Met hoeveel trots ze ook een persbericht de wereld in sturen bij Volkswagen, we kijken er een beetje met een scheef oog naar. Want wie lang wacht met een elektrische wagen uit te brengen - en daar dan nog heel vaak over laat weten dat het voor binnenkort is - schept hoge verwachtingen. En dan is het wat gek dat de specificaties van de e-Golf niet beter zijn dan die van de grotere Tesla Model S.

De e-Golf produceert 85 kW (115 pk) en 270 Nm en verbruikt 12,7 kWh per 100 km, terwijl de e-Up het met 60 kW (82 pk) en 210 Nm moet stellen maar 11,7 kWh per 100 km verbruikt. Dat vermogen gaat niet alleen naar de motor, de wagens krijgen ook automatische klimaatregeling, standverwarming (want met een elektrische auto is dat makkelijker te verwezenlijken), voorruitverwarming en een navigatiesysteem. De LED-dagrijverlichting lijkt ons niet zoveel extra energie te vragen.

Volkswagen geeft de e-Golf verder een topsnelheid van 140 km/u en laat hem de 0-100 km/u afleggen in 10,4 seconden. De e-Up haalt 130 km/u en doet de 0-100 km/u in 12,4 seconden. De e-Up krijgt een radius van 160 km, de e-Golf raakt 190 km ver - in theorie natuurlijk.

Op zich dus geen cijfers om van achterover te vallen, al is het wel leuk dat Volkswagen erin slaagt de technologie in te bouwen in twee productiewagens zonder dat die er volledig verschillend komen uit te zien dan hun benzine- of dieselbroers. Wanneer de e-Golf en e-Up precies in productie gaan is nog niet bekend.