nieuwe lijnen

Bij Seat zaten ze de voorbije jaren in zwaar weer. Ze hadden moeite om zich te profileren, kregen soms wat goedkoop ogende wagens in het gamma en vaak maakte men voor de modellen gebruik van regelrechte kopieën van andere merken. Zet de Leon naast zijn voorganger en er is amper iets dat je kan vergelijken. Zelfs het logo heeft intussen een evolutie doorgemaakt. Ronde vormen hebben plaats gemaakt voor strakke lijnen die ook andere modellen van Seat typeren. Al wordt het bij de Leon wat uitvergroot, zodat hij brede schouders krijgt en hij in profiel twee nadrukkelijke flanklijnen meekrijgt. Onze FR-testwagen (de rode) was voorzien van LED-verlichting voor koplampen én achterlichten, iets wat hem wat etra uitstraling geeft. De Réference-versie (de blauwe in de fotoreeks) had ze niet en verloor daardoor wat cachet.

positief verrast

Ook binnenin is het aangenaam toeven, al verkozen we ook hier weer de FR-versie. Niet zozeer omwille van het afgeplatte sportstuur, wel vanwege de aluminium accenten in stuurwiel, versnellingspook en deurpanelen. Die geven het interieur wat extra diepte, waar de Réference-versie ons vrij donker aandoet. Wie op de bestuurdersstoel zit heeft de meest interessante plek, al kunnen ook de passagiers niet klagen qua ruimte. We waren positief verrast door het multimediasysteem met aanraakscherm in de FR-versie. Die krijgt een sensor waarbij de bedieningstoetsen op het scherm beweegt zodra je je hand in de richting van het scherm beweegt - de sensor zit vlak onder het scherm - waardoor je tijdens het rijden maximaal van de weergegeven info (kaart, radioinfo) kan genieten. Nog een knopje was dat van het Drive Profile, waarbij je het rijprofiel kan wisselen tussen 'normal', 'eco' of 'sport', al voelden wij amper een verschil.

speelser

Het rijgedrag is bijna gelijk aan dat van een Volkswagen Golf, al gedraagt de Seat Leon zich wat speelser. De voorwielen durven erg snedig de bochten in te gaan en de communicatie met het stuurwiel zit goed. Geen vaag stuurgevoel dus, al zijn we dat gewoon van de Volkswagen-groep. Toch heeft Seat haar eigen stempel kunnen drukken op het chassis en dat heeft effect op de speelsheid waarmee de wagen de wegen vrolijk afhaspelt. Er zit een klein verschil tussen de gereden Réference- en FR-versies, waarbij de FR iets sportiever voor de dag komt. Dat je daarvoor een iets hardere ophanging in de plaats krijgt, nemen we er maar bij.

twee verschillende werelden

Zonder meer is de FR met zijn 1.4 TSI de plezierigste van de twee geteste wagens. Net als bij de Skoda Rapid lijkt er meer vermogen onder de kap te zitten dan er op papier staat (122 pk) zodat je er plezier aan beleeft telkens je op het gaspedaal duwt. Het verbruik hoeft daar niet de hoogte voor in te gaan, want we bleven rond de 5l/100 km hangen. De 1.6 TDI met 90 pk in de Réference-versie is dan weer de bewuste keuze voor wie op zijn portefeuille let. De 1.6 TDI doet wat van hem verwacht wordt en heeft voldoende kracht om met het verkeer mee te kunnen. Hij verbruikt 4,0 l/100 km, terwijl je daar niet eens je best voor moet doen. Seat kan voor de motoren rekenen op moederbedrijf Volkswagen en dankzij de MQB-technologie zijn ze zoals een Lego-bouwdoos makkelijker in te bouwen dan vroeger.

Prijzen Een Seat Leon TSI heb je in FR-uitrusting voor 21.950 euro, de 1.6 TDI 90 in Réference-uitvoering kost je 20.110 euro. Onvermijdelijk dringt de vergelijking met de Golf VII zich op. De TSI Highline kost je daar 23.060 euro, de TDI rijdt voor 20.620 euro buiten bij je verdeler. Dat betekent dus dat de Seat wel goedkoper mag zijn dan de Golf, erg veel bedraagt het verschil niet. Toch krijg je voor het geld van de Seat een stuk meer emotie mee in het ontwerp van de wagen. Over afwerkingskwaliteit kan je niet beginnen, want beide wagens delen voor een groot deel dezelfde onderdelen. Een Golf heeft een basisprijs 17.990 euro (TSI 85 pk), de Seat begint op 18.950 euro (TSI 105 pk).

conclusie

We waren positief verrast door de Leon. Was de Réference-versie met 1.6 TDI een goed sturende wagen die weinig verbruikt, dan was de FR de speelse broer. Die deed het met wat meer maar als we zouden overwegen eentje te kopen, zou het deze zijn. De accenten in het interieur zorgen dat het daar niet somber oogt, de LED-verlichting maakt het plaatje af aan de buitenzijde. De Leon profileert zich als het speelsere neefje van de Golf en wil een jonger publiek aanspreken, dat lijkt ons te gaan lukken, zeker aangezien de prijzen zich steeds net onder die van de Golf bevinden.