Rij-impressie: Dacia Duster (2013)

De Duster is altijd al een van de hoofdrolspelers geweest in het Dacia verhaal sinds de Renault overname midden jaren '90. De goedkope SUV kwam misschien wel relatief laat ten tonele in het verhaal (2010), hij kon toch maar liefst 450.000 klanten overtuigen. Een aanzienlijk aantal daarvan, 24.034 wagens, waren overtuigde Belgen. Je kan bij wijze van spreken zelfs niet meer de baan op gaan zonder een Duster te zien. Om voort te bouwen op die formule lanceerden ze in Frankfurt een facelift, de laatste van de verjongingskuur die ze voor hun modellen doorvoerden.

Stoerder voorkomen

De belangrijkste wijziging is ongetwijfeld de nieuwe grille die er een pak stoerder uitziet. Zo had de Duster er gewoonweg van in het begin moeten uitzien als je het ons vraagt. Ook de nieuwe koplampen met ingebouwde dagrijlichten helpen de Dacia aan een frissere snuit.

Image

De achterkant werd enkel gezegend met een nieuw setje achterlichten. Wat de ruige nieuwe Dacia ook doet onderscheiden van zijn voorganger zijn de dikkere dakdragers met Duster opschrift en opengewerkte steunen. Misschien wel de kleinste wijziging - maar zeker niet de minst belangrijke - is het nieuwe '4WD' opschrift dat er nu iets stijlvoller uitziet en naast het rechter-achterlicht hangt.

Opgefrist interieur

Geen ingrijpende wijzigingen aan de buitenkant dus, maar dat was ook niet echt nodig. In het interieur waaide de faceliftwind wel wat harder, want daar zien we een volledig nieuw instrumentenpaneel, een nieuwe middenconsole, nieuwe interieurkleuren en nieuwe zetelbekledingen. Zelfs in de kleinste details vonden ze altijd wel iets waar ze nog verder op konden besparen. Als voorbeeld nemen we de toerenteller. Die is dezelfde in zowel de diesel als in de benzineversies. Hopelijk krijgen dieselrijders daardoor niet de valse indruk dat hun zelfontbrander gerust tot 6.500 toeren kan gaan.

Image

De zetels zitten hard, maar comfortabel genoeg voor de dagdagelijkse ritten. Na een rit van een dikke 180 km waren we echter wel blij dat we eens recht konden staan. Het nieuwe medianav systeem werkt meer dan degelijk en qua gebruiksinterface valt er op dat vlak zeker niet te klagen. Qua ergonomie echter wel, want dat systeem is te ver naar onderen op de middenconsole geplaatst, onder de twee grote ventilatiemonden. Hierdoor is het moeilijk om tijdens het rijden vlug een blik op het navigatiesysteem te werpen, laat staan bedienen.

Oude bekenden

Qua aandrijving heb je keuze uit twee benzinemotoren. Een 1.6 benzinemotor met 77 pk en een 1.2 TCe met 125 pk. Beide wagens moeten het doen met voorwielaandrijving. Dieselaars hebben de dCi motor met 90 of 110 pk (enkel de dCi110 is beschikbaar met 4x4). De dCi 90 en 110 zijn motoren die ondertussen al enkele jaren meedraaien in de Renault groep. Deze rijden degelijk zonder verrassingen maar zijn onder de 2.000 toeren op het randje van klinisch dood.

Image

De 90 pk sterke diesel doet het met 200 Nm en zijn krachtigere broer met 40 extra. Beide motoren gaan vlot genoeg mee in het verkeer, maar sportiviteit moet je er niet van verwachten. Omdat ze daarenboven al hun kracht pas op 4.000 toeren per minuut afgeven ga je ook niet vlug de beloofde cijfers van respectievelijk 4,7 en 4,8 l/100km op de boordcomputer zien verschijnen.

De nieuwe in het gezelschap

Het meest benieuwd waren we echter naar de 1.2 TCe benzinemotor die we reeds in de Clio GrandTour reden. Daar werd deze motor genekt door een barslechte automatische versnellingsbak. Iets wat bij deze Duster gelukkig niet het geval was. Met een manuele versnellingsbak gedraagt deze kleine viercilinder zich op en top.

