De Fransen waren uitvinders van het systeem waarbij vloeistof in een balg al dan niet onder druk werd gezet om de demping van de wagen te beïnvloeden. De Citroën Traction Avant was in 1954 het eerste productiemodel dat ermee werd uitgerust. Nadien installeerde Citroën het ook op de DS, CX, SM, GS, BX, XM, Xantia, C5 en C6. Onder licentie werd de techniek doorgegeven aan onder andere Rolls Royce, Maserati, Peugeot en Mercedes. Ook in de landbouw werd het systeem toegepast.

Maar wanneer de productie van de Citroën C5 stopt, kan het wel eens gedaan zijn met deze aparte manier van afveren bij Citroën. Het Franse merk installeert het systeem alleen nog op bepaalde versies van de C5 en volgens de bron is er weinig vraag naar deze hydropneumatische ophanging. Vorig jaar werden slechts 10.000 exemplaren voorzien van deze ophanging. Dat maakt dat PSA het economisch weinig interessant acht om de hydropneumatische ophanging te blijven bouwen wanneer de volgende generatie van hun grootste sedans het licht zal zien binnen een paar jaar. Ook lijkt het er niet op dat het zopas opgerichte luxemerk DS deze ophanging zal overnemen voor haar meer onderscheidende modellen.