Geloof het of niet, maar Mercedes-Benz bouwt al een E-Klasse-equivalent sinds het jaar 1946. Tot 1993 gingen die modellen dan wel onder andere namen door het leven, maar toch was Das Haus telkens vertegenwoordigd in het E-segment. Dat kroont deze ‘Benz niet alleen tot het langstlopende model in de geschiedenis van het merk maar als je de voorgangers erbij telt, blijft de E-Klasse zelfs tot op vandaag het bestverkochte model van het hele gamma. Nu is het aan deze nieuwe generatie om die lijn verder te zetten.

Op het IAA in München heeft Mercedes-Benz het doek van zijn EQE getrokken, de tweede elektrische luxesedan van het merk. Dat je echter niet meteen achterover valt bij het zien van dit nieuwe model begrijpen we best. De EQE deelt namelijk niet alleen zijn platform met de grotere EQS die we eerder al leerden kennen; ook het ontwerp van de nieuwe EV is gelijkaardig.

Al blijft het niet enkel bij technologie, want uit eerder gelekte beelden was al duidelijk dat qua styling de E-Klasse een te heet gewassen S-Klasse is... of een C-Klasse op groeipillen, het is maar hoe je het bekijkt. Of dat spijtig is? Dat hangt er vanaf. Ons hoor je alvast niet klagen over de designtaal van het trio, al is het maar de vraag of het een goed ding is dat je aan de lichten geen onderscheid meer kan maken tussen een auto van 30.000 en 100.000 euro.

De E 63 AMG is met zijn 5.5 V8 met twee turbo's al een uitermate potent beest. In zijn topuitvoering snelt de sedan dankzij de 4Matic-vierwielaandrijving, 585 pk en 800 Nm in 3,6 seconden naar de honderd kilometer per uur. Maar meer is altijd beter, volgens Brabus alleszins.

De uiterlijke veranderingen zijn duidelijk. De Mercedes E-klasse kon zich voordien onderscheiden met zijn gespleten koplampen, maar die gooide Mercedes de prullenmand in. Jammer, want op die manier wordt nog maar eens duidelijk dat trendy designelementen niet altijd thuis horen in de autoindustrie.