De 125 pk en de 200 Nm komen vrij bij respectievelijk 5.500 en 2.000 toeren per minuut. In 10,4 seconden krijg je de Duster van stilstand naar 100 km/u, maar verwacht dan wel gemoei van de ESP (die overigens standaard is). De voorwielen verloren tijdens onze testritten nogal vlug tractie, zelfs op een droog wegdek.

Image

Capabele offroader

De Duster is - ook met deze nieuwe luxueuzere versie - veel meer dan een goedkope wagen die wat hoger op zijn poten staat. De 4x4 versie is meer dan capabel offroad. In de korte eerste versnelling rijdt de ruige Roemeen zonder moeite over obstakels. In de 4WD versie beschik je over drie rijmodi: voorwiel, automatisch en lock. De eerste stuurt de kracht alleen maar naar de voorwielen (standaard), de tweede kiest automatisch de beste stand en in die laatste zorg je ervoor dat de Duster de kracht permanent (maximaal 50/50) spreid over de twee assen. Het 4x4 systeem komt van Nissan en vinden we onder andere ook terug in de X-trail.

Image

Met zo'n Duster 4x4 ga je dus niet vlug ergens vast komen te zitten, zelfs niet bij het waden door een (kleine) rivier. Let wel op dat het differentieel op de voor- en achteras niet geblokkeerd kan worden. Iets dat wel kan bij sommige andere (duurdere) off-roaders. Hierdoor zal de kracht worden gestuurd naar het wiel met de minste weerstand, met de minste tractie dus. En dat is het omgekeerde van wat je zou willen tijdens het offroaden. Het centrale differentieel blokkeren (kracht permanent verdelen tussen voor- en achteras) gaat overigens maar tot 30 km/u.

Het feit dat een Dacia Duster een Land Rover Defender met snorkel niet gaat kunnen volgen dwars door de Amazone is echt geen reden om hem te laten staan bij de dealer. Voor het huis, tuin en keuken offroaden - iets waar de meeste Belgen zich zelfs niet aan wagen - is de Duster meer dan potent.

Full-option Dusters

Een basisduster heb je als 1.6 benzine met voorwielaandrijving voor slechts € 11.990. Verwacht dan echter wel niet meer dan het minimum op comfortvlak. Zo moet je bijvoorbeeld de ramen manuaal naar beneden draaien en kan je de achterbank niet in twee delen neerklappen. De meeste Dacia kopers gaan echter voor beter uitgeruste modellen en zelfs full option specificaties. Voor de simpele reden dat zelfs die nog niet eens zo gek duur zijn.

Image

Het eerste uitrustingsniveau 'Ambiance' krijg je vanaf € 13.100 voor een 1.6 benzine. Belangrijkste uitrusting hierbij zijn de elektrische ruiten, een radio-cd-mp3 en mistkoplampen. Het 'Lauréate' niveau heb je voor € 1.100 extra. Hierbij krijg je onder andere manuele airconditioning, een boordcomputer en elektrische en verwarmde buitenspiegels.

Een 'Prestige' Duster gaat voor minimum € 17.000 euro over de toonbank voor de 1.2 TCe met 125 pk. Dan krijg je lederen zetelbekleding, een akoestische parkeerhulp achteraan en een snelheidsregelaar en begrenzer. De eerste Duster met vierwielaandrijving komen we tegen in het Lauréate uitrustingsniveau met de dCi 110. Deze kost je minimum € 18.400.

Conclusie

Ondanks enkele (ergonomische) fouten, lijkt deze nieuwe Duster goed op weg om het succes van de vorige iteratie te evenaren. Hij is inderdaad (relatief) beter en niet duurder. Wel vinden we het spijtig dat de eerste versie met vierwielaandrijving maar liefst 6.410 euro meer kost dan de basisversie. Al heeft dat kopers van de vorige generatie nooit tegengehouden.

Image

De technische specificaties hieronder zijn van de dCi 110 4x2