Rijtest

Duotest: BMW 220i Cabrio & M235i Cabrio

Wat is er beter dan een cabrio rijden? Twéé cabrio's rijden natuurlijk. We namen twee versies van BMW's kleinste dakloze mee en konden niet anders dan vaststellen dat er een heftig verschil zit tussen zo'n 20i en M35i.

'Hoe groot kan het verschil nu eigenlijk zijn tussen zo'n 220i cabrio en M235i cabrio?' We vroegen het ons af en besloten beide rakkers maar eens tegen elkaar uit te spelen. En zoals in de inleiding al aangegeven: er gaapt een hemelsbreed verschil tussen beide exemplaren. Dat merk je puur visueel al. Want waar de strafste voor een dikke diffuser, verlaagde ophanging en brede wielkasten gaat, straalt de 20i discrete elegantie uit.

Nu weten we ook wel dat je die zaken in de hand kan werken, want zo'n 20i kan je heus uitrusten met een hoop M-goodies. Al kunnen we ons inbeelden dat het doelpubliek wel vaker voor een licht kleur met lichtgekleurde houtinleg gaat. Geef ons echter toch maar de looks van de M235i. Je bent Autofan, of je bent het niet.

Brute elegantie

BMW bouwde de Cabrio op basis van de 2 Reeks Coupé, die hier ook de revue al passeerde. De open dakconstructie maakt de wagen 160 kilogram zwaarder dan de Coupé, waardoor ook het weggedrag een tikkeltje minder speels is. Daarbovenop komt dat de 220i Cabrio in onze test uitgerust is met een automatische Steptronic-versnellingsbak, waardoor hij ook iets zeemzoeter door de toeren gaat. Al luxe wat de klok slaat dus in de 20i-uitvoering, al doen het plastiekerig aandoende stuur en de weinig realistisch ogende houtinleg wat af aan de finesse die de spaakvelgen en chroomranden hem geven.

Bij de M235i is het net het rode interieur dat contrasteert met de zwarte buitenkleur dat je het gevoel geeft in een rijpe vrucht plaats te nemen. De sportzetels omvatten je lichaam en geven volledige steun als je de wagen doorheen het landschap stuurt. De aluminium inleg in deuren en dashboard zorgen er dan weer voor dat het interieur niet massief overkomt.

We stellen wel vast dat BMW stilaan mag gaan uitkijken naar een andere designrichting. Want was het dashboard bij de vorige generatie nog vertrouwd, dan is het tegenwoordig stilaan verouderd. Alles zit goed, maar je raakt er wat op uitgekeken. Ook zien we dat de ruimte achterin eerder beperkt is. Je kan iemand extra meenemen achterin, maar beperk dat tot korte ritten, want erg veel beenruimte is er nog altijd niet.

Eens het stoffen dak weggevouwen wordt in de koffer, is er ook daar alweer wat minder ruimte. Al vraagt een stoffen dak wat minder plaats dan een metalen constructie zoals bij de grotere 4 Reeks. Met open kap behoud je 280 liter bagageruimte, met de kap dicht heb je 335 liter om vol te stouwen met bagage.

Twee gezichten

De 220i oogt klassiek... en rijdt zo ook. Je kan hem in toeren jagen als je wat speelt met de versnellingsbak, al merk je dadelijk dat die laatste daar niet al teveel zin in heeft. Wil je graag iets heftiger onder je bips, dan stip je beter de Sportautomaat in de optielijst aan. Nee, de 20i laat zich liever op z'n gemak door het landschap sturen. Dat voel je ook aan de sturing van de wagen, waar de M235i lekker aan de baan plakt in de bochten, geven de banden van de 220i je het idee dat je het beter rustig aan doet. Bij de M235i kan het dan weer niet hard genoeg gaan.

Met een iets zwaardere kas dan de Coupé blijkt de M235i ook een tikkeltje trager dan die coupé. Niet dat het verschil zo groot is dat je ervan achterover valt, en het valt al helemaal niet op als we de 220i ernaast hebben staan. De M235i Cabrio trekt 0,2 s trager op van 0 naar 100 km/u dan de Coupé, al doet hij het nog altijd in 5,2 seconden. In ruil voor die milliseconden krijg je het heerlijke geluid van de zescilinder er live bij. Hadden we daarbij de plofjes al vermeld die de rijke naverbranding in de uitlaat teweeg brengt?

Dat leuke gepruttel en snel optrekken heeft ook een keerzijde. Bij de BMW 220i laat die keerzijde 8,0 l/100 km zien, de M235i tikt makkelijk de 11 l aan, tot zelfs 13 liter als je je helemaal laat gaan. Ook bij de aankoop uit zich de drang naar plezier, voor de BMW 220i leg je 36.300 euro neer, de M235i ziet zijn vanafprijs de 51.300 euro aantikken. BMW zou BMW echter niet zijn als ze daar geen extra pagina aan opties achteraangooien. Zo waren de wagens uitgerust met High Beam grootlicht-assist, hogedruk koplampreiniging, achteruitrijcamera en navigatiesysteem, of wat dacht je van een windscherm en runflatbanden?

Conclusie

Hoewel je de achterwielaangedreven BMW's nog altijd aan 'rijplezier' en 'dynamiek' koppelt, gaat de 2 Reeks Cabrio met 20i achtervoegsel uit onze test toch veeleer voor het comfort van zijn inzittenden. Als je die twee cursieve woorden toch nastreeft, dan kies je voor de bad boy uit deze test, de M235i. Al kan je beide wagens perfect samen in de garage zetten, want ze vullen elkaar mooi aan. De 220i voor de zachte ritjes in alle comfort, de M235i voor als het eens een pak bruter mag.

Image
bmw_m235i_220i_cabrio_test_autofans

Reactie toevoegen

Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.

Inloggen