Rijtest: DS 7 E-Tense 225 Facelift (2023)

Vertel je aan de gemiddelde passant dat je met een DS rijdt, dan luidt het antwoord nog te vaak “een Citroën, dus?” En inderdaad: het Franse premiummerk dankt zijn bestaan niet alleen aan één van de meest iconische auto’s die ooit een dubbele chevron mocht dragen – de Citroën DS dus – maar vertoont ook onderhuids nog de nodige gelijkenissen met zijn oorspronkelijke moederhuis. DS Automobiles is echter ver gekomen sinds het zich afscheurde van Citroën, en dat begon allemaal met deze DS 7 Crossback… Of, zoals we tegenwoordig moeten zeggen, DS 7.

Iets minder sieraden

DS trakteerde zijn ruimste SUV namelijk pas nog op een facelift, en die kapte het Crossback-suffix genadeloos van de nu best beknopte ‘7’-naam. Dat is natuurlijk niet het enige dat de Fransen veranderden, want ook de looks werden aangescherpt. Zo beschikt de DS 7 nu over een strakkere set dagrijlichten, een grille met minder chroom en nieuwe koplampen die de overdaad aan kristaltexturen wat moeten temperen. Dat geeft de SUV een aanzienlijk homogenere snuit dan voorheen, want toen had het model soms wat weg van een plompe dame met wat te veel sieraden om haar hals.

Image

Binnenin moet je van betere komaf zijn om de wijzigingen op het oog te kunnen spotten. Zo doet de lederen bekleding op de stoelen je nog steeds aan de wereld van de luxehorloges denken en roteert er je ook een klassiek B.R.M.-klokje tegemoet wanneer je de immer hardnekkige start-/stopknop lang genoeg indrukt. Tot daar niks nieuws dus, maar de belangrijkste aanpassingen bevinden zich onder de oppervlakte. Dat begint al bij de zetels, waar DS een betere schuimvulling toegepast heeft voor extra comfort, maar manifesteert zich vooral op technologisch vlak. De DS 7 krijgt namelijk het nieuwe IRIS-infotainmentsysteem achter zijn 12-inchscherm, dat zich laat bedienen via een resem widgets in tabs die je naar smaak kan invullen. Het resultaat is een best complexe wirwar, dus gelukkig heeft DS de belangrijkste functies een sneltoets gegeven in het balkje onder het aanraakscherm.

Nadruk op elektrificatie

Op motorisch vlak maakt DS van de gelegenheid gebruik om de nadruk nog wat meer te leggen op elektrificatie. Zo telt het gamma van de 7 tegenwoordig vier motorisaties, waaronder één op diesel en drie hybrides. Dat is er alweer eentje meer dan voorheen, en want de E-Tense 225 en E-Tense 300 krijgen gezelschap van de 360 pk sterke aandrijflijn van de Peugeot 508 PSE. Wij trokken er echter op uit met de instaphybride met 225 pk, die gebruik maakt van dezelfde 1.6-liter benzinemotor maar het houdt op een enkele elektromotor op de vooras. Dat maakt er de enige hybrideversie met voorwielaandrijving van, al is hij nog steeds vlot genoeg met zijn 0-naar-100-tijd van 8,9 seconden.

Image

Dat deze E-Tense 225 de enige hybridevariant is met één in plaats van twee elektromotoren, maakt er stiekem ook de efficiëntste hybridevariant van. Zo pronkt hij met een elektrisch rijbereik van 65 kilometer uit zijn 14,2 kWh-accu, terwijl broertjes 300 en 360 het op respectievelijk 63 en 62 kilometer houden. Dat zijn dan wel theoretische kilometers, want in de praktijk liet de elektromotor van ons exemplaar het afweten na hoogstens 47 kilometer. Daar zeggen we dan wel bij dat het tijdens onze testperiode best koud was dus al bij al vonden we dat geen verkeerde prestatie. Na een rit van 100 kilometer met één volle batterij bracht ons dat zo op een gemiddeld verbruik van 4,4 l/100 km. De accu laat zich trouwens opladen aan snelheden tot 7,4 kW, waarmee de stroomvoorraad weer gevuld is na een tweetal uur wachttijd naast de juiste paal.

Compromisloos comfortabel

In zijn elektrische modus is de DS 7 natuurlijk fluisterstil, maar daar komt eigenlijk maar weinig verandering in wanneer de benzinemotor bijspringt. Die blijft namelijk zo mooi op de achtergrond dat je er bij rustig rijgedrag het raden naar hebt welke van de twee krachtbronnen aan zet is. Dat merk je soms wel aan de souplesse in de stad, want de automaat komt vaak wat besluiteloos voor de dag wanneer hij zijn schakelmomenten niet kan opvullen met een dotje tussenstroom. Zonder hulp van de elektromotor beschik je ook enkel over de 180 pk’s die de benzineverbrander ophoest, maar de DS 7 zet hoe dan ook niet aan tot sportief rijden. Dat merk je meteen aan het stuurgevoel en de ophanging, die allebei zo boterzacht zijn dat het er bijna over gaat.

Image

Is zo’n vliegend-tapijtervaring echter net wat je zoekt, dan is de kans groot dat een DS 7 je niet zal teleurstellen. De binnenruimte is namelijk allesbehalve verkeerd met voldoende plek voor volwassenen achterin en een koffer van 555 liter, ongeacht of je hem met of zonder hybridebatterij bestelt. Dan moet je echter wel even doorlezen wanneer je de prijs ziet, want voor een E-Tense 225 als ons testexemplaar betaal je minstens 51.100 euro. Dat is meer dan je voor een plug-inhybride Audi Q3 of Volvo XC40 betaalt, en zelfs meer dan de nieuwe BMW X1 als plug-in moet kosten. Zijn iets grotere formaat en de uitgebreide standaarduitrusting van zo’n DS 7 maken dat echter ruimschoots goed, maar het blijft een flinke som geld voor een auto die heel wat passanten als "een Citroën" gaan omschrijven.

Conclusie

Met zijn facelift gaat de DS 7 er weer iets meer uitzien als datgene wat hij onderhuids al lang was: een premiumproduct. Vooral als plug-inhybride E-Tense verzoent hij zijn soepele aandrijflijn met een luxueus gevoel binnenin, al blijft de vloek van zijn bescheiden Citroën-herkomst hem boven het hoofd hangen. Je moet DS dus kennen om te weten waar ze voor staan, maar dan snap je waarschijnlijk wel waarom hun prijskaartjes niet de minste zijn.