Vandaag de dag wordt de markt van elektrische auto’s wel eens omschreven met de term ‘prijzenoorlog’, en dat is niet geheel onterecht. Zo komen er steeds meer betaalbare EV’s op de markt, niet alleen van Chinese constructeurs maar ook uit Europa zelf — kijk maar naar de pas gelanceerde Citroën ë-C3. Daarnaast sneed bijvoorbeeld Tesla eerder dit jaar plots duizenden euro’s van de prijzen van zijn auto’s, wat een heuse domino aan kortingen veroorzaakte bij de concurrentie… Maar houden die fabrikanten er dan wel genoeg aan over om te overleven?

Hoe goedkoper de EV, hoe duurder de ICE

Met die vraag op zak trok persagentschap Reuters naar Harald Wilhelm, Chief Financial Officer van Mercedes, en zijn antwoord was duidelijk: nee. Zo is de winst van de groep in het derde kwartaal gedaald met 6,8 procent, en die daling zou deels te wijten zijn aan de volgens Wilhelm “brutale” EV-markt. De CFO verklaart dat die markt merken er namelijk toe dwingt om elektrische auto’s aan gelijkaardige prijzen te verkopen dan wat een equivalent met een verbrandingsmotor zou kosten, en dat terwijl het nog steeds duurder is om een EV te bouwen. Op die manier kan de topman zich naar eigen zeggen niet voorstellen dat het voor zelfs maar iemand in de sector houdbaar is.

Sterker nog: de financieel directeur stelt dat fabrikanten hierdoor elders meer winst moeten gaan maken om het kostenplaatje op het einde van de rit te doen kloppen, en dit ga je niet graag horen. Eén van de mogelijkheden is volgens hem namelijk om een “grotere winstmarge op modellen met verbrandingsmotoren” te creëren. Dat zou dus betekenen dat constructeurs de rest van hun gamma duurder gaan maken puur om de prijzen van hun EV’s te kunnen drukken. Of dat dan wel houdbaar is voor de koper, is nog maar de vraag…