De enige reden voor de serieverjonging was om het familiegezicht over heel de lijn gelijk te krijgen. Afgezien van die reden was de facelift voor ons compleet overbodig, want het is niet dat de V60 er oud uit zag.

De belangrijkste wijziging van de facelift die voor het eerst op het salon van Genève te zien was is de nieuwe snuit. Deze is nu veel spitser, veel agressiever, maar is dat iets dat we echt willen op een V60? Mensen die liever die route bewandelden kozen immers voor een R-Design pakket, de anderen hielden het liever standaard subtiel.

De grille werd iets smaller en krijgt gechromeerde lamellen mee. Ook de lichten werden spitser en de LED-dagrijlichten die voorheen tussen de lichtunits en de grille stonden komen nu een heel pak naar onderen te liggen. Agressiever: ja, maar beter ...? Daar zijn we nog niet uit.

Waar we wel lof over kunnen schrijven is dat de nieuwe grille wel de radar (van de adaptieve cruise control, o.a.) beter verbergt. De achterkant van de V60 bleef ongewijzigd en is 's nachts nog steeds even herkenbaar dankzij de langwerpige lichten die langs de zijkant van het kofferdeksel naar boven lopen.

Digitale tellers

Ook binnen buiten de tellerpartij geen grote updates. In de V60 zien we nu ook de digitale tellers die we eerder al in de V40 terugvonden. Net zoals bij de kleinste Volvo hebben we hier niets dan lof voor de gemoderniseerde wijzers.

Bij de tellers kan je kiezen uit drie thema's waarbij Sport het aangenaamst is om naar te kijken. Hierbij komt de tachometer in de grote cirkel met in het midden je snelheid. In de andere standen - Eco & Elegance - is de teller een skeuomorfisme van een analoog exemplaar, en daar zijn we niet zo'n fan van.

Kan jij nog volgen?

Vroeger bood Volvo een alternatief in de wereld van viercilinders maar tegenwoordig doen ze er gewoon lekker aan mee. De nieuwe D4 is geen vijfcilinder meer maar een fonkelnieuwe 2 liter viercilinder met 181 pk, 18 meer dan voorheen.

De vijfcilinder is dus weg en vervangen door de viercilinder die niet alleen sterker is maar ook een pak zuiniger. Tot zover alles goed, maar wat doet die vijfcilinder dan nog in de catalogus? Niet alleen diegenen die vierwielaandrijving willen maar ook de leasingrijders moeten genoegen nemen met de oude, minder-sterke, vijfcilinder.

Dankzij het duidelijke, schitterend ontworpen, belastingssysteem in België moeten we de BIV op leasingwagens nog berekenen volgens het oude systeem (dat zich baseert op het aantal kilowatt) waardoor deze viercilinder maar liefst 2.478 euro extra zou kosten. Hierdoor komt de vijfcilinder een heel pak goedkoper uit in het vlootmilieu. Schrijf je de nieuwe viercilinder echter als particulier in in Vlaanderen (want in Wallonië en Brussel werken ze ook nog met het oude systeem) dan betaal je maar 41,61 euro. Kan u nog volgen? Wij ook niet meer, troost u.

Sterke cijfers

De nieuwe Drive-E verliest dus zijn Zweeds vijfcilinder-imago maar maakt dat meer dan ruimschoots goed met verbeterde prestaties. Gekoppeld aan de Geartronic automaat - van Aisin-makelij - krijgt de dubbel geblazen viercilinder je in 7,6 seconden naar 100 km/u, en dat met een normverbruik van 4,2 liter en 111 gram aan CO2. Voor bekeken houdt hij het ook pas bij 225 km/u.

Koppel je dezelfde motor aan de gewone S60 met een handgeschakelde versnellingsbak stoot je zelfs nog maar 99 g/km CO2 uit, probeer dat maar eens met een 181 pk sterke vijfcilinder.

De V60 weet de ideale weg tussen comfort en sportiviteit te vinden, een beetje zoals de Audi A4. Alhoewel hij geen schrik heeft van een bocht voelt de stationwagen zich het best thuis bij een rustige rijstijl.

Een basis V60 met de 115 pk sterke D2 motorisatie krijg je vanaf 29.640 euro, een nieuwe D4 met de Geartronic automaat vanaf 36.930 euro. Tel daar onder andere het Summum uitrustingsniveau (4.500 euro) en het navigatiesysteem (450 euro) nog bij en je komt al vlug aan 41.880 euro. Blijft toch wel iets aantrekkelijk, die V60, zelfs met zijn vernieuwde snoet.