Rijtest: Mini Cooper S All4 Countryman (2010-2014)

De rijtest van de nieuwste MINI Countryman(2024) vind je hier

De sterke en vooral soepele 1.6l vier-in lijn TwinScroll Turbo benzinemotor krijgt zijn vermogen door middel van Mini’s All4-vierwielaandrijving perfect op de baan. Het is de eerste keer dat Mini deze All4-technologie als optie aanbiedt. All4 is enkel beschikbaar in combinatie met de krachtigere motoren zoals de “Cooper (S)/(D)” varianten. Mini slaat overigens geen flater met dit systeem. Er wordt gewerkt met een slimme technologie: in normale omstandigheden is de wagen eigenlijk voorwielaangedreven. Pas als de voorwielen hun kracht niet meer kwijt kunnen op de ondergrond, stuurt een elektromagnetische lamellenkoppeling het nodige koppel naar achteren. Dit systeem werkt prima en moet zeker niet onderdoen voor de vierwielaandrijvingen van de concurrentie.  In de barre weersomstandigheden waarin wij de Countryman hebben getest –veel sneeuw en ijzel- slaagde hij met glans in zijn opdracht. Standaard krijgen alle modellen ook een Start/Stop-systeem mee wat zorgt voor een lager vebruik en een CO-uitstoot tussen de 113 en 180g/km. Wil je genieten van ecokorting dan zul je voor de One D dieselvariant (90 pk, €22.200) moeten kiezen. Dat is namelijk de enige Countryman die hier aanspraak op maakt. Onze testwagen was voorzien van een handgeschakelde zesbak, maar een zestrapsautomaat is ook te verkrijgen.

Als we de Countryman vergelijken met een gewone Mini of zelfs met de grotere Mini Clubman zijn de verschillen frappant. De Countryman staat veel hoger op zijn poten en is een stuk langer. Velen noemen hem dan ook –onterecht- een “Mini met overgewicht”. Met een gewicht van 1.335 kg is hij niet de slankste, maar je dient hem te plaatsen in zijn klasse. Met een lengte van 4,1 meter, een breedte van 1.8 meter en een hoogte van 1.56 meter is deze te vergelijken met de Nissan Juke en Dacia Duster.  Daar het een speciaal vormgegeven auto is, moeten velen er toch eerst aan wennen. De voorkant lokt een aantal vreemde reactie’s uit, al compenseert het stoere achtersteven die vreemde contouren vooraan. Een eigenschap dat dit segment lijkt te karakteriseren, de Nissan Juke is op zijn minst extravagant te noemen en ook de Duster heeft een eigenwijze look. Beide wagens zijn wel goedkoper met prijzen vanaf €12.000 voor de Duster en €16.600 voor de Juke. Natuurlijk beschik je dan niet over hetzelfde flair, luxe en fungehalte dat de Mini biedt. Toch is de vraag in welke mate die meerkost te verantwoorden is?

Eenmaal plaats genomen in de Countryman is de vergelijking met de andere Mini-modellen snel gemaakt. De knopjes, de instrumenten en het dashboard zijn exact hetzelfde en voldoen aan de kwaliteit zoals we het gewend zijn bij Mini: mooi en van goede kwaliteit. Desondanks laat Mini een steek vallen op het gebied van orde en overzicht. Daar waar BMW alles ordelijk weet te plaatsen, is de middenconsole van deze Countryman op z'n minst 'drukbezet' te noemen. Ook de dakhemel is niet vrij van knopjes. Zo vinden we hier onder andere  de bediening terug van het -optionele- schuifdak en de interieurverlichting. Dit laatste is een leuke functie in elke Mini, je kan een deel van de interieurverlichting wijzigen in wel 5 kleuren. De standaard kleur bleef toch onze favoriet.

Ook het zitmeubilair is op niveau en biedt voldoende steun, al waren die op onze testwagen jammer genoeg niet elektrisch verstelbaar. Je zit goed hoog en er zijn vrijwel geen hinderlijke objecten in het interieur die je beletten de hele omgeving  rondom het voertuig in te schatten. De verwarmde buitenspiegels en voorruit hebben we hun nut bewezen tijdens de winterprik, een laagje ijs op de voorruit verdween als sneeuw voor de zon in ongeveer één minuut. De boordcomputer is sterk te vergelijken met het iDrive-systeem van BMW. Bediening gebeurt intuïtief met een kleine joystick en twee extra knopjes die niet altijd handig te bedienen zijn. Je moet vaak diep tasten om die joystick te bedienen. Het is speelser dat het iDrive van BMW maar een grotere knop in de Mini lijkt geen slecht idee. Dat wil niet zeggen dat het systeem niet intuïtief te bedienen is, want dat is het zeker wel. Leuke extra's zijn de iPhone Connected App's. Met deze applicatie kan je door middel van de standaard USB-kabel verbinding maken met je auto. Zo kan je bijvoorbeeld je tankinhoud en bereik aflezen een diagnose maken van de wagen, muziek streamen naar de radio en zelfs je Twitter account raadplegen. Heel wat meer dan een gewone boordcomputer dus.

Ook niet onbelangrijk, is de optionele driezit-achterbank. Standaard heb je twee inklapbare zetels met een metalen rail-systeem waar je diverse gadgets kan in vast klikken (bv: brillendoosje, drankhouder, iPod-houder etc.) Bij wijze van test heb ik een collega van formaat (2,10m!) laten plaatsnemen  op de bestuurderszetel. Die persoon zat comfortabel en voelde zich op zijn gemak, zelfs dan kon je nog plaatsnemen op de achterbank zonder je benen thuis te laten. Toch opmerkelijk voor een 'Mini'. De koffer is verdeeld in twee ruimten, gaande van 350l tot 450l. Met de achterbank neergeklapt heb je 1.170 liter ter beschikking.

De Countryman heeft een zeer goede indruk achtergelaten, mede door zijn opmerkelijk design heeft hij toch kunnen overtuigen, al stond ik er vooraf sceptisch tegenover. Ook de soepelheid van de motor en de strakke doch comfortabele wegligging spreken in zijn voordeel. De praktische kant blijft wat in de schaduw, al kan je dat verwachten van een Mini.

Tekst: Yannick Degroeve Foto's: Wim Vanhees & Yannick Degroeve