De digitale inkt van onze rijtest over de Superb is nog niet opgedroogd of Skoda zwiert de Superb Combi al op ons bord. Die tilt de, van oudsher, overvloedige ruimte van de Tsjech naar een hoger niveau. Of het daarmee de beste stationwagen momenteel verkrijgbaar op de markt is?
We waren al stevig onder de indruk van de nieuwe Superb, maar stiekem keken we toch nog iets harder uit naar de Combi-variant. Want die belooft zeeën van ruimte en - laat ons eerlijk zijn - een lekker langgerekt design.
Skoda laat namelijk het bolle design van voordien achter zich liggen en kiest resoluut voor scherp ogende lijnen. Een designrichting die voor het eerst getoond werd op de Vision C concept en nu in een gedestilleerde vorm zijn weg vindt op de Superb Combi. Niet dat het daardoor een flauw afkooksel wordt, want de Tsjech beschikt over een zelfzekere smoel die zelfs een tikje Duitse arrogantie uitstraalt dankzij de knap uitgesneden lichten.
Het nogal hoekige karakter heeft trouwens geen problemen met de stationwagenvorm. Want het geheel toont lekker dynamisch dankzij de sterk schuin aflopende D-stijl. Nefast voor de kofferruimte zou je denken. Wel, denk maar opnieuw.
Kampeerwagen
Bij Skoda is de kofferruimte in de Superb namelijk altijd een paradepaardje geweest. Als je weet dat de sedan al meer ruimte biedt dan een Audi A6 Avant, dan kan je er prat op gaan dat ze met de Combi nog een stapje verder gaan. In droog cijfermateriaal? 660 liter. Al wordt het pas helemaal een feest als je de achterste zitrij neer klapt. Dan groeit de kofferinhoud naar maar liefst 1.950 liter.
Ter vergelijking; dat is zo'n 100 liter meer dan voordien, 170 liter meer dan je in - het broertje - de Volkswagen Passat Variant kwijt kan en genoeg om een set valiezen in kwijt te kunnen die zelfs je vrouw niet helemaal vol krijgt. Technisch gezien is het zelfs mogelijk om te kamperen in de koffer van de Superb Variant.
Hoezo, budgetmerk?
Die overvloed aan plaats zet zich ook verder in de rest van het interieur. Vooraan zit je nog ruim, achteraan zit je gewoonweg riant. Skoda pakt dan ook uit met een resem aan cijfers om aan te tonen dat been-, hoofd- en elleboogruimte in zijn klasse ongezien is. De cijfers gaan we jullie onthouden, maar neem het van ons aan, de nieuwe Superb Combi is misschien wel de ruimste stationwagen waar we ooit hebben ingezeten achterin.
Als passagier rechts achteraan heb je zelfs de mogelijkheid om de stoel vlak voor je neus verder naar voren te schuiven om nog meer plaats te creëren. Een trucje dat je veelal enkel tegenkomt in de Duitse luxe limousines. Het interieur wordt uiteraard één op één overgenomen vanuit de sedan. Dat siert zich door de gebruikte materialen en de afwerkingskwaliteit. De term 'budgetmerk' kan eigenlijk niet meer geplakt worden op Skoda, want dan zouden we Volkswagen (specifiek: de Passat Variant) ook een budgetmerk moeten noemen.
Ordnung muss sein
De iets lagere positionering in de Volkswagen-familie merk je dan weer wel in de aanwezige technologie. Toegegeven, een adaptieve ophanging, adaptieve cruisecontrol, dodehoeksensoren, Apple Carplay en zelfs een wifi-hotspot tekenen present. Het échte revolutionaire spul blijft nog steeds uniek voor Audi en Volkswagen.
Specifiek hebben we het dan over het digitale TFT-scherm dat de instrumentencluster zou kunnen vervangen en een head-updisplay. De uitleg van Skoda is nogal ingestudeerd: 'onze concurrenten hebben het ook niet, dus waarom zouden wij het doen?' Neem het echter maar van ons aan, de dag dat Volkswagen de Tsjechen toegang geeft tot de technologie, dan zullen ze die gebruiken.
Als een boot
De technologie die Volkswagen gelukkig wel richting Tsjechië stuurde is het MQB-platform. Dat doet ook zijn werk onder de Volkswagen Passat, Golf en een resem aan Audi's. Het is een platform dat zich laat afstellen van hyper sportief tot gezapig comfortabel. Het is dan ook geen verrassing dat - gezien zijn taxi-carrière - Skoda opteerde om de afstelling voor de Superb Combi meer naar dat laatste te laten neigen.
Misschien iets té, want de Superb Combi durft wat deinen op de weg. Zonde, want met de adaptieve ophanging moet je eigenlijk al richting sport gaan (er is ook eco, normal en comfort aanwezig) voor je dat gevoel weggewerkt krijgt. Dan nog komt de stationwagen nooit sportief uit de hoek. Het stuur mist wat feeling en de elektronica fnuikt al vlug enige vorm van losbandigheid. De afstelling is dus vooral droog. Ideaal om de dagelijks file mee te attaqueren natuurlijk. En kunnen we Skoda ongelijk geven?
Laurel & Hardy
Wij gingen in de buurt van het Duitse meer Tegernsee op pad met de full-out Laurin & Klement-variant. Vernoemd naar de oprichters van het Tjechisch merk, maar door ons steevast uitgesproken als de Laurel & Hardy-versie. Motorisch deden we beroep op een 2.0 CRTDI diesel met 190 pk gekoppeld aan een DSG6 (automaat met dubbele koppeling) en vierwielaandrijving.
Een opstelling die natuurlijk geen last had om de vaart in de stationwagen te houden. Dat de automaat graag laag in de toeren blijft bengelen en dat er daardoor soms wat gebrek aan koppel is moet je er dan weer wel bijnemen. Een versnelling lager is natuurlijk snel geselecteerd. Wel zijn we benieuwd of de aankomende Greenline-variant met - naar verwachting - zo'n 105 pk toereikend is voor de stationwagen met riante afmetingen.
Premium prijs?
Wat zo'n Superb Combi moet kosten? 50.380 euro. Nu ja, toch voor de versie waar wij mee onderweg waren. Een prijs waarmee je bij premium merken kan gaan shoppen maar die eigenlijk nog steeds absurd laag ligt voor wat je in de plaats krijgt. Stel je een vergelijkbare Audi A6 Avant samen (die qua plaats dus kleiner is), dan kijk je richting de 80.000 euro...
Nu, gelukkig verplicht Skoda ons niet als een communistisch instituut om voor de Laurin & Klement-variant te gaan. Zo begint de Combi al vanaf 26.750 euro (met een 1.4-liter TFSI) en diesel je vanaf 27.400 euro. Prijzen die een stuk minder pijn doen aan je bankrekening. Voor pakweg 35.000 euro heb je eigenlijk de Superb van je dromen.
Conclusie
Kijk je puur naar waar een stationwagen voor moet dienen, dan is de Skoda Supeb Combi de beste stationwagen die we ooit reden. Zeeën van ruimte, een Duitse afwerking en genoeg tech aan boord om 3.0-geeks gelukkig te houden voor een Skodaiaans prijskaartje. Kannibalisme in eigen stal doen ze ermee bij de Volkswagen groep, want waarom je nog voor een Passat Variant zou kiezen, het is ons een raadsel. Misschien voor het net iets strakkere rijgedrag?
Reactie toevoegen
Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.
Inloggen