Draai en keer het hoe je wil, maar we zitten volop in een transitie in autoland. Eentje die afscheid neemt van megalomane verbrandingsmotoren in het voordeel van compactere exemplaren of - nog logischer - elektromotoren. Afscheid nemen van het bekende is echter moeilijk. Dat blijkt ook het geval bij Aston Martin. Met de Valour zocht het merk een excuus om nog eens de V12 boven te halen. Ons hoor je alvast niet klagen.

Victor in sportjasje

Een klassieke schoonheid is de Valour alvast niet geworden met zijn stevige koelsleuven, eigenaardige koplampen en lamellen op de achterruit. Wel is de Valour een eerbetoon aan de racesuccessen van Aston Martin tijdens haar 110-jarige geschiedenis. Zo merk je dus stukjes van de RHAM1 Le Mans-racer van de jaren 80, de V600 Vantage die een tijd lang de krachtigste auto ter wereld was en de V8 Vantage van de jaren 70.

Kijk je echter nog wat beter, dan merk je dat dit een herwerkte Aston Martin Victor is, een one-off die in 2020 het levenslicht zag om Victor Gauntlett te vieren, een man die in de jaren 80 James Bond in een Aston kreeg. Kijk, als je het zo verkoopt kunnen we er niet boos om zijn, Aston Martin!

Beestige motor

Nog gekker dan het design is de aandrijflijn onderhuids. In die zin dat die lekker oldschool is: een knoert van een motor gekoppeld aan een manuele zesbak. Die knoert meet maar liefst 5.2-liter groot, heeft twaalf cilinders en weet dankzij twee turbo's 715 pk en 753 Nm koppel op te wekken. Een coupe met een V12 en handbak... wie doet beter?

Naast de motor spreekt Aston Martin ook over koolstof keramische remmen, een op maat gemaakte ophanging met adaptieve dempers en een koolstofvezel carrosserie. 110 stuks zal Aston Martin van deze Valour bouwen en iets zegt ons dat als je nu nog interesse toont... je al hopeloos te laat bent.