Rijtest: Audi RS 5 (2017)

Het grote nieuws van de Audi RS5 voor de recentste generatie is niet het vermogen van 450 pk want dat bleef ongewijzigd, wel het feit dat hij net als de RS4 Avant van een 2.9 V6 twin turbo gebruik maakt. Of dat jammer is? Ja en nee.

brutaal

Want die V6 mist wat van het brute geluid dat de V8 altijd in zijn longen had zitten. Maar de technologie staat niet stil en dus kan Audi toch nog zorgen voor een aangenaam geluid, of je dat gaspedaal nu heel diep intrapt of net niet. En wat hij kwijtspeelt aan decibels, dat wint hij aan looks. Want Audi durft de RS-modellen al eens bruter aankleden dan de S-versies. Daardoor komt het dat deze RS5 een 1,5 centimeter grotere spoorbreedte krijgt, wat hem dikker voor je neus laat staan. Maar niet alleen dat, de luchthapper is alom aanwezig in de voorpartij en zorgt voor een agressieve look van deze coupé.

Image

pijlsnel

De RS5 is een auto die zijn looks kan waarmaken. 3,9 seconden van 0 naar 100 km/u. Even terugkijken op de vorige generatie; die deed het in 4,5 seconden. Het verschil zit 'm dan ook in de Newtonmeters. Bij de nieuwe generatie zijn dat er 600, maar liefst 170 Nm meer dan bij de voorganger. Komt nog eens bij dat je ze al kan aanspreken vanaf 1.900 toeren, terwijl de V8 het volledige koppel pas op 4.000 toeren kon aanspreken. Tot zover dus de roep om de V8 weer terug te brengen. Dat 3,9 seconden erg snel is voor een coupé als dit, laat zich raden. Maar ook de hernemingen gaan bliksemsnel. Nog maar even dénken aan het gaspedaal en je snelheid flirt al met de snelheidslimiet op Vlaamse wegen. Tik het gaspedaal dan even aan en je zit op het punt dat je je rijbewijs kan kwijtspelen. En het erge is dat je het eigenlijk niet merkt, vanwege de isolatie en het stillere karakter van die V6.

Image

Maar hoe zet je die brute cijfers nu over op de weg, zonder dat je naast de weg belandt? Audi voorziet standaard een achttrapsautomaat en rust de RS5 ook uit met de quattro vierwielaandrijving. Audi Sport nam natuurlijk ook de ontwikkeling van de rijervaring voor haar rekening. Overigens zou je het onverantwoord kunnen noemen om het volle vermogen op de openbare weg in te zetten en kan je hem beter op circuit gaan gebruiken. Al lijkt het ons dan dat de remmerij niet helemaal mee kan, tenzij je voor de carbonkeramische remmen zou kiezen. Al kan het natuurlijk ook liggen aan het feit dat onze testwagen al de nodige testkilometers op de teller had en dat onze voorgangers de wagen ook niet gespaard zullen hebben.

steriel

Dat maakt de RS5 snel en betrouwbaar, maar maakt het hem ook plezierig om rijden? Als je van het steriele rijgedrag van Audi houdt wel. In deze RS5 valt het al bij al goed mee, al heb je wel altijd het gevoel dat de rijhulpmiddelen over je schouder meeloeren voor wanneer de 450 pk toch eens de wijde wereld zouden kiezen als je het niet verwacht. Je kan dat uitlokken, zeker op een natte ondergrond, al blijft het allemaal best burgerlijk strak. Wil je het wat minder strak of net wat strakker, dan moet je... bijbetalen. Want een sper op de achterwielen, de Dynamic Chassis Control, de aangepaste sportzetels, je vindt ze allemaal terug in de optielijst.

Image

Dat brengt ons dan bij de prijzen. Audi biedt de RS5 met V6 twin turbo aan voor 85.400 euro. Bij Mercedes hebben ze nochtans de AMG C 63 Coupé met 476 pk en lekkere V8 voor 81.300 euro, terwijl ze bij BMW 82.600 euro vragen voor een M4 Coupé met zescilinder, manuele bak en 431 pk, de automaat kost je daar 86.570 euro. Dat maakt dat de Audi zich middenin haar twee concurrenten nestelt. Qua prestaties zou je hem kunnen gaan parkeren naast een Porsche 911, al is het imago van beide sportwagens helemaal anders.

Image

conclusie

Het uitrangeren van de V8 was een domper op de feestvreugde bij het starten van de RS5, maar eens je de wagen in beweging brengt is die vernieuwing snel vergeten. De V6 blijkt dankzij zijn twee turbo's gewillig en het rijgedrag blijft wat we gewoon zijn van de RS-versie van deze nog altijd mooi gelijnde coupé. Maar alles heeft natuurlijk zijn prijs.