Suzuki haalt de Ignis-badge terug vanonder het stof en plakt het op een retrobudgetcrossover. Een watte? Een retrobudgetcrossover die het moet hebben van zijn polariserende looks en de daadwerkelijke mogelijkheid om er vierwielaandrijving onder te steken. Uitzonderlijk in het segment... maar uitzonderlijk genoeg?
Retrobudgetcrossover, dat las je goed. Een segment dat we - toegegeven - zelf even hebben verzonnen voor deze Ignis. Suzuki zelf plaatst hem graag in het hokje van de mini-crossovers. Nee, we kunnen zelf tegenwoordig ook niet helemaal meer volgen welke segmenten de marketingafdelingen uit hun hoed slaan. Om toch enige vorm van omkadering te geven; denk Opel Karl Rocks of ook wel wat Dacia Sandero Stepway.
Want willens of niet, de Japanner speelt qua prijs in het segment van die uitermate succesvolle Roemeen. Waardoor de Ignis alles uit de kast zal moeten halen om zijn mannetje te kunnen staan. Of Suzuki daar in slaagt?
Kei retro
Suzuki-fans van het eerste uur weten meteen dat de Ignis-naam al eerder op Japans gerief prijkte. Toen - lees: Tussen 2000 en 2006 - toonde die zich aan de buitenwereld als een compact karretje met offroadlooks. De gelijk genaamde spirituele opvolger speelt verder op dat elan maar laat zich bouwen met de nodige retro-invloeden. Een trucje dat pakweg Fiat ook succes gaf met de 500.
Probleem is evenwel dat deze Ignis grijpt naar de Suzuki Cervo(la spécial) van lang vervlogen tijden als visuele basis. Een karretje dat bij de Belgische massa evenveel naamsbekendheid heeft als de remixversie van het derde album van Nine Inch Nails. Het resultaat is dat wij 'm op de baan vooral zullen percipiëren als een funky ogend karretje. Of in autotermen: Een Kei car verloren op de grote Europese wegen. Of het daardoor ook geslaagd is? Voor ons alvast wel maar smaken en kleuren...
Pozidrive budget
Goed, retro hebben we al onder de loep genomen. Hoe zit het met die 'budget' in de door onze marketingafdeling verzonnen naam? Wel, je moet geen geoefend oog hebben om binnenin te beseffen dat de plastiek van de hardste soort niet geschuwd wordt. Deurpanelen met zichtbare vijzen (uitschroefbaar met een pozidrive leek ons) en bedenkelijk aanvoelende deugrepen incluis. Nu, wel een dikke pluim dat Suzuki 'budget' en de daarbij horende goedkope materialen niet samensmelt tot een inspiratieloos interieur.
Vormelijk straalt het namelijk een brok plezier uit. Zelfs de vaak visueel verwaarloosde bediening voor de airco is een pretje om naar te kijken. Daarnaast zit het interieur vooral slim in elkaar. Met bijvoorbeeld stoelen achteraan die je onafhankelijk van elkaar in de lengte kan verzetten. Waardoor je dus kan schipperen tussen meer kofferruimte of meer beenruimte. Slimme jongens, die Japanners.
Wel grip, geen hybride
Retro en budget afgerond, tijd om licht te schijnen op het crossover-verhaal. Want het moet gezegd; tegenwoordig is 2 centimeter extra plastiek op de zijschort genoeg om een regulier modelletje om te dopen tot crossover. De Ignis, die maakt niet de fout om in die val te trappen. Het is te zeggen, Suzuki gaf het kleintje 18 centimeter bodemvrijheid mee en hield tijdens het designproces de aan- en afrijhoeken van de carrosserie in het oog. Dat - gekoppeld aan het leeggewicht van amper 810 kilogram - maakt dat je heus wel een zanderige bergweg overleeft.
Valt er geregeld regen uit de lucht op diezelfde zandweg, dan biedt Suzuki nog AllGrip AUTO aan, vierwielaandrijving die via een viscokopeling automatisch kracht naar de achterwielen stuurt indien gripverlies wordt gedetecteerd. Een systeem waarvan we spijtig genoeg niet hebben kunnen proeven tijdens onze eerste ontdekking waardoor we de slagkracht niet kunnen meegeven.
