Rijtest: DS 4 E-Tense 225 (2022)

DS heeft het veilige, chevron-vormige dakje van Citroën verlaten en staat tegenwoordig als losstaand merk in de markt. Aanvankelijk deed het dat nog met auto’s waar je met enige verbeelding de concerngenoten in kon herkennen, maar DS ontwikkelt zich steeds meer in de richting van een eigen identiteit, een eigen gezicht en vooral een eigen portfolio aan modellen. Kijk maar naar deze DS 4, en probeer gerust een auto uit de Citroën-stal te vinden die er in de verste verte op lijkt.

Frans individualisme

Dat is trouwens niet alleen lastig voor modellen uit de eigen groep, want de DS 4 vertoont over het algemeen een moeilijk te plaatsen silhouet. Is het een crossover, is het een hatchback; wie zal het zeggen. De kersverse constructeur lijkt dus meer dan ooit tevoren de kaart van het Franse individualisme te spelen, en houdt daarbij best nauw vast aan zijn conceptcars. Zo neemt deze DS 4 het grootste deel van zijn stijlkenmerken over van de Aero Sport Lounge Concept uit 2020, die al evenzeer een lange neus en een ietwat schuin aflopende daklijn combineerde met een hoogpotige houding.

Image

Als je dan dacht dat de Fransen het binnenin wat gematigder aangepakt zullen hebben, dan ben je grondig verkeerd. Bij het instappen word je namelijk geconfronteerd met een hoog, rechtopstaand dashboard met een flinke lap leer erover gedrapeerd, en kan je niet om de ontelbare diamantvormige details in het interieur heen kijken. Van het stuurwiel tot de schermen en de knopjes; vrijwel alles neemt de vorm van een ruit aan. Dat oog voor detail gaat trouwens verder tot in de kleinste puntjes. Zo zit zelfs de bediening van de elektrische ramen naadloos verwerkt in een sierstrip en zijn de centrale ventilatieroostertjes verborgen in gleuven boven en onder de klimaatknoppen.

Water bij de wijn

Mooi is dat allemaal wel, maar de vraag blijft of zo’n creatieve escapades het gebruiksgemak wel ten goede komen. Naar die tuimelknopjes moet je bijvoorbeeld wel een paar keer tasten voor je het juiste raampje omlaag hebt, en de eerste keer dat je één van de ventilatieroosters wil aanpassen moet je al helemaal aan de kant gaan staan. Hetzelfde geldt in zekere zin voor het infotainmentsysteem: het reageert dan wel wat sneller dan vroeger, maar vereist nog steeds betrekkelijk veel tussenstappen om te belanden waar je moet zijn. Het extra touchpad in de middenconsole helpt daarin trouwens niet veel, want behalve af en toe eens een letter schrijven of je sneltoetsen oproepen vervult dat ding jammerlijk weinig functie. Maar goed: je moet natuurlijk wat over hebben voor al dat piekfijne, Franse design.

Image

Gelukkig hebben de ontwerpers de binnenruimte wel vakkundig weten te combineren met die knappe looks, want als je de DS 4 ziet staan zou je denken dat de koffer misschien wel beperkt wordt door zijn aparte vorm. Dat blijkt best mee te vallen: met 430 liter aan volume heb je in de benzine- en dieselversies ruimschoots voldoende plaats voor de weekvoorraad aan kaas, wijn en bagetten, en de plug-inhybride moet amper 40 liter aan capaciteit inboeten. Ook de achterste passagiers hebben genoeg ruimte om te overleven, al kan het wat krap worden aan de knieën indien ze van een groter gestalte zijn. Voorin zit je wel in alle gevallen riant, en bieden de zachte stoelen ook nog eens rustgevend veel comfort.

Stille cocon

Comfort is dan ook het sleutelwoord wanneer je met deze DS 4 onderweg bent, en ook onze E-Tense 225 plug-inhybride wist dat ideaal hoog in het vaandel te dragen. Met zijn 225 pk en 360 Nm koppel biedt de aandrijflijn namelijk voldoende kracht om naar de 100 km/u te sprinten in 7,7 seconden, maar tegelijk is het motorgeluid zo gedempt dat je er vaak het raden naar hebt of de auto nu op benzine of net zuiver elektrisch aan het rijden is. Ook de zachte ophanging draagt daartoe bij, terwijl de auto in een iets sneller genomen bocht toch niet vervalt in al te hevige schommelingen. De nadruk ligt echter wel te allen tijde op comfort, dus verwacht zijn 225 paarden niet ten volle te kunnen benutten op een bochtig achterweggetje. Dan ga je misschien beter op zoek naar een technisch gelijkaardige Peugeot 308 of Opel Astra.

Image

Laad je de accu van 12,4 kWh volledig op, dan kan je in de praktijk ongeveer 45 à 50 kilometer op stroom rijden. Intussen ervaar je natuurlijk pure stilte in je Franse luxecocon, terwijl je het brandstofverbruik mooi ziet dalen. Zo tekenden wij na een gemengde rit van 100 kilometer met één volle batterij een gemiddeld verbruik op van 4,8 l/100 km. Laad je de auto nooit, dan stijgt de naald al snel tot voorbij de 7 l/100 km.

Veel status voor het geld

Premiummerken en plug-inhybrides, beide concepten samen zijn doorgaans goed voor een heftig prijskaartje. Steek het gerust op de status van DS als nieuwkomer in het hogere segment, maar bij deze DS 4 blijkt dat prijskaartje nog best mee te vallen. Zo vragen de Fransen minstens 38.800 euro voor hun nieuwe plug-inhybride. Laat je de stekker achterwege, dan plaats je een DS 4 met een 130 pk sterke benzinemotor op je oprit vanaf 29.100 euro.

Image

Een DS 4 E-Tense 225 krijgt aan zijn basisprijs ook meteen een aanvaardbare standaarduitrusting met onder andere een digitaal bestuurdersdisplay, automatische klimaatregeling, cruise control en parkeersensoren. Een Audi A3 plug-inhybride lijkt dan aan 39.340 euro amper duurder, maar die moet het standaard veelal zonder dergelijke functies stellen. Dat is natuurlijk een grote naam, maar DS mikt dan ook iets hoger dan pakweg concerngenoten Citroën of Opel.

Conclusie

De DS 4 neemt de positie van ‘vreemde eend’ in het premiumsegment in, en dat bedoelen we alleen maar positief. De auto springt tussen de grijze massa uit met zijn kenmerkende looks en weet een competente aandrijflijn en een aanvaardbare standaarduitrusting vakkundig te combineren met een prijskaartje dat in een lager segment lijkt te spelen. Dat vorm soms voor functie gaat merk je misschien wel in het interieur, maar dat is een kleine prijs om te betalen voor zo’n knap stukje design.