Göteborg. Thuisstad van Volvo, Polestar en Lynk & Co, maar sinds 1995 ook thuisstad van het Volvo Museum. Ik reed 1.200 kilometer om te zien of het museum van het oer-Zweedse automerk aan het lijstje van grote automusea mag worden toegevoegd.
VORIGE WEEK: Deel 1: De S60 als verrassend comfortabele reisgezel
“Uit België? Välkomna!” De ogen van de dame die onze toegangstickets geeft, lichten even op wanneer ze vraagt waar we vandaan komen. Bij Volvo kennen ze de link met ons land, ook in het Volvo Museum. We hebben net de ring rond Göteborg getrotseerd, die naar Zweedse normen gerust druk te noemen is maar naar Antwerpse normen ‘zondagochtend-druk’. En we hebben zoals zovele Volvisti op bedevaart naar Göteborg net de obligate foto voor het museum genomen met 1-YWE-462.
Discreet is gek genoeg
Het Volvo Museum blijkt geen blits en gigantisch gebouw in een stadswijk die volledig aan het merk gewijd is, zoals het BMW-museum aan het Münchense Olympiapark. Of een statig en modern gebouw op een indrukwekkende laan tussen de showrooms en fabrieken waar de auto’s van de band rollen, zoals het Porsche-museum in Zuffenhausen. De Zweden zweren bij de Jantelagen, de wet die zegt dat normaal doen al gek genoeg is. Dat maakt van het Volvo Museum een wat anoniem glazen gebouw aan de rand van een industriezone in Arendal, in de bedrijvige haven van Göteborg. Torslanda, het epicentrum van de Volvo-groep, ligt een zestal kilometer verderop.
Het relatief kleine gebouw zet wel meteen de toon voor de gezelligheid. De eerste delen van de permanente tentoonstelling, over de oprichting van het merk door Assar Gabrielsson en Gustav Larson in 1927, de eerste auto’s en bussen en de symboliek van het Volvo-logo – het symbool voor het chemische element ijzer – zijn zacht verlichte kamers met vasttapijt, waardoor we onze stem automatisch dempen.
Zwaar gerief en exclusieve dingen
Gaandeweg, en kamer per kamer, wandelen we langs allerlei modellen uit de geschiedenis om uit te komen bij de Volvo’s van begin jaren 2000, zoals de C70 en S80. Onderweg is er niet alleen af en toe tijd voor de zakelijke en economische geschiedenis van het merk – denk maar aan de overname door Ford of Geely – maar ook voor tijdelijke tentoonstellingen. Tot eind dit jaar is er bijvoorbeeld een gewijd aan de P1800, met prototypes en designs die de productie niet gehaald hebben, met exemplaren van beroemde eigenaars zoals sir Roger Moore, koning Carl Gustav van Zweden enzovoort.
Het Volvo Museum wordt trouwens niet alleen gerund door Volvo Cars, maar ook door AB Volvo, dat het zwaardere gerief produceert. In de haven van Göteborg komen we dus niet alleen Volvo-vrachtwagens en -bussen op straat tegen, maar ook in het museum zelf. Er is ook plaats voor het raceverleden van de Zweden, met onder meer hun passage in de touringcarkampioenschappen. Een van de interessantste afdelingen in het museum is die van de relatief recente one-offs, prototypes en concept cars. Gekkigheden als de 3CC, of voorlopers van effectieve productiemodellen als de SCC en ACC (die respectievelijk de C30 en XC90 aankondigden), en die je nu nog in het straatbeeld tegenkomt.
De tijd staat stil
Naarmate we verder richting onvermijdelijke gift shop lopen – en toch een miniatuur van de P1800 kopen – zijn er in de haven van Göteborg toch een paar grote afwezigen, die op het einde van de afdeling prototypes en concept cars een figuurlijke maar prominente leegte inpalmen. Daarvoor hoeven we maar even naar buiten te blikken door de glazen gevel, richting onze geparkeerde S60 Polestar Engineered.
We hebben bijvoorbeeld vruchteloos gezocht naar de Concept Coupe uit 2013, die Volvo’s SPA-platform en huidige hamer-van-Thor-designtaal aankondigde, en die uiteindelijk zelfs een productieversie kende in de Polestar 1. Ook de Concept 40.1 en 40.2 blinken uit in afwezigheid, hoewel die toch voor twee prominente vertegenwoordigers in het straatbeeld hebben gezorgd, de Volvo XC40 en Polestar 2.
De omweg waard?
Het lijkt dus alsof de collectie in het Volvo Museum sinds de overname door Geely niet meer echt is aangevuld, al weten we niet of de langlopende plannen van de Zweden er voor iets tussen zitten om het museum te verhuizen naar een nieuw Experience Center dichter bij het centrum van Göteborg, in Liseberg. Dat nieuwe Experience Center zou wel meer passen bij het zelfverzekerde, kosmopolitische Volvo dat we vandaag kennen.
In de tussentijd mist het Volvo Museum voorlopig de grandeur en het prestige om er een van de grote automusea van te maken zoals we die in Duitsland kennen, en zou wat meer interactiviteit de aantrekkingskracht voor een breder publiek doen toenemen. Voor de merkliefhebbers is het wel gezellig bibliotheekgewijs snuisteren in de bijna honderdjarige geschiedenis van het Zweedse merk. Een omweg waard als je in Göteborg bent, maar de bedevaart erheen is alleen voor de echte Volvisti.
Reactie toevoegen
Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.
Inloggen