Citroën C4 en C4 X gaan naar plastisch chirurg voor facelift (2024)

De 4e generatie van de Citroën C4 wordt onder handen genomen, samen met broertje C4 X. De verjongingskuur resulteert vooral in uiterlijke schijn, onderhuids valt er niet veel te vertellen na het bezoek aan de wellnesskliniek. Dat neemt niet weg dat het model weer strak in het vel zit om klanten in het C-segment te bekoren.

Jawel, de C4 mikt op de doelgroep die in het C-segment gaat winkelen, en pakt meteen uit met een imposant koetswerk. Het valt nog steeds meteen op dat de C4 ontzettend groot oogt, waardoor je ‘m visueel bijna in een hoger segment zou plaatsen. Zeker de C4 X (dat is de berline die nog ruim 30 cm extra lengte toevoegt) is ronduit imposant voor een auto in deze klasse.

Opschuiven naar Dacia 

Het mag dan ook niet verwonderen dat de binnenruimte één van de sterkte troeven blijft in deze gefacelifte Citroën. Achterin heb je voldoende plaats om de benen (bijna) te strekken en dat gaat niet te koste van de kofferrruimte. Die bedraagt een royale 510. Vreemd trouwens dat de bravere berline X wordt genoemd, je zou dat eerder verwachten bij de wat frivolere vijfdeurs. Overigens is de achterkant van de X maar beperkt hertekend, daar wat de ‘gewone’ C4 toch een behoorlijke restyling van het exterieur ondergaat.

Straks meer daarover, we blijven nog even aan de binnenkant van de C4. Uiteraard zien we hier de obligate nieuwe stofjes en aangepaste materialen, maar het moet gezegd dat de C4 nooit echt een premium indruk geeft als je plaats neemt in de nochtans zeer comfortabele stoelen. Er is trouwens niet mis met die vaststelling, want het mag duidelijk zijn (dat werd ook al eerder beaamd in een gesprek met Citroën CEO Thierry Koskas) dat Citroën het meer generalistische en betaalbare merk wil zijn binnen de Stellantis groep. Ja, we durven zelfs zeggen dat het merk een beetje opschuift richting Dacia en dat is – zeker gezien het succes van het Roemeense merk – absoluut geen slecht idee.

Verder is er aan het interieur niet al te veel veranderd ter gelegenheid van deze facelift. Het 7 inch instrumentcluster dat het 10 inch multimediascherm aanvult is wel vernieuwd en vooral het nieuwe stuurwiel met prominent Citroën-logo ‘nieuwe stijl’ valt het meeste op. En het typische Franse Citroën-comfort wordt gegarandeerd door de standaard Advanced Comfort-ophanging en de Comfort-stoelen waar je in wegzakt als wat het een ligbedje aan een zwembad aan de Côte d’Azur.

Jef Hoeyberghs

Het zwaartepunt van de verjongskuur is vooral aan de buitenkant te merken. Maar in tegenstelling tot de trend van meer botox in bumpers en kont, is hier eerder sprake van minder. De C4 nieuwe stijl ziet er slanker uit, alsof Jef Hoeyberghs een paar liter overtollig vel heeft weggesneden. De designers kozen er voor om de complexiteit van plooien en lijnen helemaal strak te trekken. Het resultaat is een veel rustiger aanblik, met glooiende lijnen en een gladder aanzicht. Zeker in de neus is het vloeiende design goed zichtbaar, met een nieuwe LED lichtsignatuur en alweer het trotse nieuwe Citroën-logo.

De C4 onderging ook een chroom-detox, want er zijn voortaan nog nauwelijks chroom-accenten te bespeuren. In de plaats komen meer zwarte (kunststof) elementen die ook de hertekende achtersteven typeren. Ook hier weer nieuwe lichtblokken met de horizontale LED lichtstroken. Tot slot, wat had je gedacht, zijn er ook nieuwe koetswerkkleuren (Manhattan Green en Eclipse Blue ). Alles in beschouwing genomen een geslaagde facelift en absoluut een verbetering tegenover de uitgaande versie.

2 hybrides, 2 EV's

Zoals gezegd valt er weinig te melden over de onderhuidse veranderingen. Citroën spreekt van de voortaan standaard aanwezige comfort-ophanging, maar we hebben uiteraard nog geen meter kunnen rijden met de vernieuwde C4. Ook op motorisch vlak zien we terug de 1.2 turbo-hybride met 100 of 136 pk en op EV-vlak biedt Citroën eveneens twee opties.
Hoewel de Fransen spreken van een kleine en grote batterij, is er eigenlijk nauwelijks verschil tussen de twee varianten. Je kan namelijk kiezen tussen een 50 kWh of 54 kWh-versie van die respectievelijk een elektromotor krijgen van 136 of 156 pk.

Vreemd is wel dat ondanks het zeer kleine verschil in batterijgrootte (slechts 4 kWh), er toch een behoorlijke winst valt te noteren qua rijbereik. Waar de ‘kleine’ batterij uitgaat van een WLTP autonomie van 360 km, gaat de ‘grote’ batterij met 420 km voorbij de psychologisch belangrijke barrière van 400 km. Maar wil dat dan zeggen dat er 60 km wordt gehaald uit 4 kW extra? Of anders gezegd: verbruikt de ë-C4 slechts om en bij de 7 kWh per 100 km? Niet echt. We besparen je de technische details, maar de samenstelling van beide batterijen zou grondig verschillen waardoor de 54 kW-variant een pak efficiënter is. Al bij al blijven de cijfers eerder middelmatig maar zeker OK voor het segment, en dat geldt ook voor de DC laadtijd van 100 kW.

Veel EV voor weinig geld

Wat moeten we nu onthouden van deze facelift? Allereerst dat de vernieuwde C4 beter op het netvlies valt. Hij is minder druk getekend en minder complex dat zijn voorganger, en dat gaat ‘m prima af. Bij Autofans zijn we natuurlijk fan van elektrisch rijden, en dan kan je niet voorbij de nieuwe ë-C4 want je vindt op de markt nauwelijks een interessanter aanbod. We kennen nog geen prijzen van de vernieuwde versies, maar de huidige ë-C4 staat voor ruim 33.000 (kleine batterij) en 35.000 euro (grote batterij) in de prijslijst. Zelfs met een kleine prijsstijging voor de facelift, blijft dat nog altijd heel veel auto voor relatief weinig geld. Te ontdekken in de showrooms begin volgend jaar.