Wat we dan wel hebben gereden? De 1.2 DUALJET benzine met handbak, voorwielaandrijving en milde hybride-technologie. Die hybride-set-up - een bakje van zo'n 6 kilogram dat SHVS wordt gedoopt - slaat energie op tijdens het remmen en kan dat omvormen naar 15 extra newtonmeters aan koppel indien er om gevraagd wordt (en zolang de batterijvoorraad strekt). Eén klein detail; Suzuki zal dat optionele systeem niet commercialiseren in België. De reden? Hetzelfde systeem op de Baleno slaagde er niet in om klanten te vinden. Bijbetalen voor grotere velgen, geen probleem. 400 euro neerleggen voor een iets lagere CO2-uitstoot en verbruik? Zot!
Gek volkje... die Belgen.
Ignis Sport
We moesten bij onze eerste test in Rome dus in het achterhoofd houden dat we het in eigen land zonder die extra teug koppel moeten doen. Al dient gezegd te worden dat we überhaupt weinig koppel voelden. De atmosferische viercilinder is met z'n 90 pk en 120 Nm dan ook geen trekbeul. Wel een vlot torretje dat zonder morren zijn werk doet en de hogere toeren niet schuwt. De sprint naar de honderd van zo'n 12 seconden toont evenwel aan dat je beter rond de kerktoren blijft bollen met deze Ignis.
Dat bollen doet het kleintje trouwens op een ingekort platform van de Vitara en Baleno. Spijtig genoeg vergeten ze wel ook even de ophanging mee over te nemen, want de Ignis breekt potten met z'n dempers. Nee letterlijk, je breekt porseleinen potten als je ze op de achterbank van de Ignis plaatst. Misschien wel deels te verklaren door zijn compacte wielbasis - een Opel Adam is tenslotte ook straf afgeveerd -, toch vinden we het zonde dat Suzuki een niet net iets soepeler werkend veerspel neerpoot onder de Ignis. Want gezien zijn prestaties is dit nog altijd geen Ignis Sport.
Boterham met kaas
Bon, de maker en kraker dan van deze Ignis. Of anders gezegd; wat moet dat kosten? Wel, bij Suzuki België hanteren ze een psychologisch denken waar gebrevetteerde psychologen een hele kluif aan hebben. Ze zetten de Ignis namelijk duurder in de markt dan hij eigenlijk is, om continu met korting te kunnen zwieren. In baar geld dan? Vanaf 14.199 euro. Al doet Suzuki er wel 2.500 euro 'korting' vanaf. Doorprik je die korting bij de dealer en onderhandel je nog wat, dan lijkt 11.500 euro een haalbare kaart.
Voor 15.199 euro (of in 'kortingsgeld': 12.699 euro, hier alle kortingen) heb je de Grand Luxe-uitvoering met die verschuifbare achterstoelen, achteruitkijkcamera, DAB-radio en genoeg airbags om een roedel puppy's veilig te houden. Nog een trapje hoger staat de Grand Luxe + met navigatiesysteem en noodremassistent, 5 Euro NCAP-sterren evenzeer incluis. Beschikbaar vanaf 16.199 euro (lees: 13.699 euro) of 17.499 euro (14.999) voor de versie met vierwielaandrijving. Om maar te zeggen dat er heus nog kaas op het brood kan als je zo'n Ignis aanschaft.
conclusie
Aangenaam om naar te kijken, niet altijd om aan te raken. Dynamisch maar toch wel hard. Geen spotprijs, wel uitermate rijkelijk uitgerust. De Ignis is er eentje die de keuzeweegschaal steeds terug in het midden weet te leggen. Waardoor het meer dan zijn concurrentie eentje is om met je gevoel dan wel met je ratio te kopen. On-Japans en waarschijnlijk meteen ook de hoofdreden dat ze Italië uitkozen om het kleintje te presenteren. Want daar hebben ze 'kopen op gevoel' al jaren geleden uitgevonden.
Specificaties
Vermogen | 90 pk |
---|---|
Overbrenging | 5-bak manueel |
Aandrijving | voorwiel |
Gewicht | 810 kg |
Topsnelheid | 170 km/u |
Prijs basismodel | € 14 199 |
0 tot 100 km/u | 12.20 sec |
Gemiddeld testverbruik | 5.30L/100km |
Max. kofferinhoud | 1 100 L |
CO2-uitstoot | 104 g/km |
Rijtaks | 0 |
Reactie toevoegen
Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.
Inloggen