Rijtest: Subaru XV 2.0D

Subaru is natuurlijk niet de enige die het verkoopsucces van pakweg een Nissan Qashqai tracht te evenaren. Tegenwoordig zijn er de Skoda Yeti, Mitsubishi ASX, Audi Q3, Peugeot 4008 en Citroën C4 Aircross die allemaal een graantje willen meepikken. Het segment waarin deze wagen opereren kan men het best omschrijven als  verhoogde C-segment wagens met lichte offroad ambities.

Uiterlijk heeft Subaru een spannende auto willen maken. Vooraan ziet hij er best stoer uit, moest de XV niet hoog op zijn poten staan dan zou je denken dat je met een gewone hatch te maken had. Achteraan gaat het er, wat ons betreft, net iets te hoekig aan toe. Het oogt allemaal wat druk en de zwart gelakte velgen helpen uiteraard niet om rust te brengen in het geheel.

Binnenin moet we jammer genoeg een cliché bovenhalen. Het dashboard is namelijk echt  ‘old school’ Japans. Veel zwart plastic en soberheid troef. Het optioneel navigatiesysteem, dat duidelijk als een aparte unit wordt ingebouwd, geeft ook geen hoogwaardige indruk. Wel goed is dat alles op de juiste plaats zit, het stuur lekker in de hand ligt en het kleurenscherm van de boordcomputer wat soelaas brengt. Verder zitten de zetels goed, maar bieden ze te weinig steun in de bochten. Het stuur is zowel in de hoogte als in de breedte verstelbaar en je profiteert van de hoge zitpositie. De koffer slikt minstens 380 liter en kan uitgedreid worden tot 1.270 liter. Niets mis mee, maar de XV is dan ook een flinke 4,45 meter lang.

Eerder reden we al met een  atmosferische 114 pk sterke 1.6 benzinemotor gekoppeld aan een CVT-automaat. Gelukkig zijn we nu met dubbel zoveel Newtonmeters op pad. De tweeliter boxer turbodiesel zit in bijna alle Subaru’s. Ook in de XV is het de beste keuze. Met 147 pk en 350 Nm koppel sleurt hij de 1.390 kg zware Subaru in 9,3 seconden naar 100 km/u. Dankzij de vierwielaandrijving sprint je altijd netjes van je plaats, zonder wielspin. Meer dan vlot genoeg dus. Hij laat 's morgens wel een beetje van zich horen, maar echt slecht klinkt zo’n boxer niet. Zuinig rijden met een hogere koets en vierwielaandrijving is een hele opgave, wij haalden een dik litertje meer dan de opgegeven 5,6 l/100km.

Bij het verhogen van een wagen kom je vanzelf tot een hoger zwaartepunt. Je kan het zo laten en de wagen wat meer laten overhellen, of je kan heel de boel wat straffer maken. Bij Subaru hebben ze duidelijk voor die laatste optie gekozen. Hij is behoorlijk strak gedempt. De straffe demping komt misschien niet het comfort ten goede, in de bochten haalt het duidelijk zijn profijt. Voor zijn klasse ligt hij dan ook strak op de weg en van een zompig SUV-gevoel is er geen sprake.

De XV begint bij 21.490 euro, dan heb je de 114 pk sterke 1.6 benzine uit onze eerste test. De 150 pk sterke tweeliter benzine kost je 25.990 euro. Alle versies bieden standaard vierwielaandrijving. Wat ons betreft kan je die twee benzinemotoren laten voor wat ze zijn. De tweeliter diesel past gewoon het best bij een wagen als de XV. Voor de 2.0D betaal je minstens 25.990 euro. Dat lijkt een hele smak geld, maar ga je bij de concurrentie shoppen voor een tweeliter diesel met AWD dan wordt de Subaru XV plots een koopje.

Subaru is misschien wat laat op het feestje met deze XV. Toch hebben ze een degelijke wagen neergezet. De XV is wat harder afgesteld, maar je wordt er ook voor beloond. De 2.0 boxer diesel blijft een topper en de standaard AWD maakt hem aantrekkelijk geprijsd. Het uiterlijk gaat waarschijnlijk niet iedereen aanspreken, maar het is zeker de moeite om eens een testrit te maken. Op voorwaarde dat ze je met de diesel laten rijden.

Tekst en foto's: Wim Verboomen
Dank aan Subaru Belux voor het uitlenen van de wagen