Rijtest

Rijtest: Alfa Romeo 159 1750 TBi TI

Tot voor kort had je het niet makkelijk als gedecideerde koper van een Alfa 159. Niet zozeer door de prijs of de mogelijkheid tot uitrusten van jouw *macchina perfetto*, wel door het weinig inspirerende aanbod van motoren. Het gros van de 159's die je in ons dieselgehypete land ziet rondrijden zijn 1.9 JTD's. Roetstokers die het Cuore Sportivo gewoon niet in vervoering kunnen brengen.

Wou je toch een benzine, dan kwam je uit bij een 1.8 MPi (nog zonder directe inspuiting) of - 'the horror' - bij motoren die van origine uit de GM-rekken werden geplukt. Stuk voor stuk gangmakers die niet bijster goed presteerden, klonken of consumeerden. Maar met het persbericht dat Alfa een 200 pk sterke - in huis ontwikkelde - 1750 Turbo Benzina lanceerde kwam daar plotsklaps verandering in.

De 1750 moest de heropleving van het merk betekenen op het vlak van zintuig prikkelende motoren. Althans zo zou je het kunnen stellen na het verlies van de rauwe maar heerlijke 3.2 V6 Busso. (Met die schitterende verchroomde inlaten) Strenge emissienormen nekten de Busso en Alfa had toentertijd niet de financiële mogelijkheden om zelf met een vervanger te komen. 

Niet alleen de cijfers (200 pk en 320 Nm) van de nieuwkomer scheppen hoge verwachtingen, ook de technologie zelf leest als een regelrechte thriller voor ieder wie van een fijne brok techniek houdt. Eerst en vooral heeft men getracht om het turbogat weg te werken, of zeg maar te verkleinen. Hiervoor hebben de ingenieurs bij Alfa voor een grotere kleppenoverlapping gezorgd. (1000 - 1800 tpm) Hierdoor wordt een deel van de gecomprimeerde lucht, afkomstig van de turbo, rechtstreeks door de cilinderkamers richting turbo geblazen. De turbo drijft dus voor een deel zichzelf aan. In tegenstelling tot wat je denken zou treedt er geen vermogensverlies op, maar is er netto gezien juist meer lucht in de cilinder door de extra energie die geleverd wordt aan de turbinekant van de turbogroep. Met andere woorden: meer lucht, meer mengsel en meer vermogen wanneer de turbo nog niet op volle kracht kan functioneren. 

Ten tweede heeft men zich geconcentreerd op het vlak van de efficiëntie bij de (na)verbranding. Dankzij de directe injectie kan er op ieder moment brandstof ingespoten worden. Met deze wetenschap in het achterhoofd heeft men extra rendement gezocht bij de resterende zuurstof die aanwezig is in het geëxpandeerd mengel na de arbeidsslag. 

Dit mengsel wordt niet verspild maar levert opnieuw arbeid in het uitlaatspruitstuk. Weliswaar niet aan (de kant van) de zuiger, maar aan het turbine gedeelte van de turbo en zo kan er uiteindelijk weer meer lucht in de cilinderkamer worden geblazen. Alles samen neemt dit gestaag af t.e.m. 2000 toeren, of zeg maar tot op het moment wanneer de turbo over voldoende middelen kan beschikken. Opgepast, dit is nog geen motor die beschikt over Fiat's MultiAir-technologie, maar het mag duidelijk zijn dat de toekomst van de verbrandingsmotor in de optimalisatie van de verbrandingscyclus bij ieder toerental ligt. 

In theorie moet dit zorgen voor een lager verbruik en betere prestaties all-round. Vooral de koppelkromme moet hiervan ernstig weten te profiteren. In de praktijk is de 1750 TBi een bizar geraffineerde motor, de koppelkromme is inderdaad zo vlak als een supermodel en de motor is in elke versnelling bij de pinken. De vlakke en stevige koppelkromme (al 320 Nm bij 1400 toeren) is tegelijk een zegen en een vloek voor deze Alfa. Want hoewel dit een pareltje van een motor is, is deze hoegenaamd op geen enkele manier sportief te noemen. Niet op het vlak van zijn gretigheid in toeren, noch op het vlak van zijn aflevering van vermogen (in hoge toeren dus) en niet op het minst op het auditieve vlak. Klinken doet deze motor hoegenaamd niet. En dat is ronduit dramatisch voor een Alfa in dit segment, met deze nostalgische badge en optioneel TI-(Sport!)pakket. 

