Rijtest

Rij-impressie: Ford Mustang (2015)

50 jaar na de eerste generatie heeft Ford besloten om de Mustang officieel in te voeren in Europa. Tijd om de Duitse Amerikaan uit te laten op ons grondgebied.

Zes generaties zijn er intussen de revue gepasseerd en we zaten al een tijdje reikhalzend uit te kijken tot het moment dat deze recentste generatie Mustang naar Europa werd verscheept. Want nu de Dodge Challenger niet officieel meer wordt ingevoerd en de Camaro sinds het wegvallen van Chevrolet in Europa een schaduwbestaan leidt, lag de markt voor de pony cars in Europa weer open.

Choose your Mustang

Ford biedt de Mustang in Europa in twee maal twee maal twee versies aan. Zowel de fastback als de convertible worden in de showroom geplaatst en bij beide krijg je de keuze tussen de 2.3 EcoBoost viercilinder of de 5.0 V8; de V6, die steekt de grote plas niet over. Daarnaast kan je beide motorisaties koppelen aan een manuele dan wel een automatische zesbak.

De 5.0 V8 wordt in Europa standaard als 'GT' aangeboden. Dat wil zeggen dat hij verschilt van zijn kleinere broer in het aangepaste radiatorrooster en de gepolijste uitlaateindstukken. Maar dat is alleen het visuele, want de Mustang GT met automaat wordt ook voorzien van een setje stevige Brembo remmen met zes zuigers. De manuele versie krijgt dan weer een Launch Control, terwijl beide versies een achterophanging met schroefveren en stabilisatorstang krijgt.

Knipogen naar het verleden doet de Mustang echter ook nog. Met de koplampen die dezelfde drie streepjes krijgen als bij de eerste generatie. Of aan de achterzijde, waar ook de rode lichtblokken naar de tijd van toen verwijzen. Het ietwat grote en smalle stuurwiel lijkt ons wederom te willen wijzen naar de oorspronkelijke Mustang.

Aim high

Ford mag de Mustang dan wel invoeren in Europa, in België mogen slechts 19 dealers - Ford Stores genoemd - hem aan de man brengen. Samen met de hoge afwerkingskwaliteit laat dat zien dat Ford erg hoog mikt met de nieuwe Mustang. Behalve een goeie afwerking krijgt het interieur ook leuke items, zoals de tuimelschakelaars voor de rij-instellingen die geïnspireerd zijn op vliegtuigschakelaars. De zetels bieden goed steun, al zouden we voor de optionele Recaro's kiezen in plaats van de elektrisch verstelbare en verwarmde/geventileerde stoelen. Die eersten bieden een pak meer steun, die laatste hebben vooral een meerwaarde in de convertible.

Twee werelden

We konden beide motorisaties rijden; de fastback kreeg de 5.0 V8 ingelepeld, terwijl we nadien de 2.3 Ecoboost in de convertible stuurden. Het moet gezegd, beide motoren spelen in een volledig andere wereld. De 5.0 V8 brult al van bij het starten gewillig en het kabaal had misschien nog fijner geklonken als we met de convertible op weg waren geweest. Maar eens je het gaspedaal beroert merk je waarom deze keuze werd gemaakt. In 4,8 seconden blaast hij je naar 100 km/u met zijn 441 pk's.

Dat de convertible op dezelfde leest geschoeid is, kan je niet ontkennen. Het verschil tussen de open Mustang en zijn fastbackbroertje is kleiner dan ooit en ook de open variant weet zich te handhaven op de weg. De 2.3 Ecoboost vergt wat aanpassing van de eigenaar, in die zin dat er geen heerlijk geroffel vanonder de kap komt en dat de turbo je om de oren fluit.

Dat laatste is misschien wat ver, maar het komt erop neer dat de sound die je gewaar wordt helemaal anders is dan wat je van een Mustang zou verwachten. Dat maakt de 2.3 Ecoboost viercilinder er niet minder aangenaam op, integendeel. Deze versie kan de viercilinder Mustang uit de jaren '80 makkelijk doen vergeten want in tegenstelling tot diens schamele 88 pk mag deze nieuwe EcoBoost pronken met maar liefst 314 pk. Daarmee puurt hij slechts iets minder uit het 2.3 blok dan de Ford Focus RS. Hij is met 5,8 seconden wel minder snel van 0 naar 100 dan de V8 en eigenlijk voelt dat ook een stuk langzamer als je ze beide op dezelfde dag een blokje rond rijdt.

Niet alleen rechtdoor

Maar zo'n Mustang rijdt tegenwoordig niet enkel maar rechtdoor, ook op wisselend parcours kan hij zijn mannetje staan, zonder dat je de controle verliest. Breekt hij wel uit - als je de wagen in 'Track'-modus zet kijkt de elektronica wat minder streng toe -, dan heb je hem even snel weer onder controle. Dat die achteras je ook in de bochten mooi volgt, is te danken aan de beslissing om voor een onafhankelijke achteras te gaan, in plaats van de starre as bij de vorige generatie. Maar ook de sturing draagt haar steentje bij aan de rijervaring, je kan daarbij kiezen tussen sport, comfort en normal. Wij verkiezen de sport-stand, al voelden we slechts miniem verschil tussen de verschillende standen.

Betaalbare American Dream

Dat brengt ons bij de keuze op basis van de centjes. Een 5.0 V8 mag dan nog zo mooi klinken, hij is wel de duurste van de reeks. Nu ja, duurste is relatief, want een Mustang begint vanaf 37.000 euro (fastback met 2.3 EcoBoost en manuele zesbak). Dat is 2.000 euro meer dan de lanceringsprijs maar dat ligt volgens Ford aan de wisselkoers van de dollar. Met die extra 2.000 euro is het nog altijd moeilijk om een concurrent te vinden die beter doet. Terwijl je vrienden pochen met een BMW 225i, kan jij aan komen rijden met een Mustang. En zeg wat je wil, dat klinkt altijd nog iets straffer dan heel wat andere modelnamen.

Voor de 5.0 V8 is vooral de BIV van 10.000 euro en de verkeersbelasting van 2.500 euro een graag geziene klant bij de belastingdienst. Maar zoals je in onze prijsanalyse al las, kan je nog een aantal jaren verkeersbelasting betalen voordat je de aankoopprijs van pakweg een BMW M4 bereikt.

Conclusie

De big smile waarmee we de Mustang bij het begin benaderden is de hele dag op ons gezicht blijven staan. Of je nu voor de testosterongevoede V8 gaat of de financieel meer aanvaardbare 2.3 Ecoboost, of je nu de fastback verkiest boven de convertible, het blijft altijd een stukje American Dream die je op je oprit zet. En voor de centen hoef je het alvast niet te laten.

Reactie toevoegen

Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.

Inloggen