Er zijn nog meer verschillen tussen de wagens die we toen en nu reden. Zo reden we destijds met de whopping 5.0-liter V8 en stapten we nu in het basismodel, een 3.0-liter V6. Al is die met 340 pk nog altijd geen stumperd.

Want als het basismodel nog steeds over 340 pk beschikt, dan weet je dat Jaguar met de F-Type een echte sportwagen op de markt wil hebben. De V6 S krijgt 380 pk, de daaropvolgende is meteen de 550 pk sterke F-Type R Coupé. Aan viercilinders doet de F-Type - voorlopig - niet mee.

Geslepen

De spirituele opvolger van de legendarische E-Type is een schitterend staaltje gebruik van aluminium. De roadster mocht er dan al uitzien als een parel, deze coupé doet daar nog een schepje bij en mag je gerust de diamant van het Britse gamma noemen.

In tegenstelling tot de roadster is de kont van de coupé dikker, mede dankzij het dak dat zich mooi vermengt met de achterklep en horizontaal geplaatste lichtunits. Ons testexemplaar had een panoramisch dak, dat vergroot het gevoel binnenin en zorgt meteen voor een duotoon buitenaf. Jaguar zegt daarbij dat die serre bovenop geen invloed heeft op de stijfheid van de coupé. Wie dus kan, vinkt die optie best aan.

Wie ongezien door het Belgische landschap wil toeren is er met deze F-Type aan voor de moeite, en dat ligt niet aan de Polaris White lak. Het is een wagen die een esthetisch punt maakt. Een punt waar de Duitsers nog even aan moeten slijpen. Want de Britten bewijzen opnieuw, na - zeg maar - een DB9 of XK, dat zij koning zijn in het bouwen van schitterende coupés.

Meebrullen

Dat mensen kijken heeft ook alles te maken met de grote mond die de Jaguar - letterlijk - altijd opzet. Het is leuk dat de heren uit Gaydon aan ons dachten bij de ontwikkeling ervan, want in de coupé wil je nog steeds genieten van de heerlijke sound, iets dat veel makkelijk is bij de roadster. Maar alleen al de start-brom is ons iets té. We werden meermaals op de vingers getikt omdat we te snel reden... of dat dachten ze toch toen ze ons aan hoorden komen. Soms hadden ze gelijk, maar meestal niet. "Subtiel" staat nooit in de F-Type zijn woordenboek.

Het geluid heb je deels ook zelf in de hand. Met een leuk knopje onder de versnellingspook kan je de uitlaatkleppen openzetten. Gebruik je dat knopje niet, dan wordt het beschaafder zonder de identiteit te verloochenen. Wie ten volle wilt genieten van de V6 duwt echter altijd op dat knopje, ook als je op weg bent naar je schoonouders. Weet wel dat je die avond je schoonmoeder niet om een extra glaasje wijn moet vragen.

Wegligging

De Jaguar is een brok rijplezier. Je krijgt elke bocht opnieuw de kans om de ellenlange snuit er perfect in te gooien. Over- of onderstuur heb je nooit, tenzij je dat zelf opzoekt. Als je de Jaguar iets dynamischer afstelt, wordt hij gevoelig vinniger. Zo is de gasrespons in zijn standaard-trim veel minder gevoelig dan de XJR. Een ander kaliber, maar het verschil liet zich merken.

Dat het binnenin heerlijk vertoeven is, ligt niet alleen aan diens sublieme wegligging en geluid. Het geheel is gewoon prima weergegeven en erg ergonomisch opgebouwd. De Quickshift achttraps versnellingsbak van ZF laat zich opnieuw perfect bedienen, al dan niet met flippers, en de navigatie gaat er op vooruit maar is nog steeds niet op het niveau van BMW. Visueel klopt alles met leuk weergegeven knopjes.

Verboden vrucht

De F-Type coupé is er vanaf 68.800 euro. De V6 S en V8 kosten respectievelijk 80.400 en 106.000 euro. Of het de moeite loont om voor de S of R te kiezen? Wie eerst de basisuitvoering test heeft geen behoefte aan een straffere variant. Neen dus, wij houden het bij de standaarduitvoering. Maar we zijn ons ervan bewust dat wie van de verboden vruchten proefde, niet meer terug wil. Ga er dus vanuit dat iedereen die in de garage met alle drie de varianten reed, naar buiten stapt met de V8.

Zoals wij hem reden is hij 25.000 euro goedkoper dan een standaard Porsche 911. Daarmee koop je nog eens een MINI waar de vrouwelijke wederhelft de boodschappen mee kan doen. Onderschat de F-Type echter niet. Hij rijdt leuk, laat zich veel rijden, maar is met 10 liter per 100 km niet de zuinigste van de familie - hoewel zijn naam als "instapmodel" dat doet vermoeden.