We dromen stiekem allemaal wel eens van een barn find, maar laat ons eerlijk zijn: de kans is klein dat we er ooit op een zullen stoten. Ik stootte een tijdje geleden op een perfect alternatief: de attic find.
Mijn vader hield van modeltreinen. Gelukkig – zo vindt mijn vriendin – heb ik die hobby niet geërfd. Mijn vader vond het wel jammer dat ik het modeltreinvirus nooit te pakken heb gekregen. Als kind speelde ik wel de godganse tijd met auto’s en met Lego. Dat vond hij wel prima. Jammer genoeg werd hij ziek toen ik twaalf was.
Toen ik drie jaar geleden de ouderlijke zolder aan het leegmaken was, stootte ik opeens op een sigarendoosje. Ik wist meteen wat het was. In dat doosje zaten modelautootjes en modelfiguurtjes die mijn vader gebruikte om zijn treinlandschappen op te fleuren. De herinneringen kwamen meteen terug. Als kind was ik immers geïntrigeerd door de felkleurige modelautootjes, maar moest ik er met mijn nieuwsgierige kinderhanden uiterst voorzichtig mee zijn.
Attic find
Nu keek er niemand over mijn schouder mee. In het doosje zaten twee VW-busjes, een VW Kever en een Esso-tankwagen. Rood en groen plastic, op schaal 1:87. Perfect voor de H0-schaal van mijn vaders treintjes dus. Niets noemenswaardigs, dacht ik, maar toch bleven ze me intrigeren. Toen ik de autootjes omdraaide om de onderkant te bekijken, begon daar mijn attic find.
Op de onderkant van de autootjes stond immers een logo dat mijn hele jeugd had gekleurd: Lego. Vreemd. Geen blokjes, maar gegoten en gevormd plastic. Geen rubberen bandjes – als grootste bandenfabrikant ter wereld – maar metaalachtige, blikken wieltjes. Begin jaren 90 kon ik het niet op het internet opzoeken, maar nu wel.
Blijkbaar maakte Lego eind jaren 50 zijn eerste bouwsets op basis van het iconische Legoblokje dat het tegen dan eindelijk helemaal had ontwikkeld. Huisjes, gebouwen en garages, en allerlei kleine stedelijke tafereeltjes uit de tijd van toen. De autootjes die daarbij hoorden, waren niet gemaakt van Legoblokjes, maar waren dus de plastic autootjes uit het sigarendoosje.
De autootjes werden ook apart verkocht, soms met een doosje in de vorm van een doorzichtige garage, soms ook zonder. Er was een reeks vrachtwagens met stickers van Esso, er waren Volkswagen-autootjes (de busjes en de Kevers, en Karmann Ghia’s), en er waren autootjes van een hele hoop andere merken. Ford, Opel, Jaguar,… noem maar op.
Onschatbare waarde
Zijn de autootjes die mijn vader in zijn jeugdjaren kocht een attic find van waarde? De originele doosjes en verpakkingen zijn al lang verdwenen, dus nee. Maar zelfs met originele verpakking worden Lego-autootjes uit de jaren 50 en 60 niet voor astronomische bedragen geveild. Maar de emotionele waarde? Die is onbetaalbaar.
Hebben jullie ooit zo’n vondst gedaan thuis? Of hebben jullie miniatuurauto’s of schaalmodellen waar een bijzondere waarde aan vasthangt? Laat het hieronder weten in de comments!
Reactie toevoegen
Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.
Inloggen