Clio begin dit jaar, niet veel later volgde de tweede generatie van de elektrische Zoë. Het najaar staat tenslotte in het teken van de nagelnieuwe Captur. Het crossoverbroertje van dat gezelschap. Een crossover die samen met Clio een groot deel van de jaarlijkse Renault-verkoop op zijn naam mag schrijven.

Verkoopmonster

Het is dan ook een understatement om te zeggen dat de Captur belangrijk is voor Renault. De Captur is van vitaal belang voor Renault. Niet enkel is het de best verkopende crossover in Europa, in België is er nog geen concurrent die aan de velgen van deze Captur komt qua verkoop. Om je een idee te geven: In de eerste 9 maanden van dit jaar werden er in België meer Capturs verkocht dan dat er in 2018 VW's T-Roc en Seats Arona werden verkocht... samengeteld.

Check hier onze video:

_________

Enkel de Peugeot 2008 kan qua verkoop nog een vuist maken tegen de Captur, al voelt Captur daar weinig van. Renault heeft dus een winnend recept in huis en dat recept wil het natuurlijk laten uitdoven.

90 tinten Captur

De nieuwe generatie moet dan ook de sterktes van zijn voorgangers verder zetten. Met een herkenbaar design over een nieuwe platform getrokken. Het moet dan ook gezegd: hoewel deze Captur volledig nieuw is, herken je zijn voorganger er zonder problemen in. Toch kijkt het voorsteven een stuk norser naar je toe dankzij de led-koplampen met C-signatuur. Daarnaast profiteert het design van de nieuwe fundamenten. De Captur werd namelijk maar liefst 11 centimeter langer en dat zorgt samen met de lagere daklijn dat deze Fransman langs de zijkant niet meer op stelten lijkt te staan.

Daarnaast geven we de designers ook nog een dikke duim voor de derrière. An sich is die vrij klassiek vormgegeven maar de standaard LED-achterlichten zijn pareltjes om te bekijken. Die lichten horen thuis op een Aston Martin of een Bugatti... toch geen Renault? Geven we tenslotte ook nog even mee: je kan de nieuwe Captur draperen in maar liefst 90 koetswerkkleurcombinaties. Zo kan je naast het dak voortaan ook de bodembeschermers in een andere kleur uitvoeren. Nu ja, klassiek grijs, wit of... oranje?!

Ergonomie troef

Aan de binnenzijde gaat Renault verder door 18 verschillende aankledingen aan te bieden. Al maken wij liever wat woorden vuil over de technische componenten. De Captur profiteert namelijk van de technologieën die we ook al te zien kregen in de Clio en Zoë. Met een digitale instrumentencluster pal voor de neus, een rechtopstaand infotainmentscherm trots op het dashboard en een uitmuntende ergonomie. De versies met automaat krijgen zelfs een zwevende middenconsole waaronder je nog wat spullen kwijt kan.

Het resultaat is een Captur die zich binnenin niet enkel profileert als een technologische wizkid maar ook als een ruimtekoning. Daarvoor heeft Renault een trucje in de achterbank verstopt. Die is namelijk schuifbaar over rails. Het resultaat is dat je riant veel plaats kan creëren voor passagiers... of boodschappen. Schuif je de bank helemaal voorwaarts, dan kan je maar liefst 536 liter kwijt in de koffer van deze Captur. Dat is meer dan je standaard kwijt kan in grote broer Kadjar!

Gezinswagen pur sang

Dat komt natuurlijk ook deels door de groeischeut, want 11 extra centimeters, dat is niet weinig. Aan de basis ligt het CMF-B platform, een onderstel dat Renault samen met Nissan ontwikkelde en ook dienst doet onder de Clio en Juke. Een platform dat het rijgedrag van de Captur naar een nieuw niveau moet tillen. Al wil Renault dat spannender laten klinken dan het is.

De Captur rijdt namelijk uitermate neutraal. Aangenaam comfortabel, stil en volwassen. Geen greintje sportiviteit zit in deze Captur... en daar zijn we blij om. Dit is een gezinswagen pur sang. Deels ook het succes van zijn voorganger natuurlijk. Moeten we dan toch zeuren, dan betreuren we de compacte achterruit die het zicht belemmert en de automatische handrem met verlatingsangst. Die laatste wil de Captur net iets te lang vasthouden bij vertrek. Al valt dat zonder twijfel softwarematig op te lossen.

Keuzestress

Nu goed, een auto is maar zo comfortabel als zijn motor natuurlijk. Want van een luidruchtig motorblok dat niet vooruit valt te branden krijg je alleen maar stress. Vrees niet, dat is niet het geval bij deze Captur. Daarenboven geeft Renault haar klanten opmerkelijk veel keuze op motorenvlak. De Fransen lepelen namelijk 1 driecilinder en 4 viercilinders voorin de Captur. Niet tegelijkertijd natuurlijk. De basisversie teert op een 100 pk sterke driecilinder benzine, daarboven staat een 130 pk sterke 1.3 viercilinder turbobenzine die ook gebruikt wordt door Mercedes. Lach je dan nog eens lief naar Renault, dan pompen ze het vermogen van die motor op tot 155 pk.

Al is volgens Renault benzine niet heilig. Want het voorziet ook een diesel in deze Captur. Een 1.5 viercilinder turbodiesel met 115 pk. Maar wacht, er is meer! Want volgend jaar zal Renault een plug-invariant op de markt brengen met 160 pk, een accu van 10 kWh en meer dan 40 kilometer elektrische range. Een uitvoering die zonder twijfel zowat 40% van het huidige cliënteel zal plezieren. Fleetklanten, zeg maar.

Basis is niet basis

Hoewel uitermate interessant, die plug-in, konden we die nog niet aan het tandwiel voelen. Onze eerste kennismaking met de tweede generatie Captur was in samenspel met de 130 pk sterke viercilinder turbobenzine. Een motor die past als gegoten in deze Captur. Met vlotte hernemingen en een fluisterstille werking. Op geen enkel moment heb je het gevoel dat de Captur meer vermogen nodig heeft. Of 'ie ook genoeg heeft met minder (lees: 100 pk uit de 3-cilinder)? Hoogstwaarschijnlijk wel. Waardoor je jezelf met de dertienhonderd vooral van wat meer luxe en comfort voorziet.

Dat extra toefje comfort kost je wel een stevige 3.000 euro extra. Bijna 6.000 euro als we gaan vergelijken met de instapversie van de Captur. Die start namelijk aan 17.975 euro (Life - TCe 100). Voor de TCe 130 moet je al een uitrusting hoger (Zen - TCe 130) en daarmee stijgt de prijs naar 23.075 euro. Nog wat opties? Dan spreek je al vlot over 25.000 euro. Goed nieuws echter, want zelfs de instapversie is al uitgerust met led-lichten rondom, DAB-radio, een rijstrookassistent, automatische noodrem, cruisecontrol en die ontiegelijk handige schuifbare achterbank. Dat is veel auto voor net geen 18.000 euro. Enkel een Clio Stationwagen zou het volgens ons nog beter doen... maar die maakt Renault niet meer.

Conclusie

Als de basis goed zit, dan kan je niet veel verkeerd doen. En de basis van de Captur, die zit uitermate goed. Zowel qua onderstel, uitrusting, comfort en prijs. Met riante personalisatiemogelijkheden, kakelverse technologieën en een ruime keuze aan motoren scherpt Renault die basis verder aan. De Clio stationwagen mag dan wel dood zijn, Captur is een volwaardige alternatief.