Want wees eerlijk, je kan moeilijk spreken van een uit de band springend design. Al gebiedt de eerlijkheid ons te zeggen dat dit sowieso een zeldzaamheid is in het B-segment waar gerief zoals de Renault Clio, Volkswagen Polo en Opel Corsa de plak zwaait. Nummertje vier van de Rio pocht evenwel met gegroeide proporties; 5 milimeter breder en 15 milimeter langer waarvan 10 mm integraal naar de wielbasis gaat (lees: meer ruimte voor inzittenden). De daklijn, die wordt dan weer met 5 milimeter ingetrokken om het bolle gevoel te verkleinen.

De Rio moet vooral een wereldauto zijn, vandaar ook dat het ontwerp schipperde tussen designteams in Zuid-Korea, de VS en Duitsland. Vooraan de bekende tijgerneusgrille, achteraan moet vooral de rechtgetrokken C-stijl met de aandacht lopen. De achterlichten, die lijken dan weer uit hetzelfde brein te komen als die van de Hyundai i20. Al bij al aardig, zonder te polariseren. Daarvoor hebbend de Kia-boys en -girls de Niro en Sportage in de verkooplijsten staan.

Het zweeft

Buitenaf wat braaf, binnenin ziet het er - afgaande op de foto's - uit als het knapste interieur dat je kan krijgen op een B-segmenter. Met een fraai vormgegeven stuur, opgefriste instrumentencluster en een dashboardopbouw dat met diepte werkt. Citroën Cactus-gewijs zweeft het infotainmentscherm - human-machined interface zoals ze het bij Kia noemen - als spreekwoordelijke kers op de dashboardtaart.

Verdere details houdt Kia nog achter de schermen. Kwestie van er zeker van te zijn dat journalisten massaal afzakken naar hun stand op het autosalon van Parijs. Want daar zal hij eind deze maand onder de spotlight worden gezet.