Rijtest: Jaguar E-Pace P250 (2018)

Net als Skoda lijken ze bij Jaguar een snelle inhaalbeweging te willen doen in het SUV-segment. Alleen speelt de Poes een paar segmenten hoger dan de Tsjechische vloot. Zo ook met deze E-Pace, die in het hogere C-segment keet moet gaan schoppen.

De naamgeving bezorgt de consument alvast hoofdpijn. Want de E-Pace is niet de elektrische versie van de F-Pace, hij komt eerder in het alfabet en is dus kleiner. De analogie met de XE en XF zit niet ver. De elektrisch SUV van het gamma is namelijk de I-Pace en is niet pakken groter dan zo'n F-Pace. Volg je nog?

Image

groeien op je lijf

Laat ons eerlijk zijn, bij een eerste aanblik spreekt de E-Pace niet aan qua looks. Met de F-Pace in gedachten naar de wagen toe stappen helpt daar niet bij. Alle vergelijkingen lopen al spaak bij de neus, die een stuk scherper is afgelijnd. Dat zorgt voor een agressievere indruk, iets dat de E-Pace over de hele lijn wil waarmaken. Een lijn die het midden houdt tussen een SUV en de recentere hot hatches, maar daarover later meer. De gedrongen achterkant doet de wagen erg compact lijken, maar het heeft wel iets. En dat iets wordt steeds meer tijdens onze testweek. Want achteraf bekeken vonden we het één van de mooiste achterpartijen van recente testwagens die onze revue passeerden. Is dat misschien omdat de achterzijde in harmonie is met die van de grotere F-Pace, meer dan de voorzijde?

Image

Hard maar rechtvaardig

Een strak interieur verwelkomt ons als we het portier openen. Een interieur dat op onze testwagen gehuld is in rood. Vandaag is rood, de kleur van je lippen. Het past wel bij het dynamische karakter dat Jaguar de E-Pace wil meegeven, maar of je elke dag je achterwerk in deze zetels wil laten zakken is nog maar de vraag. Ze zitten als gegoten en ook met de verstelbaarheid is er geen probleem, maar het is zo ... rood. Dat maakt dat de zwarte afwerking van het dashboard redelijk hard overkomt, hoewel Jaguar nochtans goed op de kwaliteit van de materialen heeft gelet.

Image

Middenin het dashboard vind je tegenwoordig geen omhoogschuivende draaischakelpook meer, maar wel een touch screen voor het infotainmentsysteem. Daarmee bedien je de media-instellingen maar ook de navigatie. Aan uitbreidingen geen tekort, want naast een WiFi hotspot voor acht toestellen heb je ook de keuze uit 5 USB-poorten, als je ze allemaal weet te vinden in het interieur. Een Head-Updisplay maakt het geheel af. Ja, die hebben we gemist na onze testweek.

Image

Een druk op de startknop zorgt er voor dat de zonnewering van het (optionele) panoramische dak naar achteren schuift. Elke keer opnieuw. De gesloten zonwering zorgt ervoor dat je wagen geen bakoven wordt als je een paar uur in de zon parkeert. Kom je na een paar uur weer terug van het shoppen, dan kan je je koopjes kwijt in de 577 liter grote bagageruimte. Heb je wat extra bij, dan duw je de achterbank neer en laad je 1.234 liter. De cijferaars van Jaguar hebben gevoel voor harmonie.

P voor performance

Jaguar gooide recent de benamingen van de wagens overhoop, waardoor we onderweg waren met de P250, waar we het vroeger over de 2.0 zouden hebben gehad. De P staat voor Petrol, Want er zijn natuurlijk ook diesels, met een D. Twee benzine-uitvoeringen sieren voorlopig de catalogus, met naast deze instap-P250 ook nog een P300. Vergis je echter niet, want 250 pk in deze crossover is niet van de poes. Hij levert puike prestaties, die in combinatie met de 9-traps ZF-automaat soms iets aarzelend in gang worden gezet.

Image

Het relatief hoge vermogen zorgt ervoor dat de wagen een erg plezierige rijervaring geeft. Maar niet alleen het vermogen zorgt daarvoor, want om de iets hogere kas en het gewicht van toch 1.800 kilogram goed op de baan te krijgen moesten de ingenieurs stevig aan het werk. Het resultaat is dus een auto die voor Jaguar de F-Type van de SUV's mag zijn. Met een scherp rijgedrag en een variabele overbrenging voor het stuurwiel zet je de wagen zo in de bocht.

concurrentiewaardering

Ga je in de catalogus neuzen, dan zie je een basisprijs van 36.050 euro voor deze E-Pace. Een koopje zou je denken, aangezien hij het tegen de Porsche Macans uit deze wereld moet opnemen. Maar dat is de D150-basisversie en de prijs kan al snel een flinke vlucht nemen als je verder klikt. Zo kost de P250 je minimaal 43.600 euro, en heb je voor deze P250 HSE R-Dynamic al best 59.850 euro opzij staan. Zonder opties, welteverstaan. En dan is de Porsche Macan met 58.781 euro voor 252 pk plots binnen bereik. Andere concurrenten? De Alfa Romeo Stelvio Super 2.0 voor 50.500 euro en de Mercedes GLC 300 voor 51.788 euro.

Image

Conclusie

De dikke F-Pace was Jaguars eerste stap in het SUV-segment, deze E-Pace zorgt voor een dynamisch aspect. Met flukse lijnen en de keuze voor pittige benzinemotoren heb je hier een lekker dier voor je neus staan. Eentje die een strak interieur combineert met technologische snufjes, zoals de jongere koper het graag heeft. Afwachten tot de jongere generatie genoeg centjes veil heeft om deze Britse kat op hun oprit te parkeren, dus.