Nu was de nostalgische voorouder van deze 159 - de 1750 Berlina - ook wel gericht op de comfortfactor, en daar is niets op tegen, maar in tijden dat Alfa zich meer dan ooit moet profileren met zijn kernwaarden. Dit was dus dé kans om daar verandering in te brengen, en dan is het jammer om te constateren dat deze 1750TBi niet als zijnde sportief bestempeld kan worden. Pk's zeggen misschien wel veel, maar zeker niet alles. 

De rauwe sensaties mogen dan wel ontbreken, aan de rauwe snelheid zal het zeker niet liggen. 0 tot 100 neemt - via de opnieuw uitstekende zesbak - zo'n 7,7 seconden in beslag, en deze 159 stopt pas met versnellen bij 235 km/h. Maar het zijn de tussensprints die het meest verbazen. Altijd, in quasi elke versnelling ga je goed vooruit. En dat is ook prettig, maar niet echt belonend. En dat moet een Alfa wat mij betreft wel weten te doen; belonen!

Drinken doet dit geraffineerde wonder wel zoals een echte Alfa. Twin Spark-gewijs blaas je er zonder moeite 11 liter per 100 kilometer door, beter kan ook maar dan moet je met een fluwelen voet rijden.

De 159 is in deze livrei eigenlijk één grote tegenstrijdigheid. De auto ziet er vier jaar na introductie nog altijd drop dead gorgeous uit, en het Turismo Internazionale pakket draagt daar alleen maar aan bij. Maar maak (zoals ik) niet de fout om te denken dat het hier om een sportpakket gaat in het genre 'M' of 'S-line'. Ik had na de ervaring met de Brera TI verwacht om in de 159 diezelfde rijsensaties te beleven, ze delen tenslotte het grootste deel van de onderhuidse techniek met elkaar. Minder is waar. Alles voelt hier gewoon heel erg soft en relaxed aan. 

Zowel de ophanging, als de (overigens excellente) fauteuils en de remmen, ze missen scherpte en weten onvoldoende te overtuigen op het vlak van rijdynamiek. Het koetswerk helt in de bochten nog te veel over en in de snelle bochten moet het ESP noodgedwongen ingrijpen waar het onderstel in de fout gaat. Gelukkig heeft de 159 TI nog het lekkere sportstuur en is de besturing op ieder moment bij de pinken. Turismo Internazionale mag hier echt wel letterlijk genomen worden. Meer GT als dit zal een 159 niet worden. 

Is dat erg? Hoegenaamd niet. Alfa heeft gewoon de kaart van het comfort getrokken. Nog steeds zou ik in dit segment blindelings bij de Uno Cinque Nove eindigen. Geen van de concurrenten zal doorheen zijn levenscyclus zo weten te boeien. Vergeet alleen niet om extra in de geldbuidel te tasten om van de ophanging een echte sportophanging te maken. Een vrijer ademend inlaatspruitstuk en geoptimaliseerde uitlaatlijn doen de rest.

Blijft de vraag of we nog een Quadrifoglio-verde versie mogen verwachten. Ik hoop van wel. 

Tekst & foto's: Pieter Ameye

Met dank aan: Alfa Romeo België

 

+ punten

Visueel pareltje

Versnellingsbak

Straffe motor

 

- punten

Maar waar is het geluid?

Schizofrene ophanging

Infotainmentsysteem is gedateerd 

Alfa Romeo 159 1750 TBi
Motor:
vier-in-lijn, 1748 cc turbo, 4 kleppen/cilinder,  Pk: 200 pk, Vermogen: 147 kW,  Koppel: 320 Nm,  Overbrenging: 6-bak, manueel,  Aandrijving: voorwielen,  Gewicht: 1.430 kg,  Topsnelheid: 235 km/h,  Sprint van 0 tot 100 km/h: 7,7 sec,  Gemiddeld testverbruik: 10,9 liter,   Prijs: 36.150 euro

Reactie toevoegen

Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.

Inloggen