’t Zijn turbulente tijden in autoland. Naarmate alles namelijk duurder wordt, woedt de strijd om betaalbaarheid heviger dan ooit. Ook Citroën mengt zich in die strijd met de nieuwe C3, die zelfs als elektrische ë-C3 lekker goedkoop blijft… Maar gaat dat niet ten koste van Citroëns DNA? Wij vroegen het aan hun kersverse CEO.
Een dikke drie jaar geleden ontstond een nieuw megaconcern in de autosector: Stellantis. Onder die noemer sloegen het voormalige FCA en PSA de handen in elkaar waardoor al hun merken — en dat waren er op dat moment maar liefst veertien — hun krachten voortaan gingen bundelen. Onder die merken vond je enerzijds Fiat, Alfa Romeo en Jeep en anderzijds Peugeot, Opel en natuurlijk Citroën. Dat zijn met andere woorden flink wat concurrenten onder hetzelfde dak, dus hoe maak je dan nog het onderscheid?
”De elektrische ë-C3 heeft de C3 met verbrandingsmotor niet nodig.”
“We hebben al snel de kernwaarden van Citroën vastgelegd,” legt CEO Thierry Koskas uit, “en die komen wat ons betreft met geen enkel ander Stellantis-merk één op één overeen. Het zijn er vijf: Citroën is populair, comfortabel, eenvoudig, duurzaam en gedurfd. Dat zie je ook terug in de nieuwe C3 want die is bereikbaar geprijsd maar biedt toch ongeëvenaard comfort met zijn hydraulische bumpstops en een opvallend design. Bovendien is hij verkrijgbaar als EV maar over het algemeen blijven zijn verschillende versies overzichtelijk; zo overzichtelijk zelfs dat we niet eens een configurator moesten bouwen.”
Dat beperkte aanbod is ook niet het enige dat die C3 zo betaalbaar houdt, verklaart de topman. “Naast die eenvoudige line-up dankt de C3 zijn lage prijs ook aan het feit dat hij uit minder onderdelen bestaat dan zijn voorganger. Die twee zaken maken zijn productie efficiënter terwijl we voor de elektrische versie als eerste van de Stellantis-groep gebruik maken van goedkopere LFP-accu’s.” Het resultaat is dat die ë-C3, aldus Koskas, op zichzelf al rendabel is als alleenstaand model en het volume van de C3 op verbranding dus niet moet compenseren voor de lage prijs van de EV. Daardoor zijn zowel de ë-C3 met zijn basisprijs van 23.300 euro als de reguliere C3 van 14.990 euro bij de goedkoopste auto’s in hun segment… “Niet slecht toch, voor een Europees merk," lacht de CEO.
“Dacia is een concurrent… En daar schamen we ons niet voor.”
Die nadruk op betaalbaarheid brengt Citroën onvermijdelijk in het vaarwater van één van de rijzende sterren in de autosector: Dacia. Daarover is de topman duidelijk: “Ja, wij zien Dacia steeds meer als concurrent… En daar hoeven we ons ook niet voor te schamen. Dat wil echter niet zeggen dat we Dacia gaan imiteren; daarvoor heeft Citroën te veel geschiedenis achter zich. Onze waarden zijn door de decennia heen gegroeid in een compleet andere richting dan die van Dacia, denk maar aan onze nadruk op comfort en op design.” Hoewel iets als een Citroën C3 qua prijs dus wel in de buurt komt van pakweg een Dacia Sandero, zal er volgens Koskas toch een ander type koper op afkomen.
“Nog een verschil met Dacia is echter dat niet al onze auto’s zo goedkoop moéten zijn,” gaat de CEO verder. Zo is er bij Citroën bijvoorbeeld ook plaats voor EV’s die de nadruk eerder op een groot rijbereik dan op een zo laag mogelijke prijs leggen. “De aankomende C5 Aircross krijgt bijvoorbeeld een elektrische versie en daar mag je ook een variant met een grote accu van verwachten. Dat is ook maar logisch want in dat segment vind je een ander type koper of vaak zelfs leaser, en dan kan inzetbaarheid wel eens belangrijker zijn dan betaalbaarheid.” Die ë-C5 Aircross gaat zijn basis naar verwachting trouwens delen met de Peugeot E-3008 en die heeft accu's van 73 tot 98 kWh groot, goed voor een rijbereik van tot 700 kilometer.
“De Citroën Ami is geen auto en zal nooit een auto zijn!”
Veel hangt volgens Koskas dus af van het segment, maar niet elk segment zit wel in het vizier van Citroën. “Citroën mikt voornamelijk op de populaire segmenten en zo merken we dat bijvoorbeeld het D-segment zich al wat buiten ons vaarwater bevindt.” In dat segment biedt het merk momenteel de C5 X aan maar of die nog wel een opvolger krijgt, kan de CEO nog niet zeggen. “Vrijwel alles wordt tegenwoordig premium in het D-segment en premium is niet wat Citroën wil zijn. In de plaats daarvan mikken we er liever op om comfort bereikbaar te maken tegen een lagere prijs.”
Nog zo’n auto die mobiliteit bereikbaar moet maken is de Ami, al worden we daar al snel door de topman op de vingers getikt: “De Citroën Ami is geen auto en zal nooit een auto zijn! We gaan dus ook niet beginnen met bijvoorbeeld krachtigere versies met een hogere topsnelheid. Het doel van de Ami is het aanbieden van toegankelijke mobiliteit en we zijn trots om de eersten geweest te zijn die dat deden in de vorm van een elektrische quadricycle.” Koskas erkent echter wel dat die markt sindsdien fors gegroeid is met concurrenten als de Microlino en in eigen huis de Fiat Topolino, maar dat schrikt hem niet af. “Binnenkort komt er een reeks verrassende vernieuwingen naar de Ami.” Meer wou Koskas er nog niet over kwijt, behalve een onthullingsdatum: “hou de Paris Motor Show maar vrij in je agenda”. Die vindt dit jaar plaats van 14 tot 20 oktober.
Reactie toevoegen
Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.
Inloggen