Deze stijlvolle Alfa Romeo 164 mag er dan wel redelijk standaard uitzien, wat er onder de carrosserie schuilt is allesbehalve stock.
Het verhaal van de 164 ProCar begon in 1985 toen Alfa Romeo besloot om een 73° V10 te maken voor gebruik in de Ligier Formule 1 wagens. Turbo's werden immers verboden dus begonnen de Italianen aan de ontwikkeling van een 3,5 liter natuurlijk geaspireerde V10. De ontwikkeling van de motor begon in november 1985 en was minder dan 9 maand later al klaar. In juli '86 werd de motor voor het eerst gestart waardoor Alfa Romeo de primeur bemachtigde in de Formule 1 van een (moderne) V10 motor. Honda stelde hun tiencilinder pas een maand later voor en Renault deed daar nog eens een jaar bovenop.
Niet veel later verbrak Vittorio Ghidella - toenmalig hoofd van Fiat - echter de relatie met het Franse Ligier waardoor de motor verbannen werd naar een vergeten hoekje in de garages van Alfa Romeo. De 620pk sterke Formule 1 motor werd zo enkele jaren vergeten tot enkele geniale koppen bij Fiat weet kregen van het nieuw te vormen ProCar kampioenschap.
De ProCar Series was een kind van Bernie Ecclestone, een reeks vol met silhouette racers die ter ondersteuning van de echte Formule 1 races zouden rijden. De wagens moesten er - afgezien van de gigantische achtervleugel - nagenoeg stock uitzien maar onderhuids moesten ze voldoen aan de strengste F1 regelgeving.
Ecclestone gebruikte zijn contacten bij Alfa Romeo en Brabham om een ProCar variant van de Italiaanse sedan te maken. Zo had de strakke 164 een chassis volledig gebouwd van een aluminium-Nomex combinatie en bestond de carrosserie uit kevlar, carbon en Nomex. De volledige wagen kon zelfs in 3 aparte delen opengezet worden om tijdens het racen vlug aan onderdelen te kunnen werken.
Met een gewicht van 750 kg en een 620 pk (bij 13.300 t.p.m.) sterke 3,5l V10 was de 164 ProCar allesbehalve een doetje. Een kilometer vanuit stilstand afleggen duurde slechts een 17,5 seconden en met een topsnelheid van 340 km/u was hij zelfs sneller dan de Formule 1 wagens van die tijd. Het management was zo tevreden met de wagen dat hij zijn publiek debuut kreeg tijdens de grote prijs van Italië in Monza, 1988. Dankzij de betere Cx waarde van een sedan tegenover een open-wheel racer kon de 164 met 329 km/u over het rechte stuk van Monza rijden, een cijfer waar de McLarens en Ferrari's alleen maar van konden dromen.
Deze enkele rondes op het circuit waren ineens ook bij de laatsten, want de ProCar series was eigenlijk al ten dode opgeschreven vooraleer dat hij effectief gestart was. Buiten Alfa Romeo was er immers geen enkel ander merk dat het risico wou nemen om ook een silhouette racer te ontwikkelen. Zo werd de 164 ProCar uiteindelijk niets meer dan een rijdend laboratorium waar Alfa Romeo technologieën uithaalden voor het 1987 World Touring Car Championship dat ten onder ging aan zijn eigen succes, maar dat is een heel ander verhaal.
Reactie toevoegen
Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.
Inloggen